Stoppen met ‘wind op zee’ om de energiekosten omlaag te krijgen,
Eduard Bomhoff 14-9-2024
Nederland heeft de duurste energie van Europa. Wanneer gaat Sophie Hermans daar wat aan doen?
De grote uitdaging voor Sophie Hermans is deze week geland. Is ze net twee maanden minister van Klimaat en Groene Groei en dan komt Mario Draghi met een rapport over de toekomst van bekneld Europa. Precies op twee hoofdpunten is zijn advies aan Nederland tegengesteld aan de erfenis van voormalig klimaatminister Rob Jetten.
Eén: bij herhaling waarschuwt Draghi dat het gevaarlijk is voor de toekomst van de Europese welvaartsstaat wanneer onze CO2-ambities zo veel dwingender zijn dan in de VS en China. Europa eist 55 procent minder CO2 in 2030; de VS heeft een ‘niet-bindende aspiratie van 50-52 procent minder CO2 gerekend vanaf een (hoger gekozen) startjaar in 2005’. En intussen opent China in hoog tempo meer kolencentrales, onder meer voor de stadsverwarming in het hoge Noorden. Jammer dat het moet, maar begrijpelijk. Ik ben een keer in januari in Harbin geweest (dicht bij de grens met Siberië, tien miljoen inwoners, overdag prachtig zonnig ski-weer bij 25 graden onder nul; ’s nachts min 30).
Twee: Voor de grote industrie is Draghi ’s belangrijkste aanbeveling: ‘Het is evident dat een breed gespreid aanbod van energie (vooral inclusief LNG en ook met nucleair) zorgt voor lagere prijzen en een concurrentievoordeel.’ Draghi berekent het verschil in kosten tussen Spanje (breed aanbod) en Duitsland (geen nucleair), en wil daarmee illustreren hoe kostbaar het is om een dogmatisch energiebeleid te voeren.
Koploperschap is risicovol
Wat nu dreigt is dat onze politici deze concrete aanbevelingen daar laten en hun ammunitie afvuren op een ander voorstel, namelijk nóg een Europees investeringsfonds. De Duitse liberalen van de FDP kwamen direct met bezwaren en het is politiek veilig voor VVD, PVV en BBB om in dat spoor mee te lopen. Een schimp naar de zorgeloze krekels aan de Middellandse Zee die ons geld willen uitgeven doet het altijd goed bij de mieren in de Nederlandse politiek. Vraag het aan ‘Il Duro” Gerrit Zalm (VVD) en Jeroen Disselbloem (PvdA).
Politiek lastiger maar veel nuttiger is het om ook de twee voor Nederland moeilijke aanbevelingen van Draghi alvast aan te pakken. Draghi waarschuwt Europa dat er hoge kosten zijn verbonden aan de ambitie om koploper te willen zijn met een onwrikbaar doel voor CO2-reductie op de zo korte termijn van 2030. Dat geldt des te meer voor een kleine, open economie die extra moeite heeft met de CO2-reductie, onder meer omdat wij hier de grootste haven hebben van heel Europa. Die haven stoot veel CO2 uit, maar werkt ook ten behoeve van onze buurlanden waar de containers vanuit Rotterdam per auto, trein of schip naartoe gaan. Dat vraagt om aanpassing van onze klimaatwet – niet om te stoppen met pogingen om minder CO2 uit te stoten, maar om de kwestie beter te plaatsen binnen de Europese context.
De tweede aanbeveling van Draghi is voor Nederland zo mogelijk nóg controversiëler. Hij wil lagere energiekosten door een optimale mix van verschillende energievormen. Nergens anders in de EU is dat meer dringend dan in Nederland want wij hebben de hoogste energiekosten van heel Europa. De EU publiceert regelmatig een vergelijking en stelt daarbij het EU-gemiddelde op honderd. In het laatste verslag staat Nederland eenzaam op de hoogste plaats met 150. De nummer twee op deze ranglijst is Duitsland met 124; alle andere EU-landen zijn goedkoper, met Frankrijk bijvoorbeeld op 92.
