De groene ideologie was verleidelijk en trok nonchalante en naïeve geesten aan.
1-4-2025
Milieuactivisme heeft Europa ertoe aangezet om economische ontwikkeling op te offeren aan dubieuze duurzaamheidscriteria
Interview Atlantico met Samuel Furfari.
Samuel Furfari publiceerde “Energie, de Staat liegt. de vernietiging van het concurrentievermogen van de EU”, uitgegeven door L’Artilleur. In dit boek, laat Samuel Furfari zien dat de energiecrisis het gevolg is directe irrationele politieke beslissingen genomen door Europese leiders. Samuel Furfari: “Zo hebben milieuactivisten Europa aangezet tot het opofferen van economische ontwikkeling ten gunste van dubieuze duurzaamheidscriteria.”
Atlantico: Wat zijn volgens u de belangrijkste factoren die de EU hebben gebracht tot een energiebeleid dat u als irrationeel beschreef?
Samuel Furfari: In 1955, op de Conferentie van Messina, verklaarden de oprichters van de EU dat er geen toekomst was voor de Gemeenschap zonder overvloedige en betaalbare energie. Deze visie was 60 jaar lang richtinggevend voor het energiebeleid, totdat deze ongeveer vijftien jaar geleden werd verlaten. Ik beschrijf deze evolutie in het eerste deel van mijn boek.
Met de val van het communisme is de afkeer van de markteconomie onder sommigen niet verdwenen. Het nam een nieuwe vorm aan: het milieuactivisme verwierp de pijlers van het economisch en maatschappelijk succes van het Westen, namelijk fossiele brandstoffen en nucleaire energie.
De groene ideologie was verleidelijk en trok nonchalante en naïeve geesten aan. Echter, moderne hernieuwbare energieën zijn niet concurrerend – anders zou het niet noodzakelijk zijn geweest om ze op te leggen door Europese richtlijnen die nog steeds van kracht zijn — hun ontwikkeling moest met subsidies worden ondersteund. Helaas, waar overheidssteun is, zijn er profiteurs. Deze laatsten werken nog steeds aan het in stand houden van hun lucratief systeem.
Na de uitbreiding van de EU zocht de EU naar een nieuwe reden van bestaan. Duurzame ontwikkeling zou de nieuwe ‘metafoor’ worden. Echter, de milieuactivisten hebben ‘duurzame ontwikkeling’ omgezet in ‘duurzaamheid’ om de economische ontwikkeling, groei en levenskwaliteit die desondanks de basis van de EU vormden ondergeschikt te maken.
Hoe verklaart u de groeiende invloed van milieuorganisaties op beslissingen?
Toen de EU de nieuwe doctrine introduceerde, hadden milieuorganisaties een sterke positie. Al in de jaren zestig ontwikkelden politieke ecologiedenkers als Hans Jonas en Lynn White Jr. een gestructureerde en planmatige aanpak van deze kwesties. Deze theoretici, die een mooie, schone en goedkope toekomst beloofden, verleidden veel naïeve geesten. Zo konden ze hun ideeën opleggen, daarbij gesteund door ‘nuttige idioten’ die hun taak gemakkelijker maakten. De industrie heeft zich haastig als groen gepresenteerd, zelden uit overtuiging, maar vaak uit angst voor kritiek van de pers die zich vooral richt op de ecologische zaak. Denk aan BP, dat zelfs de slogan Beyond Petroleum bedacht en zichzelf nu belachelijk heeft gemaakt door toe te geven dat zijn toekomst in fossiele brandstoffen ligt. Jarenlang heb ik industriëlen eraan herinnerd dat zij medeplichtig zijn aan “de georganiseerde vernietiging van het Europese concurrentievermogen”; Dit is ook de ondertitel van mijn boek.
Wat waren de belangrijkste staatsleugens die ten grondslag lagen aan het EU-beleid en die leidden tot de georganiseerde vernietiging van het concurrentievermogen van de landen van de Europese Unie? Wat zijn de concrete effecten van dit beleid op het concurrentievermogen van de Europese industrie vergeleken met de Verenigde Staten en China?
Het meest zorgwekkende onderwerp, dat Atlantico al aankaartte, is de vernietiging van onze nucleaire industrie, georkestreerd door Duitsland, met de steun van François Hollande en Emmanuel Macron. Tegelijkertijd lieten ze mensen geloven dat moderne, hernieuwbare energiebronnen een universele oplossing boden waarmee ze goedkope elektriciteit konden opwekken. Deze leugen is overduidelijk, want de evolutie van de elektriciteitsrekeningen toont aan dat deze onjuist is.
