De Jobs-tijdingen stapelen zich op.
Deïndustrialisatie in Duitsland gaat door
De maatregelen om de Duitse industrie te redden zullen onsuccesvol blijven zolang de energietransitie om het wereldklimaat te redden de politiek bepaalt.
Door Prof. Dr. Ing. Hans-Günter Appel (Perswoordvoerder NAEB eV Elektriciteit Consumentenbescherming)
De Jobs-tijdingen stapelen zich op. Bijna alle bedrijven in de automobiel- en chemische industrie en vele andere sectoren melden omzetverliezen en winstdalingen. Ze willen locaties sluiten en tienduizenden werknemers ontslaan omdat de productie in Duitsland niet langer concurrerend is.
De belangrijkste reden is dat de energiekosten door de energietransitie te hoog zijn. Bovendien wordt de energievoorziening steeds onzekerder. Geen enkel industrieel land kan op betrouwbare wijze de dure willekeurige energie uit wind- en zonne-energiesystemen leveren. Met de geplande sluiting van de bruinkoolcentrales wordt het gebruik van de laatste binnenlandse energiebron stopgezet. Duitsland zal dan de veilige energie volledig moeten importeren, waardoor chantage gemakkelijk wordt. De industrie heeft behoefte aan goedkope elektriciteit die 24 uur per dag betrouwbaar beschikbaar is. Daarom verplaatsen bedrijven die nog over voldoende kapitaal beschikken hun productie naar landen met een goedkope en zekere energievoorziening.
Energie vermenigvuldigt onze prestaties
Energie is de sleutel tot welvaart. De mens is een zwak wezen. Het vermogen bedraagt 100 watt. Eén kilowatt vervangt de stroom van 10 personen. Gemiddeld is deze dienst voor elke inwoner van Duitsland 24 uur per dag als elektriciteit beschikbaar. Dit betekent dat ieder van ons 10 werkende slaven heeft bij het gebruik van elektriciteit. In de VS zijn dat er ruim twintig. China heeft nu het Europese niveau bereikt. Daarnaast is er de energie uit brandstoffen en brandbare stoffen.
We kunnen onze welvaart alleen behouden en vergroten door meer energie, die apparaten en machines aandrijft en werknemers vervangt. Deze energie moet betaalbaar en te allen tijde beschikbaar zijn. Alleen zo kunnen we de sociale lasten, pensioen- en zorgkosten dragen. Voor een concurrerende productie heeft de industrie ook behoefte aan goedkopere energie die machines aandrijft met betere prestaties en toenemende automatisering.
Hoge energiekosten en fluctuerende beschikbaarheid zijn vergif voor onze welvaart. De energietransitie laat dit steeds duidelijker zien. De industrie migreert al meer dan 15 jaar uit Duitsland. Dit wordt duidelijk als je kijkt naar het herinvesteringspercentage. Dit zijn de investeringen gedeeld door de afschrijving als percentage. Het percentage ligt al jaren op 90 procent. Dit betekent dat 10 procent van de systemen niet is vernieuwd. Daarom werd er in het buitenland geïnvesteerd. Met het stoplichtbeleid is het tarief gedaald tot bijna nul. De industrie durft niet meer in Duitsland te investeren.
Subsidies redden de sector niet
Minister van Economische Zaken Habeck wil de investeringen weer stimuleren met subsidies. De frietfabrieken in Dresden en Maagdenburg zijn hiervan een voorbeeld. Voor de bouw van de fabrieken werden vele miljarden euro’s aan subsidies beschikbaar gesteld. Maar ondanks de hoge overheidssubsidies konden de bedrijven die bereid waren te investeren waarschijnlijk geen voldoende rendement berekenen op de hoge en onzekere energiekosten in Duitsland. Ze hebben hun vestigingsplannen ingetrokken.
Investeringen in productiebedrijven dienen doorgaans met particulier kapitaal te worden gefinancierd. Dit betekent dat de beleggers ook het risico van verliezen op zich nemen. Ministers die de industrie met subsidies willen ondersteunen en in stand houden, lopen daarentegen niet het risico de verkeerde beslissingen te nemen. Zij zullen niet ter verantwoording worden geroepen.