Het heeft natuurlijk geen zin om in Brussel te vergaderen over pan-Europese subsidies voor de industrie – en te hopen dat Nederland een evenredig deel krijgt van nieuwe projecten – wanneer de energiekosten bij ons 20 procent hoger zijn dan in Duitsland, 60 procent hoger dan in Frankrijk en 65 procent hoger dan in Spanje.
Lagere kosten beloven van energie is politiek moeilijk voor Hermans. Haar VVD leunt aan tegen het grote bedrijfsleven van VNO-NCW dat wel werk ziet in het bekabelen van de Noordzee voor nog veel meer windmolens en voor het bouwen van waterstoffabrieken in Europoort. Dat alles lukt niet zonder hoge subsidies van het ministerie van Klimaat en Groen Groei. Daarom, denk ik, staat de VVD zo dubbel in ‘wind op zee’, heel anders dan coalitiepartners PVV en BBB die om financiële en milieuredenen tegen zijn. Gaat het kabinet toch door met ‘wind op zee’ dan komen bovenop de subsidies voor de aanleg van de snel roestende tweehonderd meter hoge gevaartes nog de kosten van onderhoud en versterking van de energiekabels die alleen voor de Noordzee op zo’n vijftig miljard dreigen uit te komen. Die zien we straks terug in de energiekosten.
Breken met het beleid van Jetten
Stoppen met ‘wind op zee’ om de energiekosten omlaag te krijgen, betekent breken met het door Rob Jetten ingezette beleid. Het zou de VVD plaatsen in het centrumrechtse kamp, en misschien wil die partij dat (nog) niet. Oppositieleider Frans Timmermans zal zeker theatraal gaan beweren dat een ondragelijk hete planeet voor de VVD kennelijk onbelangrijk is, en dat de liberalen dus niets meer geven om de toekomst van onze kinderen. Dat wordt voor Hermans dus een uitdaging om de juiste woorden te vinden, maar het moet. Energie in Nederland goedkoper maken kan niet zonder een stop op meer windmolens in de Noordzee.
Het tweede punt van Draghi – een goed gespreid aanbod van energiedragers – is daarmee vergeleken makkelijker. Nederland staat al voorgesorteerd voor meer kernenergie en de tegenstand tegen meer import van LNG lijkt politiek wel te overwinnen. Hermans hoeft dan niet zo zeer haar eigen partij te overtuigen, maar moet de strijd aangaan met de ambtenaren op haar ministerie en met adviesorganen als het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de Wetenschappelijke Klimaatraad.
Een krachtig beleid voor méér nucleair en voor méér vloeibaar gas kan op steun rekenen van heel ons mkb. De VVD zal al die ondernemers en hun medewerkers niet nog langer willen zien wegdrijven naar PVV en BBB. Dus hangt het er dan praktisch van af of Hermans voldoende handig is om haar eigen ambtenaren mee te krijgen. Het lot van voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib is een waarschuwing dat in ons Haagse moeras niet alleen mannen bezwijken onder anonieme beschuldigingen van hun ambtenaren. Krijgt Hermans de ambtenaren wel mee, dan is het alleen nog nodig om de geluiden van een paar milieuprofessoren te neutraliseren met stemmen van deskundigen die het wél eens zijn met Draghi‘s adviezen om energie goedkoper te maken.
In 1982 kwam de omslag naar een verstandiger beleid niet omdat de nieuwe premier Ruud Lubbers een genialer econoom was dan zijn voorgangers Joop den Uyl en Dries van Agt. De omslag kwam omdat de objectieve economische omstandigheden omsloegen. Vanaf dat moment luisterde niemand meer naar professor Jan Pen met zijn theorie dat de economie moest krimpen.
Andere tijden, andere geluiden
Misschien is er heel binnenkort ook geen podium meer in de media voor de nazaten van Pen. De milieuprofessoren, bedoel ik, die pleiten voor ‘degrowth’ omdat ze alles willen opofferen voor minder CO2-uitstoot. Andere tijden brengen andere geluiden naar voren.
In Duitsland valt Volkswagen om en daalt de consumptie met anderhalf procent per jaar. Draghi geeft Duitsland en Nederland, twee landen met hoge energiekosten en te weinig vloeibaar gas en nucleair, de logische richting aan naar herstel. Nu maar hopen dat Sophie Hermans en haar VVD die tekenen verstaan.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!
0 reacties :
Een reactie posten