Ido Dijkstra 2-10-2024
VWS en RIVM hielden gevaren AstraZeneca
verborgen voor publiek
Tien maanden lang, van januari tot oktober 2021, zijn Nederlanders geprikt met het omstreden Astrazeneca (AZ)-vaccin.
Nog voordat de eerste prik
gezet was, wisten het ministerie van VWS en het RIVM al dat het vaccin de
transmissie van het coronavirus bij ouderen niet of nauwelijks zou
stoppen.
Toen twee maanden later ook
duidelijk werd dat AZ voor ernstige bijwerkingen kan zorgen, verkozen de
overheidsinstituten het belang van de vaccinatiebereidheid boven de
volksgezondheid, zo blijkt uit een analyse van de Wet open
overheid-documenten van onderzoeker Cees van den Bos.
Op 31 oktober 2021 laat GGD Ghor Nederland weten definitief te stoppen met
AZ, maar al een klein jaar daarvoor, op 22 december 2020 zijn de eerste
twijfels over het vaccin gerezen.
Onderzoek
gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet toont aan dat het
AZ-vaccin weinig doet om de transmissie van het coronavirus te voorkomen
bij ouderen.
Het
ministerie van VWS en RIVM zijn op de hoogte, maar een team van
gedragsdeskundigen en communicatie-experts stelt dat de Gezondheidsraad –
op papier een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan met de wettelijke
taak regering en parlement te adviseren over gezondheidsvraagstukken – daar
“niets over mag schrijven. Dat is nu nog niet rond”.
In plaats
daarvan moet het maar de “loftrompet steken over B/P”, oftewel
Biontech/Pfizer.
Op 29 januari 2021 verschijnt een rapport van het RIVM waaruit blijkt dat
er inconsistentie is vastgesteld in de samenstelling van de AZ-batches.
Het RIVM
rapporteert dit bij het European Medicine Agency (EMA).
De
farmaceut is in de meeste gevallen niet aansprakelijk voor de schade na
vaccinatie, maar wel als het slordigheden in het productieproces betreft.
Een paar
dagen later, op 2 februari, circuleert een e-mail binnen het RIVM, waaruit
blijkt dat het EMA wil dat mensen vijftien minuten geobserveerd worden
nadat ze met AZ zijn geïnjecteerd.
Alom bekend
is dan al de bijwerking anafylaxie, een acute allergische reactie met zware
benauwdheid tot gevolg.
Vijf dagen daarna stopt Zuid-Afrika met de toediening van AZ.
De
injecties blijken weinig tot geen bescherming te bieden tegen de
coronavariant die daar dominant aanwezig is, ondanks een recente levering
van een miljoen doses. Het RIVM maakt zich zorgen om dit nieuws, omdat ook
hier in Nederland de Zuid-Afrikaanse variant aanwezig is.
“Ook bij
iets mindere bescherming is doorgaan met vaccineren van het grootste
belang”, wordt desondanks geconcludeerd.
Op 19 februari gaat een e-mail rond binnen het RIVM, met als onderwerp
‘alarmerend bericht bijwerkingen Astrazeneca’.
Bij diverse
huisartsenpraktijken zijn veel ziekmeldingen binnengekomen na de
AZ-vaccinatie van personeelsleden.
In plaats
van direct stoppen met AZ, wordt een strategie uitgedokterd: “Niet
personeel op één dag te vaccineren.
Advies zou
moeten zijn: verdeel vaccinatie van personeel over minimaal twee dagen ivm
ziekmeldingen de dag na vaccinatie”, zo staat in een interne mail.
Zo kan de
behandeling van patiënten wel doorgang blijven hebben.
Het RIVM worstelt met de vraag of er een waarschuwing moet worden
afgegeven.
Een
medewerker vraagt opheldering van de zogenaamde intern aanwezige
‘bijwerkingen goeroe’.
“Zijn er
meer signalen binnengekomen of is dit conform de verwachting?”, vraagt deze
persoon.
De ‘goeroe’
antwoordt: “Het is zo moeilijk te duiden, maar belangrijk is dat er geen
onrust ontstaat en evt bijzonderheden beoordeeld worden door Lareb”.
Het imago van AZ is dan al in een vrije val geraakt.
Medio
februari is de vaccinatiebereidheid voor AZ sterk afgenomen, zo wordt ook
geconstateerd in Bilthoven waar RIVM zetelt.
Daarom is
er op 20 februari 2021 ‘een brainstorm’ gepland met de gedragsunit en het
vaccinatieprogramma.
“De
weigering van het AZ-vaccin en/of de impact die het krijgen van dit vaccin
heeft op de vaccinatiebereidheid zou weleens een issue kunnen worden.”
Op 22 februari worden “de concrete vervolgstappen” uit de bijeenkomst
besproken.
“We zoeken
naar mogelijkheden om de reputatie van AZ te verbeteren en daarmee het
effect ervan op de vaccinatiebereidheid zo klein mogelijk te houden.”