Een andere mythe is dat we het zonder fossiele brandstoffen kunnen stellen. Fossiele brandstoffen zijn nog steeds goed voor 75% van ons energieverbruik en wereldwijd voor 83%. Deze illusie wordt versterkt door de verwarring tussen energie en elektriciteit, terwijl elektriciteit slechts 22% van het totale energieverbruik uitmaakt. De rest is gebaseerd op toepassingen waarbij vlammen nodig zijn, waarvoor fossiele brandstoffen essentieel blijven.
De stelling “de beste energie is de energie die we niet gebruiken” is een oversimplificatie. Energie is leven, en het is een illusie om te denken dat de mensheid het zonder energie kan stellen, tenzij we in een degrowth-model willen leven, dat wil zeggen, terug willen keren naar de manier van leven van vroeger.
Energiebesparing presenteren als een economische oplossing is bovendien misleidend: niets is gratis, want elke activiteit vereist energieverbruik, zelfs isolatie. Bovendien is sinds de jaren zeventig gedaan wat gemakkelijk was; Er is nu weinig ruimte meer voor grote besparingen. Ik heb dit aangetoond met gegevens over het concept energie-intensiteit.
Het hoogtepunt is decarbonisatie. Onder leiding van François Hollande slaagde de EU erin om het Klimaatakkoord van Parijs tijdens de COP21 te laten aannemen. De Unie is dus een meedogenloze en onrealistische race begonnen door te beweren dat ze tegen 2050 volledig koolstofvrij wil zijn. In deze logica bereidt de Commissie zich voor om een vermindering van de CO₂-uitstoot met 90% voor te stellen tegen 2040 ten opzichte van 1990. Deze doelstelling zal leiden tot het opofferen van het weinige dat nog rest van de Europese industrie. Verschillende lidstaten, waaronder Frankrijk, hebben zich al uitgesproken tegen deze koerswijziging, die schadelijk is voor de economische voorspoed. De Commissie blijft echter bij haar standpunt.
Ondanks de ambitieuze toespraken is het duidelijk dat de wereldwijde CO₂-uitstoot, ondanks de 29 COP’s, met 65% is toegenomen. Atlantico legt uit dat de COP’s de afgelopen drie jaar op een mislukking zijn uitgelopen, omdat veel landen buiten de EU nu maatregelen afwijzen die hun economische welvaart in gevaar zouden kunnen brengen. De EU moet zichzelf herpakken om te voorkomen dat ze gemarginaliseerd wordt.
In hoeverre heeft de oorlog in Oekraïne de tekortkomingen van de Europese energiestrategie blootgelegd?
De energieprijzen begonnen in 2010 te stijgen vanwege de verplichting om dure hernieuwbare energie te produceren, niet vanwege Rusland of Oekraïne. De oorlog in Oekraïne heeft vooral de strategische fout van Duitsland aan het licht gebracht. Door zijn kerncentrales te sluiten en te veel afhankelijk te zijn van Russisch gas, heeft Duitsland een fundamenteel principe van energiezekerheid genegeerd: diversificatie van hulpbronnen. Daarmee is de hele EU in de crisis gestort. Ook zonder het conflict in Oekraïne zou de huidige situatie vergelijkbaar zijn, omdat de structurele problemen die aan deze crisis ten grondslag liggen niet aan Rusland te wijten zijn. Ze komen voort uit de zogenaamde energietransitie. Kernenergie was al lang een essentieel onderdeel van de energievoorziening in Europa.
Waarom denkt u dat deze geleidelijk aan gemarginaliseerd werd?
In de eerste plaats werd kernenergie ontwikkeld om, zoals artikel 1 van het Euratom-Verdrag stelt, “de verhoging van de levensstandaard in de lidstaten” te waarborgen. Vandaag de dag verdedig ik deze energie om dezelfde reden. Het duurde 50 jaar voordat we over klimaatverandering begonnen te praten.
Het afschaffen van kernenergie in Duitsland vindt zijn oorsprong in de invloed van vredesbewegingen, die op handige wijze de publieke opinie hebben gemanipuleerd door een valse koppeling te creëren tussen de atoombom en kerncentrales. Daarnaast was er verzet van milieuactivisten, die zich realiseerden dat kernenergie vrijwel onbeperkte mogelijkheden bood. Ze wisten dat deze energiebron voor duurzame economische groei zou zorgen, maar dat vonden ze onaanvaardbaar, omdat dit betekende dat de natuurlijke hulpbronnen nog steeds geëxploiteerd moesten worden.
Bovendien hebben deze milieuactivisten de utopie bedacht dat windturbines en zonnepanelen kerncentrales zouden kunnen vervangen.
Waterstof wordt gepresenteerd als een belangrijk alternatief voor de toekomst. Wat zijn volgens u de beperkingen van deze technologie?
De grootste energiehoax is het idee dat het mogelijk zou zijn om waterstof op industriële en economische wijze uit water te produceren door middel van elektrolyse. Toen ik in 1982 bij de Commissie kwam, was ik betrokken bij onderzoek naar waterstofproductie, een gebied dat al sinds de jaren zestig werd onderzocht. Het Euratom-Verdrag bracht onderzoekers van de Commissie ertoe om een toekomst voor ogen te houden waarin kernenergie zo ruimschoots aanwezig zou zijn dat deze de energiebehoefte zou overtreffen. Vanuit dit perspectief leek het logisch om dit overschot te gebruiken om waterstof te produceren door elektrolyse van water.
Het duurde echter niet lang voordat men zich realiseerde dat deze visie veel complexer en duurder was dan verwacht. Uit chemische thermodynamica blijkt dat deze methode ongeveer zeven keer meer energie verbruikt dan de conventionele waterstofproductie uit aardgas. Subsidies en beleid zullen deze relatie nooit veranderen.
Het idee was niet nieuw. Al in 1923 stelde John Haldane, hoogleraar aan de Universiteit van Cambridge, voor om waterstof te produceren met behulp van windturbines. In de jaren dertig probeerde het naziregime dit idee in de praktijk te brengen om brandstoffen te produceren, omdat die in Duitsland niet beschikbaar waren. Maar ook zij realiseerden zich dat deze aanpak onrealistisch en economisch niet houdbaar was. Deze mislukkingen laten zien dat waterstof als energiebron, ongeacht de productiemethode, een technologische en economische utopie is die de beperkingen van de natuurkunde en de energiekosten negeert.
Bovendien verbranden we geen enkel molecuul, dat de basis vormt van de gehele chemische industrie, zoals we dat met gewone energie zouden doen. Het verbranden van waterstof is te vergelijken met het verbranden van een Louis Vuitton-tas om warm te blijven. Ik leg dit alles gedetailleerd uit in mijn boek The Hydrogen Utopia.
Wat zou de ideale strategie zijn om in Europa een overvloed aan concurrerende energie te garanderen en tegelijkertijd de uitdagingen op milieugebied aan te gaan?
Het zou voldoende zijn om terug te keren naar het energiebeleid van vóór de komst van de ecologie. Destijds werd de taak toevertrouwd aan ambtenaren die experts waren op het gebied van energie. Zij lieten zich bij hun keuzes leiden door technische en economische overwegingen, in het belang van iedereen. Vandaag is ze is in handen van politieke ideologen en zelfs consultants.
Net als de rest van de wereld zouden wij fossiele brandstoffen en kernenergie moeten gebruiken. Aangezien de EU niet over voldoende natuurlijke hulpbronnen beschikt om in haar behoeften te voorzien, is het van groot belang om de strategie voor energiezekerheid die de Commissie in 2000 met het Groenboek over dit onderwerp heeft ontwikkeld, nieuw leven in te blazen.
Het was gebaseerd op drie principes: het diversifiëren van de energiesoorten door ze allemaal zonder taboes te accepteren; diversifiëren van de toeleveringslanden om te grote afhankelijkheid van één enkele leverancier, zoals Rusland, te voorkomen; en diversifiëren van aanvoerroutes en -methoden door in te stemmen met de bouw van de benodigde infrastructuur. De huidige drift wordt geïllustreerd door absurde beslissingen, zoals die van de voormalige Europees Parlement dat de voltooiing van het onderling verbonden gasnetwerk wilde verbieden.
Mario Draghi beweert in zijn rapport op dwaze wijze dat we in 2030 nauwelijks nog aardgas zullen gebruiken. Deze excessen tonen aan in hoeverre ideologische prioriteiten belangrijker zijn geworden dan economische en strategische logica en zelfs het gezond verstand.
Een terugkeer naar een rationeel en evenwichtig energiebeleid zou niet alleen de leveringszekerheid versterken, maar ook het economische concurrentievermogen van de EU herstellen en tegelijk tegemoetkomen aan de reële behoeften van burgers en industrieën.
Donald Trump heeft niets uitgevonden op het gebied van energie, maar hij begreep dat de wereld zou blijven functioneren dankzij fossiele brandstoffen; Hij gaf hen weer trots. Een lezer vertelde mij zelfs gekscherend dat Trump mijn boek had gelezen…
***
Samuel Furfari publiceerde ‘Energie, mensonges d’état, la destruction organisée de la compétitivité de l’UE’, bij uitgeverij L’Artilleur.
Link naar de webwinkel hier.
***
Bron hier.
***
0 reacties :
Een reactie posten