En dat alles danken wij aan onze bewindslieden. Imbeciele windbuilen, die straks, moge het ooit zover komen, de zwaarste straf verdienen.
NIETS IS MEER ZOALS VROEGER…
De jaren ´50
(Door: “Driek”)
Zojuist lees ik een artikel over de allang vergeten schrijver Menno Ter Braak (1902 – 1940) die zichzelf, toen de Duitsers in mei 1940 ons land bezetten, van het leven beroofde. Dat kon de man geestelijk niet verwerken, dat zo’n verderfelijke ideologie als het nationaalsocialisme, zijn geliefd vaderland zomaar overmeesterde.
Dat zijn eigen vertrouwde Nederland bezet werd door tirannieke meesters die er de lakens gingen uitdelen. Doch het is werkelijk gebeurd. Wij hebben vijf jaar geleefd onder de vernedering van het knechtschap. Ons koningshuis en onze regering vertrokken naar veiliger oorden. Met medeneming van de Koninklijke voorraden. Wij bleven achter met angst in onze harten.
Ik kan mij nu heel goed voorstellen dat iemand zichzelf van het leven berooft, omdat zijn leefwereld volkomen ineenstort. Want, denk ik, stel dat Nederland een kalifaat wordt – en dat zit er natuurlijk dik in – is het dan nog de moeite waard om door te ploeteren met al die Mohammedanen om je heen, die je gebieden de moskee te bezoeken, de koran te lezen en vijf keer per dag te bidden richting Mekka? Neen, beste lezer, daar is geen lol meer aan. Dat hoeft van mij niet. Dag in dag uit die hoofddoeken om me heen, die gore ongeschoren mannen in djellaba, dat geschreeuw van muezzins vanaf minaretten, dat is toch geen aangenaam leven meer?
Wij hadden tot de komst der islam een vrij onbezorgd leven, een klein en vertrouwd levensgebied van weinig uren gaans. Dat onbezorgde leven is nu aan het verstommen. Wij zitten straks allemaal huiverend binnen achter gebarricadeerde deuren. Flarden van noodkreten onzer medeburgers worden dan tot ons overgewaaid. Spot en hoon zal over ons heengaan.
Menno Ter Braak was naar het schijnt al jaren vastbesloten om in geval van een Duitse bezetting van Nederland uit het leven te stappen. Na het binnenvallen van het Duitse leger op 10 mei 1940 deed hij nog een poging om via Scheveningen naar Engeland te vluchten. Op de avond van de veertiende mei 1940, toen het Nederlandse leger had gecapituleerd, pleegde Ter Braak in de woning van zijn broer J.W.G. (Wim) ter Braak, zenuwarts te Den Haag, zelfmoord door een combinatie van een slaapmiddel en een injectie, toegediend door zijn broer. Zijn vriend Eddy du Perron overleed rond dezelfde tijd, tussen tien en elf uur ’s avonds, aan hartfalen. Ik vind het een zeer droevige geschiedenis.
Maar, ik kan mij nu, vijfentachtig jaar later, nu ons eens zo roemrijke polderland wordt volgebouwd met wanstaltige moskeeën en minaretten, de verziekte atmosfeer die ons land als een giftige grauwgrijze sluier overwelft, en de in grote getale aanwezigheid van vrouwen gekleed in boerka’s, het gelaat omlijst met een hoofddoek – ik kan mij nu de beweegredenen van Ter Braak heel goed voorstellen. Want, zoals de toekomst er nu uitziet, voor ons, burgers van Nederland, verliezen wij onze waardigheid. Wij verliezen onze trots.
Wij hebben in 1953, toen het water ons tot de lippen steeg, niet gecapituleerd. “God schiep de gehele wereld, behalve Holland, want dat hebben de Hollanders gedaan.” Het is een oud gezegde.
Pal stond de Hollander tegen dijkdoorbraak, stortregen en stormwind. Doch nu blijkt, dat wij ons geliefde Nederland niet behoed hebben voor de nachtelijke orkaankrachten, niet beschermd tegen onze eeuwige vijand, het water, doch wij hebben onze steden en dorpen beschermd voor de mohammedanen. Die zitten hier straks hoog en droog.
Niks geen fierheid meer en rood wit blauw vlagvertoon. Het is nu moskee en minaret. Hoofddoek en djellaba. De Nederlander nuttigt halal-voedsel en durft geen kritiek meer te hebben op de ons vijandig gezinde volken, die ons land willen bezetten. Want dan krijgt hij opgedrukt het stempel van racist. Dan wordt hij voor de rechter gedaagd.
Ik zie in de toekomst een somber, armzalig en onleefbaar Nederland, waarin alles wordt verboden. Niks geen vrolijke vrije wandelingen door onze steden en dorpen. Gescheiden zwemmen, geen bioscopen, geen schouwburgen en museums. En dat alles danken wij aan onze bewindslieden. Imbeciele windbuilen, die straks, moge het ooit zover komen, de zwaarste straf verdienen. Het ijzeren gerinkel der kerkersleutels zal dan als orgelspelmuziek weerklinken in mijn oren.
Ik wens U allen nog een prettige dag.
Door:
“Driek”
(voor www.ejbron.wordpress.com)
1 reacties :
Driek leeft in een droomwereld. De ‘Hollander’ is niet fier maar laf en heeft maar één zorg: hoe schraap ik zoveel mogelijk centen binnen. Het overige zal hem een rotzorg zijn.
Een reactie posten