Geen kosten-baten-analyse uit angst voor tegenstanders
Eduard Bomhoff 2-11-2024
Transitieprofessoren Rotmans en Erisman vormen een bedreiging voor de economie
De economische redding van Nederland moet nu komen van deze drie partijen: PVV, BBB en JA21. Die moeten voorkomen dat het land failliet gaat door een geforceerde ‘transitie’. Voor de PVV is een rem op die transitie geen probleem want Geert Wilders heeft andere prioriteiten; BBB’s financiële woordvoerder Henk Vermeer heeft al aangegeven dat als de klimaatdoelen extreem hoog zijn, we ze moeten corrigeren, en JA21-Kamerlid Joost Eerdmans spreekt regelmatig over de noden van het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en de veel te hoge energieprijzen.
Die partijen snappen dat wat in Duitsland aan de hand is – drie grote fabrieken van Volkswagen tegelijk gesloten, een economie die al vijf jaar stagneert – ook bij ons dreigt. We kunnen ons geen minister van ‘Klimaat en Groene Groei’ permitteren die nog steeds alle klimaatdoelen wil doorzetten, en daarmee de industrie en grote delen van het MKB dreigt te verwoesten.
Geen kosten-baten-analyse uit angst voor tegenstanders
Dat moet anders en niet omdat klimaatbeleid niet belangrijk zou zijn. Integendeel, het klimaat is een serieuze zaak, maar het beleid is zo omvangrijk dat een land zich niet kan laten leiden door een minister die roept: ‘De klimaatdoelen staan niet ter discussie’. Daarmee is ze niets wijzer dan haar voorganger Jetten met zijn ‘ik wil niet meer horen of het wel haalbaar en betaalbaar is’. Precies omdat de uitdaging zo groot is, moeten we al het klimaatbeleid onderwerpen aan de discipline van een strikte kosten-baten analyse.
Zo’n discipline ontbreekt volledig in de zojuist uitgekomen ‘Klimaat en Energie Verkenning’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Van goed ingevoerde insiders leer ik dat het PBL weigert om met enige kosten-baten analyse te komen, omdat tegenstanders van het klimaatbeleid zulke cijfers dan misschien zouden gebruiken als ammunitie. Dat zou zeker gebeuren wanneer het PBL niet alleen de tientallen miljarden euro’s zou optellen voor de kosten van waterstof, ammoniak, windmolens in zee, ondergronds opslaan van CO2 en zo verder, maar ook een behoorlijke schatting zou meenemen van de economische schade voor de industrie, de zee- en luchtvaart en het MKB.
Nee, die discipline begint nu te komen van PVV, BBB en JA21, en als dat nog niet genoeg is, dan meer in de aanloop naar de volgende verkiezingen. Misschien laat de ellende van het huidige klimaatbeleid die partijen groeien, en anders zullen CDA en VVD toch ooit gaan beseffen dat ook in Nederland een ongeluk dreigt als we economisch blind blijven vliegen zonder het kosten-baten instrumentarium.
Omdat de kosten-baten analyse ontbreekt – en ook elke vergelijking met andere landen en hoe die de ‘transitie’ goedkoper aanpakken – moet het PBL zich wel verlagen tot dwingen in plaats van overtuigen. Opsommingen van wat allemaal moet om de doelen te bereiken zijn er genoeg; argumenten op basis van ‘de baten zijn hoger dan de kosten’ ontbreken. Zo schrijft het PBL geheel in de geest van Nederlands meest invloedrijke transitieprofessoren, Jan Rotmans en Jan-Willem Erisman. Misschien ten dele omdat die twee een goed aantal van de medewerkers zal hebben opgeleid.
‘De kern van het probleem’
Het is niet meer genoeg om het PBL af te doen met ‘GroenLinks-bastion’. Hoe waar dat ook is, het PBL valt extra tegen, omdat de tweehonderd medewerkers goed worden betaald om kosten en baten van een krachtig CO2-beleid naar voren te brengen, zodat andere GroenLinksers, die daar niet voor hebben gestudeerd, daarvan kunnen leren. Het PBL zit helaas vol met GroenLinksers die menen dat ze het klimaat een dienst bewijzen door de kosten-baten afweging over te laten aan de politici. Veel belastingbetalers, autorijders en ondernemers wachten op de dag dat meer politici Vermeer (BBB) en Eerdmans (JA21) gaan volgen en verantwoordelijkheid nemen waar het PBL faalt.
