Tot nu toe was de hypothese dat olie en gas het product zijn van organisch fossiel materiaal.
4-9-2024
Nieuw onderzoek zet vraagtekens bij de fossiele oorsprong van olie en gas
Tot nu toe was de hypothese dat olie en gas het product zijn van organisch fossiel materiaal. Een nieuw gepubliceerd onderzoek trekt dit echter in twijfel. In laboratoriumexperimenten ontdekten de wetenschappers dat deze koolwaterstoffen zich onder hoge druk in de aardmantel kunnen vormen.
Een recent gepubliceerde studie getiteld “Genesis of Deep Abiogenic Hydrocarbon Systems” betwist de wijdverspreide veronderstelling dat olie en aardgas uitsluitend afkomstig zijn van fossiele bronnen. Wetenschappers onder leiding van Vladimir G. Kutcherov van het Zweedse KTH Royal Institute of Technology presenteren bewijs ten gunste van een alternatieve theorie voor de vorming van koolwaterstoffen diep in het binnenste van de aarde. Deze theorie wordt ook ondersteund door andere wetenschappers (zie hier), schrijft Heinz Steiner.
De onderzoekers konden met laboratoriumexperimenten aantonen dat koolwaterstoffen zich kunnen vormen onder hoge druk en extreme temperaturen, zoals die voorkomen in de aardkorst en de bovenste mantel. Bij drukken tussen 3 en 22 gigapascal en temperaturen tot 3000 graden Celsius werden aanvankelijk gasvormige koolwaterstoffen met maximaal 6 koolstofatomen gevormd. Er werden ook langere koolstofketens gevormd, die kenmerkend zijn voor ruwe olie.
Deze resultaten ondersteunen de zogenaamde abiogene theorie van koolwaterstofproductie. Deze theorie stelt dat de meeste olie- en gasvoorraden niet zijn ontstaan uit organisch materiaal, maar door geologische processen diep in de aarde.
Een belangrijk element van deze theorie zijn de zogenaamde diepe vloeistoffen – complexe vloeistofmengsels die volgens de onderzoekers fungeren als een natuurlijk katalytisch systeem. Ze bevatten onder andere methaan, waterstof, kooldioxide en elementaire zwavel. Dit laatste speelt een belangrijke rol bij de polymerisatie van koolwaterstoffen tot langere ketens.
Metalen zoals vanadium zijn ook betrokken bij de processen en maken de vorming van dikkere ruwe olie met langere koolstofketens mogelijk. Volgens de wetenschappers verklaart de variabiliteit in de samenstelling van de diepe vloeistoffen de verschillende eigenschappen van de afzettingen van ruwe olie en aardgas.
Het onderzoek biedt een mogelijke verklaring voor verschijnselen die moeilijk te verenigen zijn met de klassieke theorie over fossiele brandstoffen. Voorbeelden hiervan zijn de methaanmeren op Saturnus’ maan Titan en berichten over olievelden die zichzelf lijken aan te vullen nadat men dacht dat ze waren uitgeput.
De onderzoekers benadrukken dat hun bevindingen verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor ons begrip van de wereldwijde voorraden van koolwaterstoffen. Als de theorie wordt bevestigd, zouden de olie- en gasreserves aanzienlijk groter kunnen zijn dan eerder werd aangenomen.
1 reacties :
De Russen hebben deze uitspraken al eerder gedaan toen zij inderdaad opnieuw olie vonden in leeg gewaande velden.
Uiteraard kan het zo zijn dat een nabij gelegen veld half is leeggelopen in de ontstane luchtbel. Anderzijds...
De kern van de aarde waar de temperatuur en de druk van de zwaartekracht hoog is vormt een ideale bakoven voor materie processen waarin nieuwe brandbare stoffen een restprodukt vormen.
Moedernatuur is soms moeilijk te doorgronden.
Een reactie posten