Bij de toelating van bestrijdingsmiddelen wordt een “verkeerde” rekenmethode gebruikt, waardoor kankerverwekkende effecten worden onderschat.
ZEMBLA 16-9-2024
Dat zegt hoogleraar Milieubiologie Geert de Snoo (Universiteit Leiden). Hij spreekt van “slechte wetenschap” en “slechte statistiek”. De Snoo is oud-collegelid van bestrijdingsmiddelenautoriteit Ctgb, directeur bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en vanaf volgende maand directeur onderzoeksbeleid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Hij roept op tot herbeoordeling van alle toegelaten bestrijdingsmiddelen. De oproep van De Snoo wordt ondersteund door andere toonaangevende deskundigen. De Brusselse advocaat Antoine Bailleux daagt namens milieuorganisaties de Europese Commissie voor de rechter om de toelating van glyfosaat aan te vechten. Ook hij wijst op de tekortkomingen in de rekenmethode.
In dit artikel zie je fragmenten van de gesprekken die Zembla
voerde met De Snoo en Bailleux en lees je wat wij ontdekten over
de manier waarop kankerverwekkende effecten van
bestrijdingsmiddelen worden getest.
Door Ton van der Ham en Vincent Harmsen
Voordat een bestrijdingsmiddel in de landbouw mag worden gebruikt,
en daarmee ook in het milieu terechtkomt, is een pesticide-fabrikant
verplicht om met proefdieronderzoek aan te tonen dat de stof niet
kankerverwekkend is. Deze proeven vormen een belangrijk onderdeel
van de toelatingsprocedure. De industrie levert de gegevens van het
onderzoek aan, en de toelatingsautoriteiten - in Nederland is dat het
Ctgb - beoordelen de resultaten. Daarbij gelden strikte protocollen,
regels waar de onderzoeken aan moeten voldoen, legt hoogleraar
Milieubiologie Geert de Snoo in onderstaande video uit:
Om te onderzoeken of een bestrijdingsmiddel kankerverwekkend is,
worden proefdieren – in dit geval ratten en muizen - aan het middel
blootgesteld. Na 18 tot 24 maanden wordt de proef meestal beëindigd.
Vervolgens wordt gekeken of de blootgestelde dieren vaker kanker
hebben gekregen dan de niet-blootgestelde dieren (de zogeheten
controlegroep).
Om toeval uit te sluiten (proefdieren kunnen ook ziek worden door
andere oorzaken), worden de resultaten statistisch geanalyseerd.
Daarbij kan gekozen worden voor de zogeheten eenzijdige of
tweezijdige test. Bij eenzijdig testen wordt alleen gekeken naar een
toename aan ziekte bij de proefdieren. Bij tweezijdig testen wordt
zowel een toename als een afname onderzocht. Tweezijdig testen
wordt ook wel bij medicijnonderzoek gebruikt, om zo de voor- en
nadelen van een medicijn te wegen.
‘Tweezijdig testen slaat nergens op’
Maar als je alleen wilt weten of iets kanker kan veroorzaken, is
eenzijdig testen de enige juiste keuze, legt hoogleraar De Snoo uit.
Volgens De Snoo “slaat het nergens op” om pesticiden tweezijdig te
testen: “We gaan er niet vanuit dat de bestrijdingsmiddelen die we
buiten gebruiken een genezende werking hebben.”
Het gebruik van de eenzijdige test is volgens de hoogleraar veel
preciezer. En het gebruik van de verkeerde test kan de indruk wekken
dat er niks aan de hand is, terwijl het landbouwgif in kwestie wel
degelijk kankerverwekkend is.
De Snoo is er honderd procent zeker van dat de eenzijdig test de juiste
test is.
Glyfosaat
Maar Zembla ontdekt dat de Nederlandse bestrijdingsmiddelen-
autoriteit Ctgb bij de toelating van glyfosaat de tweezijdige test heeft
gebruikt. Op basis van de uitkomsten van de tweezijdige test
concludeerde het Ctgb dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. En zo
werd in november 2023 de controversiële onkruidverdelger door
Europa weer voor tien jaar toegelaten.
We leggen onze bevinding voor aan hoogleraar De Snoo:
Met de tweezijdige test zie je het kankerverwekkende effect niet, zegt
De Snoo, terwijl dat juist is waar de test voor is bedoeld. De
tweezijdige test is gunstig voor de pesticide-industrie, omdat minder
snel aan het licht zal komen dat een stof kankerverwekkend is. Zo
kan een gevaarlijk bestrijdingsmiddel toch worden toegelaten.
Tweezijdig testen ‘in lijn’ met studieprotocollen
Maar als de tweezijdige test onjuist is, waarom wordt deze dan toch
gebruikt? In het glyfosaatrapport lezen we dat er is gekozen voor
tweezijdig testen omdat dit “in lijn” is met “de studieprotocollen van
de beschikbare kankerstudies”. Studieprotocollen worden opgesteld
voor aanvang van een dierproef en beschrijven hoe deze zal worden
uitgevoerd.
Als tweezijdig testen is voorgeschreven, deugen de protocollen niet,
zegt Geert de Snoo.
We zijn er niet in geïnteresseerd of glyfosaat ook als geneesmiddel
op de akker kan worden gespoten, zegt De Snoo, en dus moet je
eenzijdig toetsen.
