Dinsdagavond twee november 2004.
4-11-2024
Huidige censuur is afgang voor ons ooit zo tolerante land
DoorKamran Ullah
Dinsdagavond twee november 2004. Daar stond ik dan als Amsterdammer. Op de Dam bij een lawaaidemonstratie. Als iemand die mensen kende die van Van Gogh kenden, maar waarschijnlijk ook mensen kende die juist Mohammed Bouyeri kenden. Hij woonde hemelsbreed een paar honderd meter van de plek waar ik opgroeide. Het is vandaag precies twintig jaar geleden dat in mijn stad op klaarlichte dag, terwijl mensen op de tram stonden te wachten of rustig op de fiets onderweg waren naar hun werk, een provocatieve pracht-Amsterdammer werd afgeslacht. In de naam van Allah werd de spraakmakende cineast Theo van Gogh vermoord door zijn jihadistische stadsgenoot Mohammed Bouyeri.De terreur die we dan al ruim drie jaar kenden – begonnen met de aanslagen op 9/11 in New York, maar later ook in treinen in Madrid – had onze hoofdstad bereikt. Het leidde niet alleen tot angst – kon je nog wel alles zeggen – maar ook tot woede. Moesten monden in onze tolerante samenleving worden gesnoerd?Twee november 2004. Twintig jaar later herinner ik me de voorpagina van De Telegraaf. Van Gogh als een beest afgeslacht. Op het lichaam van het multitalent werd door Bouyeri een brief met een fileermes gestoken. Daarin stond een doodsbedreiging aan het adres van Ayaan Hirsi Ali. Op de computer van Bouyeri werden moordplannen voor Geert Wilders gevonden.De dreiging van jihadisten is tot op de dag van vandaag aanwezig. De maker van een docuserie over Van Gogh erkende tegenover De Telegraaf dat hij zichzelf heeft moeten censureren. „Er werd me aan alle kanten afgeraden vrij uit de Van Gogh-film Submission te citeren. We hebben onszelf moeten censureren voor onze eigen veiligheid. Ik vind dat een afgang dat ik dat heb moeten doen.” Het is geen afgang voor regisseur David de Jongh. Het is een afgang voor de samenleving als geheel, voor ons ooit zo tolerante land.Onze online columnist Bart Nijman schreef dat hij alle herdenkingen, die al even bezig zijn, en aandacht voor Van Gogh inmiddels beu is. Vooral ook omdat her en der zelf wordt ingevuld hoe Theo naar het Nederland van nu zou kijken.Wij doen dat niet. Wel staan ook wij dit weekend uitgebreid stil bij de moord twintig jaar geleden. In een video-special, te zien op onze site en apps, blikken verslaggevers terug op die tweede november. Silvan Schoonhoven bracht in kaart hoe het moordenaar Bouyeri is vergaan sinds zijn arrestatie. Hij maakte ook een verhaal over persoonsbeveiliging, iets wat Van Gogh altijd had geweigerd. En Wierd Duk schreef een verhaal over de ontwikkeling van het maatschappelijke debat.Dit laatste stemt somber. „Ik wil niet eindigen zoals hij”, zegt Lale Gül, één van de meest uitgesproken stemmen van dit moment.En ik hoop nooit meer deel te hoeven nemen aan een lawaaidemonstratie in mijn eigen stad.
TELEGRAAF
DoorKamran Ullah
Dinsdagavond twee november 2004. Daar stond ik dan als Amsterdammer. Op de Dam bij een lawaaidemonstratie. Als iemand die mensen kende die van Van Gogh kenden, maar waarschijnlijk ook mensen kende die juist Mohammed Bouyeri kenden. Hij woonde hemelsbreed een paar honderd meter van de plek waar ik opgroeide.
Het is vandaag precies twintig jaar geleden dat in mijn stad op klaarlichte dag, terwijl mensen op de tram stonden te wachten of rustig op de fiets onderweg waren naar hun werk, een provocatieve pracht-Amsterdammer werd afgeslacht. In de naam van Allah werd de spraakmakende cineast Theo van Gogh vermoord door zijn jihadistische stadsgenoot Mohammed Bouyeri.
De terreur die we dan al ruim drie jaar kenden – begonnen met de aanslagen op 9/11 in New York, maar later ook in treinen in Madrid – had onze hoofdstad bereikt. Het leidde niet alleen tot angst – kon je nog wel alles zeggen – maar ook tot woede. Moesten monden in onze tolerante samenleving worden gesnoerd?
Twee november 2004. Twintig jaar later herinner ik me de voorpagina van De Telegraaf. Van Gogh als een beest afgeslacht. Op het lichaam van het multitalent werd door Bouyeri een brief met een fileermes gestoken. Daarin stond een doodsbedreiging aan het adres van Ayaan Hirsi Ali. Op de computer van Bouyeri werden moordplannen voor Geert Wilders gevonden.
De dreiging van jihadisten is tot op de dag van vandaag aanwezig. De maker van een docuserie over Van Gogh erkende tegenover De Telegraaf dat hij zichzelf heeft moeten censureren. „Er werd me aan alle kanten afgeraden vrij uit de Van Gogh-film Submission te citeren. We hebben onszelf moeten censureren voor onze eigen veiligheid. Ik vind dat een afgang dat ik dat heb moeten doen.” Het is geen afgang voor regisseur David de Jongh. Het is een afgang voor de samenleving als geheel, voor ons ooit zo tolerante land.
Onze online columnist Bart Nijman schreef dat hij alle herdenkingen, die al even bezig zijn, en aandacht voor Van Gogh inmiddels beu is. Vooral ook omdat her en der zelf wordt ingevuld hoe Theo naar het Nederland van nu zou kijken.
Wij doen dat niet. Wel staan ook wij dit weekend uitgebreid stil bij de moord twintig jaar geleden. In een video-special, te zien op onze site en apps, blikken verslaggevers terug op die tweede november. Silvan Schoonhoven bracht in kaart hoe het moordenaar Bouyeri is vergaan sinds zijn arrestatie. Hij maakte ook een verhaal over persoonsbeveiliging, iets wat Van Gogh altijd had geweigerd. En Wierd Duk schreef een verhaal over de ontwikkeling van het maatschappelijke debat.
Dit laatste stemt somber. „Ik wil niet eindigen zoals hij”, zegt Lale Gül, één van de meest uitgesproken stemmen van dit moment.
En ik hoop nooit meer deel te hoeven nemen aan een lawaaidemonstratie in mijn eigen stad.
TELEGRAAF
0 reacties :
Een reactie posten