Klimaatprojecten zonder monitoring van succes
Dit is het geval met veel door belastingen gefinancierde energietransitie- en mondiale klimaatbesparingsprojecten. Geld stroomt op verzoek van de projectsponsors. In veel gevallen is er geen controle over het gebruik en het succes van het project. De Federale Rekenkamer heeft dit meerdere malen verklaard en bekritiseerd. Er wordt belastinggeld verspild. De verantwoordelijke ministers zullen echter niet worden vervolgd.
De vernietiging van energie om het klimaat te redden gaat door
De vorige minister van Financiën Lindner presenteerde de situatie in Duitsland vrij bot in een position paper. Daarna zullen veel wetten overbodig zijn. Ze binden specialisten in bedrijven vast voor twijfelachtige documentatie, breiden staatsadministraties uit en beperken de vrijheid van besluitvorming steeds meer.
Volgens Lindner geldt dit ook voor het energie- en klimaatbeleid. Maar hij wil nog steeds de energietransitie in stand houden om het wereldklimaat te redden, zij het met enkele compromissen. Bovenal wil hij de CO2 -uitstoot door de verbranding van steenkool, olie en aardgas terugdringen zonder het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken. De CO2 moet worden gescheiden van het uitlaatgas en voor lange termijn ondergronds worden opgeslagen (CCS: Carbon Capture and Storage). Het proces gebruikt bijna de helft van de elektriciteit die door de energiecentrale wordt opgewekt. Het is een voorbeeld van energievernietiging in plaats van energieverbruik.
Energievernietiging vinden we terug in veel energietransitieprojecten. Het is het grootst voor groene waterstof als energiebron. Als waterstof wordt geproduceerd met windenergie, wordt opgeslagen en indien nodig weer wordt omgezet in elektriciteit in gascentrales, gaat 80% van de gebruikte windenergie verloren. De vergoedingskosten van een kleine 10 cent/kWh voor windenergie lopen op tot 50 cent voor de elektriciteit die na opslag weer wordt opgewekt. Ook elektriciteit moet vernietigd worden als er te veel wordt opgewekt. Anders raakt het netwerk overbelast.
Als de zon schijnt en er harde wind staat, genereren de vele wind- en zonne-energiesystemen al overtollige elektriciteit, die volgens de EEG aanvankelijk tegen een hoge prijs wordt betaald en vervolgens tegen kostprijs wordt afgevoerd (negatieve beurskoersen). Eind oktober van dit jaar was dit 498 uur lang gebeurd. Met elk extra wind- en zonne-energiesysteem moet er meer elektriciteit worden vernietigd. Het opslaan van elektriciteit brengt grote verliezen met zich mee. Er is niet voldoende elektriciteitsopslag bekend.
Geen ommekeer in het energiebeleid
De heer Lindner en de CDU met de heer Merz aan het roer willen het klimaat blijven redden met de energietransitie. Een ommekeer in het energiebeleid is dan ook niet in zicht als de heer Merz de regie overneemt. De enige partij in de Bondsdag die een einde wil maken aan de energietransitie is de AfD. Ook de nieuwe oprichters WertUnion en BSW neigen op het gebied van de energievoorziening richting de gevestigde partijen. In het huidige politieke landschap zal er daarom sprake zijn van een voortzetting van de energietransitie, die de deïndustrialisatie verder zal aandrijven en de welvaart zal vernietigen.
We hebben opnieuw een realistisch energiebeleid nodig dat gebaseerd is op goedkope en direct beschikbare energiebronnen. Dit kunnen alleen binnenlandse energiebronnen zijn. Bruinkool zal nog vele decennia bestaan. Het moet gebruikt blijven worden om elektriciteit op te wekken.
In plaats van bruinkoolcentrales te sluiten, moeten ze worden uitgebreid. We moeten ook fracking gebruiken om de olie- en gasvoorraden in het leisteengesteente in Duitsland te exploiteren. Dan hoeven we alleen maar steenkool te importeren, die over de hele wereld in overvloed beschikbaar is. Dit is de enige manier waarop we terug kunnen komen naar een betaalbare en veilige energievoorziening die de deïndustrialisatie een halt toeroept en Duitsland weer concurrerend maakt.
***
Bron hier.
***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten