Deze zinssnede uit de troonrede van 2024 is een kristalheldere vingerwijzing dat de energietransitie een faliekante mislukking is.
12-10-2024
Het dolgedraaide klimaatsprookje
Door Tjeu Lemmens.
Thuis moeten mensen zich wapenen tegen een tijdelijke uitval van bijvoorbeeld stroom’, zo waarschuwde de koning, gezeten op zijn troon. Deze zinssnede uit de troonrede van 2024 is een kristalheldere vingerwijzing dat de energietransitie een faliekante mislukking is. Regelmatige stroomuitval vindt plaats in ontwikkelingslanden, maar hoort niet thuis in een westers land waarvan bewindvoerders benadrukken dat het rijk en welvarend is.
Het afglijden richting ontwikkelingsland is veroorzaakt door politici die klimaatdoelen hebben geformuleerd en verankerd in beleid en wetten, zonder zich te bekommeren om de haalbaarheid ervan. Ook hebben zij verzaakt te onderzoeken wat de (economische) gevolgen zijn voor burgers en bedrijven die voortvloeien uit de verplichting dat Nederland 55% minder broeikasgassen (lees CO2) mag uitstoten in 2030, vergeleken met 1990. In 2050 moet netto nul zijn bereikt.
En dat terwijl menselijke CO2-uitstoot niet noemenswaardig bijdraagt aan klimaatverandering. Onderzoek van astrofysici – zij zijn gespecialiseerd in natuurkundige processen in het heelal – toont onomstotelijk aan dat de zon immens veel meer invloed heeft op de temperatuur op aarde dan CO2 en andere zogenaamde broeikasgassen.
Wetenschap is geen democratisch proces Om de CO2-uitstoot in rap tempo te verminderen heeft de overheid een rigoureus energietransitie-beleid opgesteld, met zonne- en windenergie in de hoofdrol. Voor elektriciteitsopwekking wordt het land volgepropt met zonnepanelen en land en zee beplant met Eiffeltorenhoge windmolens.
Daarbij wordt gemakshalve vergeten dat voor hun bouw en onderhoud CO2-uitstotende energie onontbeerlijk is, en dat zij na een twintigtal jaren – de levensduur is sterk afhankelijk van verwering door zon, wind en regen – slooprijp zijn. Ondertussen frustreert de overheid burgers door regelmatig maatregelen te herzien. Veel mensen die een hybride warmtepomp aanschaften, voelen zich bedrogen.
Deze pompen zijn duur en de verplichting om vanaf 2026 bij vervanging van de CV-ketel een warmtepomp te installeren is vervallen, resulterend in een scherpe vraagterugval. De buitenunit maakt een hels kabaal, wat ruzie oplevert met buren. Voldoet woningisolatie niet aan strikte eisen, dan kan de energierekening torenhoog uitvallen.
Subsidies op elektrische voertuigen worden afgebouwd en levering aan het stroomnet van elektriciteit opgewekt met eigen zonnepanelen kost geld bij veel zon en wind. De stroomuitval waarop in de troonrede werd gedoeld, is een gevolg van een jojo-effect van seizoensgebonden overvloed en schaarste van zonne- en windenergie. Bovendien zaait het jojobeleid van de overheid bij velen twijfel over de urgentie van de energietransitie.
Om weifelaars te overtuigen, worden twee psychologische instrumenten ingezet: (1) zich beroepen op de autoriteit van ‘de wetenschap’ en (2) het opwekken van angst voor ‘een ecologische en humanitaire ramp van ongekende omvang’. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam gespecialiseerd in psychologie, adviseren in een studie uitgevoerd in samenwerking met buitenlandse universiteiten de kracht van herhaling te benutten om weifelaars tot het gewenste gedrag aan te sporen.
Recent is de studie gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Human Behaviour. Hun aanbeveling is om op het drammerige af naar het grote publiek te communiceren dat
‘tegenwoordig 97% tot 99,9% van de klimaatwetenschappers het erover eens is dat klimaatverandering plaatsvindt en dat menselijke activiteit daarvan de belangrijkste oorzaak is’.
Hier wordt wetenschap in dienst gesteld van pure propaganda. Voorts behoren wetenschappelijke inzichten niet tot het domein van de democratie – ‘de meeste stemmen’ gelden hier niet. Als een grote meerderheid van wetenschappers het ergens over eens is, is het geen vanzelfsprekendheid dat het dan waar is, vooral niet wanneer wetenschappers die tot andere bevindingen komen, worden genegeerd of zelfs gecensureerd.
Medio september van dit jaar werd Centraal-Europa geteisterd door noodweer. Heftige regenval zorgde voor overstromingen in heel Tsjechië en delen van buurlanden. Politici en klimaatwetenschappers buitelden over elkaar heen om hiermee angst aan te wakkeren voor de ondergang van mensheid en planeet als gevolg van door de mens veroorzaakte klimaatverandering.
Bedrijven in de tang
Bedrijven worden vanuit twee kanten klemgezet: door een overheid die fanatisch de door haarzelf bepaalde klimaatdoelen wil realiseren en door actiegroepen die klimaatrechtszaken tegen bedrijven aanspannen.
Om grote industriële bedrijven te dwingen hun CO2-uitstoot te verminderen tot netto nul in 2050, heeft de EU in 2005 de CO2-emissiehandel ingevoerd. Voor Nederland betekent dit dat grote bedrijven, die samen de helft van de CO2 uitstoten, verplicht zijn om emissierechten (één emissierecht is een tegoedbon voor één ton CO2-uitstoot) te kopen.
