Van een onzer correspondenten.

Velen vinden het al geen fraai gezicht als windmolens overeind staan en hun werk doen. Laat staan als ze verroest op een vuilnisbelt liggen. Er is voor het probleem van afgedankte windmolens nog geen oplossing. Hoe om te gaan met de rafelranden van de energietransitie, vraagt TNO-onderzoeker Rogier Nijssen zich af.

Fabrikanten van windmolens moeten een groot afvalprobleem voorkomen.


In 2030 is het vermogen om groene energie op te wekken bijna verdrievoudigd. Daarmee ligt de wereld op koers om dit streven, dat werd afgesproken tijdens de vorige klimaattop in Dubai, te bereiken, meldt het Internationaal Energieagentschap (IEA). De rest van het decennium zal de bouw van windturbines verder versnellen, meldt het IEA.

De keerzijde is dat windturbines naast hun bijdrage aan een schonere energie, ook een groeiende berg afval creëren. Zonder urgente heroverweging van de volledige levenscyclus van windturbines, met nadruk op duurzaamheid en recycling, dreigt de snelle groei van windenergie ons op te zadelen met een aanzienlijk afvalprobleem.

570 miljoen kilo afgeschreven turbinebladen in 2030.


Nu al gaat het alleen al in Europa om elk jaar 4 miljoen kilo afval van turbinebladen, aldus de onderzoeker. In 2030 wacht Europa 570 miljoen kilo aan afgeschreven turbinebladen. Andere delen van de wereld zullen met hetzelfde probleem worden geconfronteerd. Nu worden afgedankte wieken begraven of worden ze gedowncycled naar cement. Dat is niet langer houdbaar

Een verschuiving naar hoogwaardige recyclingprocessen, waarbij turbinebladen worden omgezet in nieuwe, innovatieve producten, biedt een oplossing. Beleidsmakers en fabrikanten van windturbines staan voor de opgave om hier iets aan te doen.

Oost.nl:

‘In Nederland worden afgeschreven wieken verbrand door afvalbedrijven of gerecycled tot laagwaardige materialen. ‘De wieken worden gemaakt van glasvezelcomposiet, een combinatie van glasvezel, koolstofvezel en hars’, legt duurzaamheidsdeskundige Thijs ten Brinck uit. ‘Dat hars verhardt en maakt recyclen heel lastig.’ Het materiaal, dat bijvoorbeeld ook in de luchtvaart wordt toegepast, begint daarom niet aan een tweede leven als glasvezelcomposiet, maar wordt hergebruikt in bijvoorbeeld beton.’

‘Levensduureigenaarschap’ als mogelijke oplossing.

Het begint met de kaders scheppen voor ‘ontwerpen voor het leven’: niet alleen windturbines produceren, maar ook nadenken over wat er met deze turbines gebeurt na hun levensduur. Deze aanpak biedt niet alleen milieuvoordelen, maar kan ook de reputatie van fabrikanten versterken en hen voorbereiden op strengere overheidsregelgeving.

Het concept van levensduureigenaarschap, waarbij zowel fabrikanten als klanten verantwoordelijkheid dragen voor het hele levensproces van het product, stimuleert transparantie en deelt verantwoordelijkheid. De overheid speelt eveneens een rol door het stimuleren van gerecycled materiaalgebruik en het stellen van voorwaarden bij aanbestedingen.

***

Bron.o.a. hier.

***