De keuze voor tweezijdig testen is van grote invloed op de uitkomsten
in het toelatingsrapport van glyfosaat. Dat zegt de Duitse toxicoloog
Peter Clausing. In opdracht van milieuorganisatie HEAL nam hij
het toelatingsrapport onder de loep. Hij ontdekte dat bij vier
proefdierstudies statistisch significante verbanden met kanker worden
gevonden bij gebruik van de eenzijdige test. Wordt echter de
tweezijdig test gebruikt, zoals de autoriteiten hebben gedaan, dan
verdwijnt dit effect.
Het wordt nog schimmiger. Het Ctgb stelt dat er is gekozen voor
tweezijdig testen, omdat dit in lijn zou zijn met de studieprotocollen.
Maar na herhaaldelijk doorvragen van Zembla blijkt dat de tweezijdig
test helemaal niet staat vermeld in de studieprotocollen: “In de
studieprotocollen staat niet expliciet dat er sprake is van tweezijdig
testen”, erkent het Ctgb uiteindelijk. Op dit punt is het rapport dus
niet correct.
Rechtszaak tegen Europese Commissie
We leggen dit voor aan de Brusselse advocaat Antoine Bailleux. Hij is
hoogleraar Europees Recht. Namens een groep milieuorganisaties,
waaronder PAN Nederland, zal hij bij het Europees Hof de toelating
van glyfosaat aanvechten.
De onderbouwing van het Ctgb voor de tweezijdige test is volgens
Bailleux “een serieuze vergissing, of een poging om te misleiden”.
Bailleux stelt dat er “geen flard” wetenschappelijk bewijs is dat
glyfosaat zou kunnen beschermen tegen kanker. De keuze voor
tweezijdig testen is volgens hem daarom ook onbegrijpelijk.
Volgens Bailleux speelt de manier waarop glyfosaat is getest de
industrie in de kaart, ten nadele van de volksgezondheid.
De toelating van glyfosaat wordt aangevochten bij de rechter, onder
meer op de grond dat de risico’s op kanker niet goed zijn onderzocht.
Ctgb: tweezijdig testen is ‘standaard’
Ons onderzoek roept de vraag op hoe het dan zit met al die andere
bestrijdingsmiddelen waaraan we worden blootgesteld.
Het probleem blijkt veel groter. Want een woordvoerder van het Ctgb
schrijft in een e-mail als wij doorvragen over de testmethode bij
glyfosaat: “Er is een goede wetenschappelijke uitleg voor de vraag
naar eenzijdig of tweezijdig toetsen. Er wordt immers conform
Europese afspraken altijd standaard tweezijdig getoetst [...]”.
Wanneer Kamerleden van de Partij voor de Dieren op basis van
publicaties van Zembla hierover vragen stellen, antwoordt toenmalig
landbouwminister Piet Adema ook dat tweezijdige testen bij de
toelating al “decennialang goed wetenschappelijk gebruik” is.
Het is de standaardmethode in Europa, aldus het Ctgb. De European
Food Safety Authority (EFSA) bevestigt in reactie op vragen van
Zembla dat in de toelatingsdossiers inderdaad “de meeste
[kanker]studies een tweezijdige benadering vermelden.”
De Snoo: herbeoordeling pesticiden nodig
Tweezijdig testen wordt dus niet alleen bij glyfosaat standaard
toegepast, maar is al decennialang de manier waarop alle pesticiden
worden getoetst op kankerverwekkendheid. Hoogleraar De Snoo
noemt dit “slechte statistiek” en “slechte wetenschap” en het maakt
hem “ongerust".
De Snoo roept op om alle toegelaten pesticiden opnieuw tegen het
licht te houden.
Gang van zaken rondom glyfosaat ‘schimmig’
Zijn oproep wordt gesteund door andere toonaangevende deskundigen. Emeritus-hoogleraar Toxicologie Martin van den Berg (Universiteit Utrecht) deelt de
zorgen van De Snoo. Volgens hem werkt de tweezijdige test “in het
voordeel van de pesticide-industrie" omdat bewijs voor kanker wordt
“verdund”. Van den Berg zou graag zien dat een herbeoordeling door
een “onafhankelijk panel” wordt uitgevoerd, en niet door het Ctgb of
andere toelatingsinstanties, om zo afstand te creëren tot “de politiek
en de economie”.
Hoogleraar Risicobeoordeling Ad Ragas (Radboud Universiteit)
noemt in een reactie de gang van zaken rondom glyfosaat en het
tweezijdig testen “schimmig”. Hij pleit net als De Snoo en Van den
Berg voor herbeoordeling van alle toegelaten middelen. Ook
hoogleraar Ecotoxicologie Martina Vijver (Universiteit Leiden)
steunt die oproep.
Download hier het persbericht over ons onderzoek:
Zembla-journalist Ton van der Ham vertelt op NPO Radio 1 over het
onderzoek:
3 reacties :
wat ik nou mis is waarom die middelen gebruikt worden en wat de gevolgen zijn bij geen gebruik van gewasbescherming.
Niets verkeerd ingeschat hoor, ze wisten en weten dat het schadelijk is. Maar met een bedrijf als Bayer die zitting heeft in de pesticidencommissie van de kwaadaardig corrupte EU is het dweilen met de kraan open.
Rekenmodellen kloppen van geen kant, Rekenmethodes die van geen kant kloppen, kortom we mogen ons afvragen wat deze methodes die gebruikt worden door ambtenaren, politiek en corrupte wetenschappers, nog voor nut hebben, behalve dan dat de mensen er aan (kunnen) sterven en het de burgers onmetelijk veel geld kost.
Oekraïne staat bekend als het op 1 na corruptste land ter wereld, misschien is het Calvinistische Nederland een goede 2e . Er is geen onderwerp waar het niet helemaal mis is in dit corrupte landje.
Een reactie posten