In de
communicatie wil RIVM het geschonden blazoen van het vaccin oppoetsen onder
andere via “media-aandacht (via ambassadeurs/stakeholders)? Artikel RTL
Nieuw/AD?”
Ook wordt
geconstateerd dat veel mensen hun eigen huisarts en artsen op tv heel
belangrijk vinden, dus moeten die ook aangeschreven worden en wel “zo snel
mogelijk.
Het
vaccineren met AZ zal de komende maanden steeds belangrijker worden.
Hoe eerder
we de beeldvorming rondom AZ ‘kenteren’ hoe beter”, schrijft een
RIVM-medewerker.
Een dag later
ligt er al een brief met flyer. Een opmerking over bijwerkingen sneuvelt
uit de brief.
Op 11 maart besluiten meerdere landen de AZ-vaccinaties te stoppen.
Olaf
Dekkers van het College ter Beoordeling van de Geneesmiddelen (CBG) vertelt
diezelfde avond bij Nieuwsuur dat “alleen in het meest extreme geval” een
vaccin van de markt wordt gehaald.
Nederland
gaat wel door met AZ, meldt hij. Opmerkelijk, want vijf uur eerder heeft
het ministerie van VWS het besluit genomen AZ te pauzeren.
Een acute
stop wordt het niet, blijkt uit een memo van het ministerie van VWS.
“PGB-groep wordt nog astra zeneca geprikt. Maar als het op is, dan is
het op.”
En na een
pauze van slechts vier dagen, adviseert het CBG op 18 maart alweer het
prikken met AZ te hervatten.
“Klachten
na vaccinatie zijn ontstaan, maar vooralsnog is er geen oorzakelijk verband
aangetoond tussen het vaccin en deze meldingen.” Binnen het ministerie van
VWS wordt verheugd gereageerd. “Wat goed dat vaccineren met Astrazeneca
weer herstart kan worden.”
Het imagoprobleem blijft echter bestaan. Gedragsdeskundigen verzinnen een
one pager, een korte memo die antwoord moet bieden op deze vraag met de
naam Voor en door vaccinatie.
“Het lijkt
een communicatietruc om te anticiperen op berichten over mogelijke bijwerkingen”,
stelt data-analist Van den Bos.
VWS meldt op 1 april 2021 op de hoogte te zijn gebracht door Lareb over “2
meldingen van trombose icm verlaagde bloedplaatjes na vaccinatie, waarvan 1
overleden”.
Een dag
later weet VWS van Lareb dat er “5 meldingen over tromboseklachten in
combinatie met lage bloedplaatjes, causaliteit niet aangetoond. (….) Dit
gaat wel wat betekenen voor de communicatie over AZ.”
De Gezondheidsraad (GR) besluit na een spoedoverleg met een advies te
komen, AZ alleen nog bij mensen boven de 60 jaar toe te dienen.
Dit is
opmerkelijk, omdat dus uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat dit
vaccin nauwelijks werkzaam is voor die leeftijdscategorie.
Een ander dilemma voor de Gezondheidsraad is de groep die reeds een eerste
prik met Astrazeneca heeft ontvangen, maar de tweede nog moet krijgen.
Kunnen de
vaccins gemixt worden met mRNA-injecties van bijvoorbeeld Pfizer?
Het is
onbekend of de bijwerkingen van de tweede prik minder zullen zijn dan bij
de eerste. Uit de verslagen blijkt dat de nodige kennis in de
Gezondheidsraad ontbreekt.
Uit een
vergaderverslag van gedragsexperts van 9 april 2021 blijkt dat het zelfs
voor de EMA onduidelijk is wat de leeftijd-afhankelijke risico’s van
Astrazeneca zijn.
Dit maakt
het advies van de Gezondheidsraad om Astrazeneca te geven aan mensen boven
de 60 jaar, nog opmerkelijker.
Hoe heeft het allemaal zo ver kunnen komen? Uit de documenten blijkt dat
vier Nederlandse ministers op 7 juli 2020 een contract met AZ tekenden, al
is de fabrikant nooit de meest gewenste leverancier geweest in
internationaal verband.
AZ bood
zijn vaccins echter wel tot een factor zeven goedkoper aan dan Pfizer en
zelfs een factor tien goedkoper dan Moderna.
Op 20
oktober 2021 maakt de GGD definitief bekend te stoppen met het prikken met
AZ.
“De flacons
Astrazeneca die nu nog in omloop zijn, zijn na 31 oktober 2021 niet meer
houdbaar”, meldt die.
Daarom
wordt definitief overgestapt op Biontech/Pfizer.
De volledige analyse met screenshots is te vinden op bomenenbos.substack.com
Dit artikel verscheen in editie 49 - 2023 van De Andere
Krant| Auteur: Ido Dijkstra
|
0 reacties :
Een reactie posten