Van een onzer correspondenten.

Klimaatminister Hermans zit in een spagaat. Ze wil de industrie vergroenen, maar de grote vervuilers vragen haar om de energie- en CO2-belasting te verlagen. Ze dreigen met een vertrek uit Nederland, schrijft Trouw.

De vergroening van de industrie loopt spaak. Slechts vijf van de vijftien grootste vervuilers van Nederland liggen op koers om afspraken te maken met de overheid over verduurzaming. Zeven andere bedrijven zijn nog niet afgehaakt, maar hebben nog geen concrete plannen aangeleverd.

Provincie Zeeland: verlaag energiebelasting net als de nationale CO2-belasting.

De klimaatdoelstelling van de industrie – 16,5 megaton minder CO2in 2030 – is uit zicht. Over vijf jaar valt hooguit 9 megaton broeikasgasreductie te behalen, staat in een interne notitie van het ministerie van Klimaat en Groene Groei die met de Tweede Kamer is gedeeld. De prikkel ontbreekt om te investeren in Nederland, schrijft minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) in een brief aan de Kamer nadat NRC eerder berichtte over de interne notitie.

Ze schetst daarin ook dat de gesprekken met een aantal bedrijven niet worden voortgezet. Alleen de grote uitstoters die zichtbaar werk willen maken van vergroening, komen nog in aanmerking voor financiële steun. Oliebedrijf BP heeft eerder al aangegeven af te zien van de gesprekken. Begin deze week werd bekend dat chemiebedrijf LyondellBasell, ook een van de bedrijven waar Hermans mee praat, een fabriek in Nederland sluit.

De klimaatminister zit in een lastig parket. Ze wil enerzijds de vergroening – maatwerkafspraken in de woorden van het kabinet – doorzetten. Anderzijds heeft ze te maken met de ene na de andere noodkreet vanuit de industrie. De grote vervuilers wijzen op ongunstige omstandigheden in Nederland. Het stroomnet zit vol, de elektriciteitsprijzen liggen hoger dan in de omringende landen en Nederland heft een extra CO2-belasting.

De provincie Zeeland, waar chemiebedrijf Dow, kunstmestfabrikant Yara en Zeeland Refinery gevestigd zijn, vraagt de minister in een brief om een gelijker speelveld. Bijvoorbeeld door de energiebelasting te verlagen, net als de nationale CO2-belasting.

‘De transitie stagneert”, signaleert Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE).

‘Vorig jaar nam de CO2-uitstoot in veel sectoren af, behalve in de industrie. Tegelijkertijd is de productie gekrompen.’

Jo-Annes de Bat, gedeputeerde voor het CDA in Zeeland, hecht aan de vergroeningsafspraken met de grote vervuilers. Daar komt momenteel te weinig van terecht, ziet hij. Dat heeft te maken met een voorzichtige overheid. ‘Op andere continenten gaan ze veel voortvarender te werk.’ Investeer, is zijn oproep. Dat kan in Nederland door een groot bedrag uit te trekken – de komende jaren is er 150 miljard nodig – om het stroomnet te versterken.

‘We zijn vastgelopen in wat we met elkaar hebben bedacht’, zegt De Bat. Hij wijst op de lange procedures en de nationale CO2-belasting. ‘We moeten een gelijker speelveld creëren anders vertrekken de bedrijven naar het buitenland.’

Dat gelijke speelveld is volgens De Bat niet de enige randvoorwaarde. Bedrijven zijn ook terughoudend in het maken van afspraken vanwege de instabiliteit van de overheid, zegt de gedeputeerde.

‘Alles hangt samen met vertrouwen. Dat gaat overigens beide kanten op.’

Hij pleit voor maatwerkafspraken 2.0 waar meerdere ministeries, denk naast Klimaat en Groene Groei aan Volkshuisvesting, Infrastructuur en Financiën, bij betrokken worden.

Of en hoe Hermans de industrie tegemoet wil komen, wordt de komende weken bekend. Tot half april, als het kabinet de bijstelling van de begroting presenteert, houdt de minister de kaarten tegen de borst. Haar collega, Eurocommissaris Wopke Hoekstra (Klimaat), kwam de Europese industrie eerder al tegemoet door te pleiten voor het verlagen van de energiebelasting, aldus Trouw.

Een groep van twaalf economen, onder wie Barbara Baarsma, Robbert Maseland en Irene van Staveren, denkt dat belastingverlagingen niet de oplossing zijn. Ze waarschuwen Hermans voor de lobby vanuit de industrie. Maak eerst fundamentele keuzes: welke sectoren passen wel en niet in Nederland, schrijven de economen in een brief.

‘Nederland is te klein voor de huidige omvang van de industrie’, schrijven ze. ‘Door verduurzaming zullen sommige bedrijven uit Nederland vertrekken.’

Wat de economen dwarszit is dat de grote vervuilers, denk aan Shell en Yara, de afgelopen jaren een steeds groter deel van de winsten hebben uitgekeerd aan hun aandeelhouders.

“Geld dat ook in de verduurzaming van hun activiteiten had kunnen worden geïnvesteerd.”

***

Bron: Trouw hier.

***