Om te beseffen hoe ver het PBL weg is van een complete analyse, proef dit citaat van hun leermeester, transitie-professor Jan Rotmans: ‘De snelheid van de transitie stuit in de maatschappij op steeds meer weerstand. Veel mensen ervaren dit inderdaad niet als prettig. Aan de andere kant is het ook een goed teken, want op deze manier naderen we de kern van het probleem.’
De transitie moet nog sneller
Die kern is voor Rotmans – op zijn website staat trots dat hij naast professor ook oprichter is van Urgenda – dat slechte bedrijven als Shell en KLM nog steeds bestaan, en dat liefhebbers van vliegvakanties, barbecues, open haarden, en een auto voor de deur niet willen toegeven dat hun tijd voorbij is. Maar Rotmans is optimistisch dat een combinatie van almaar duurdere benzine, almaar duurdere vliegtickets en burgemeesters die open haarden en barbecues gewoon verbieden, een ‘transitie’ kunnen forceren.
Geen interesse om te bezien wat Nederland, gegeven onze sterkte (research in Wageningen, Delft, Eindhoven) en onze handicaps (klein land, niet veel ruimte voor bossen), het beste kan bijdragen aan het CO2-probleem. Nooit iets van een sterkte-zwakte analyse van Nederland bij Rotmans. Alleen maar: de transitie moet nog sneller, en hoe meer weerstand van autorijders en andere fossielen, des te beter.
In dezelfde trant opereert de tweede leermeester van het PBL, ‘stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman. In zijn Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) benoemde Erisman voor de helft bèta’s met kennis van scheikunde en energie, maar vulde dat aan met bestuurskundigen, filosofen, en een paar psychologen, om te helpen bij de re-educatie van iedereen met die foute, achterhaalde voorkeuren voor auto’s, vliegen en echt vlees van echte dieren.
In het begin was er ook één econoom in de WKR van Erisman, prof Machiel Mulder uit Groningen, maar die vertrok voortijdig al na één jaar toen duidelijk werd dat de filosofen en psychologen geen behoefte hadden aan een serieuze analyse van kosten en baten. De vacature heeft Erisman een half jaar later nog niet weten in te vullen, en dus is er niemand in zijn ‘wetenschappelijke’ orgaan die de economische wetenschap kan hanteren om te helpen met kosten-baten en met de consequenties van de ‘transitie’ voor de Nederlandse economie. Maar dat zal Rotmans en Erisman een zorg zijn, immers: hoe meer boze slachtoffers van hun transitie, des te beter.
Doe iets aan de extreme energieprijzen
Bij alle angst voor het doorrazen van de klimaattrein van Rotman en Erisman is er één lichtpunt. De Raad van State onderstreept dat de energieprijzen in Nederland niet ‘uit de pas’ mogen lopen met Duitsland en Frankrijk. De regering moet daar voor zorgen. Maar, zegt de Raad van State: ‘Concrete maatregelen om deze problematiek het hoofd te bieden, worden in de concept-Klimaatnota niet benoemd. De Afdeling adviseert om dergelijke maatregelen alsnog te formuleren.’ Wilders, Vermeer en Eerdmans zullen er zeker op blijven hameren.
De Raad van State trekt nog niet de conclusie dat de broodnodige correctie van onze energieprijzen het einde betekent van het ‘koplopen’, bij voorbeeld koplopen met elektrolysers (7 miljard!), want daar is dan gewoon geen geld meer voor. Ook jammer dat de Raad van State nog geen kritisch geluid laat horen over die dure waterstof-plannen. Groene waterstof is te duur; blauwe of grijze waterstof is niet effectief, en alle waterstof en ammoniak zijn gevaarlijk. Maar goed, laten we blij zijn dat de Raad van State nu op één cruciaal punt – de extreme energiekosten – de hakken in het zand heeft gezet.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!
1 reacties :
Rotmans is een corrupte hufter die zelf zijn huis niet van het aardgas afkrijgt. Hij zal dan ook wel biefstuk blijven vreten terwijl de rest straks genoegen moet nemen met een meelwormburger. Net als die pvda plofkip frenske.
Een reactie posten