De onderliggende gedachte is, dat de uitgaven nodig voor het kopen van die rechten, bedrijven stimuleren hun productiemethoden te hervormen teneinde de uitstoot te verminderen, waardoor zij besparen op de aanschaf van tegoedbonnen. Verhuizen naar landen waar men geen moeite heeft met CO2-uitstoot, is echter aanlokkelijk.
In een poging om de EU te behoeden voor uitstroom, krijgen bedrijven een deel van de emissierechten gratis. Zij mogen deze rechten kopen en verkopen. Dat is handel, maar dan wel je reinste luchthandel. Het aantal uitgegeven rechten daalt jaarlijks, met prijsopdrijving tot gevolg. In 2017 kostte één emissierecht € 5, nu, in het tweede kwartaal van 2024, € 70. De wereldwijde markt voor CO2-handel had in 2023 een totale waarde van € 881 miljard, waarvan het EU-deel € 765 miljard (87%) bedroeg.
Hierdoor betalen consumenten steeds meer voor producten en dreigen bedrijven – ondanks de aalmoes van gratis emissierechten – failliet te gaan, of noodgedwongen hun productie naar andere continenten te verplaatsen. In beide gevallen leidt dit tot de-industrialisatie.
Dat de EU in angstwekkend tempo aan het de-industrialiseren is, constateert Mario Draghi in niet mis te verstane bewoording in zijn op 9 september van dit jaar gepresenteerde, vuistdikke rapport: The Future of European Competitiveness (De toekomst van het Europese concurrentievermogen).
De economie van de EU staat er beroerd voor, aldus de voormalige ECB-voorzitter:
“De EU faalt in het omzetten van haar sterke onderwijs- en gezondheidsstelsels en robuuste verzorgingsstaten naar productieve en concurrerende industrieën.” Hij noemt als oorzaak dat “bedrijven die willen uitbreiden en nieuwe technologieën willen ontwikkelen in elk stadium hiervan gehinderd worden door inconsistente en beperkende regelgeving”.
De remedie is, zo bepleit hij, dat lidstaten, meer nog dan nu al het geval is, hun soevereiniteit overdragen aan de EU. Ook roept hij de EU op om € 750 à 800 miljard per jaar te investeren om te voorkomen dat de EU-industrie verder achteropraakt bij de VS en China. € 750-800 miljard komt overeen met het bedrag dat omgaat in de EUemissiehandel, het is daarmee een verkwistende vorm van rondpompen van geld.
Ook voorspelt Draghi dat de energieprijzen in de EU nog minstens vijf jaar zeer hoog zullen blijven.
Roetsjbaan naar de totale armoede
Voorts worden bedrijven klemgezet door actiegroepen die de rechter vragen bedrijven te dwingen hun CO2-uitstoot in rap tempo te verminderen. Milieudefensie klaagt ING aan wegens tekortschietend klimaatbeleid en roept het Nederlandse volk op om mede-eiser te worden:
“Waar jij aan gewerkt hebt staat op het spel, omdat klimaatverandering dreigt te ontsporen. Overstromingen, droogtes en hittegolven veroorzaken honger, chaos en gevaarlijke situaties voor mensen.”
De eis is, dat de bank de totale uitstoot halveert en stopt met financiering van bedrijven waarvan de CO2-uitstoot Milieudefensie niet zint. ING is gezwicht voor de pressie van deze actiegroep. Onlangs kondigde de bank aan haar financieringsbeleid te zullen aanpassen. Eerder al, in april 2019, daagden zeven organisaties – waaronder Milieudefensie – Shell voor de rechter, met als inzet verlaging van CO2-uitstoot. De Nederlandse rechtbank oordeelde dat Shell zijn uitstoot in 2030 met 45% moet hebben verminderd ten opzichte van 2019 en zich moet inspannen om hetzelfde percentage bij alle klanten te bewerkstelligen. Shell is in hoger beroep gegaan. Een cruciale vraag is, of het Klimaatakkoord van Parijs ook geldt voor bedrijven.
De uitspraak wordt dit najaar verwacht. Een veroordeling van Shell door het Nederlandse Hooggerechtshof opent een roetsjbaan waarlangs Nederland geleidelijk maar trefzeker afglijdt naar de totale armoede.
In Frankrijk maakt men het nog bonter. Daar is het klimaatsprookje volledig dolgedraaid. Burgers hebben aangifte gedaan tegen de top van het Franse bedrijf TotalEnergies; die zouden schuldig zijn aan doodslag.
De aanklagers stellen dat hun oliewinning verantwoordelijk is voor de dood van hun naasten. Zij zijn omgekomen tijdens orkanen, overstromingen en andere weersextremen. Op doodslag staat in Frankrijk een maximum celstraf van vijf jaar. Activisten en milieuorganisaties, bijgestaan door gespecialiseerde advocaten, formuleren steeds radicalere aanklachten tegen bedrijven die aardgas, aardolie en steenkool exploiteren of financieren, en aanklagers krijgen steeds vaker gelijk van de rechter. Het valt te verwachten dat in navolging van Frankrijk, actiegroepen in Nederland bestuurders ook zullen gaan aanklagen voor dood door schuld.
***
Bron Gezond Verstand hier.
***
1 reacties :
De koning hoeft zich dan weer NIET druk te maken over stroomuitval want op de door het volk betaalde paleizen staan ongetwijfeld 1 of meer diesel gestookte aggregaten om de koning en zijn uitgebreid gevolg van stroom te voorzien bij uitval. Beetje heel erg hypocriet.
Een reactie posten