Foto: Shutterstock.










Kroniek van een fiasco.

Dit is het tweede artikel over de energietransitie, dat de gebakken lucht en lariekoek van strijders voor milieu en klimaat in de schijnwerpers zet. De transitie is een duur fiasco, waar wereldwijd naar schatting meer dan 6000 miljard euro aan is opgebrand zonder enig aanwijsbaar resultaat, zonder enige rationele grond. Het is een bedenksel van de overheid om iedereen de Green Deal door de strot te duwen. Een column van Raymond Peil.

Het eerste deel van deze serie verscheen onder de titel Energietransitie: in een groene nachtmerrie naar de afgrond op 30 augustus 2024 op OpinieZ.

Door Raymond Peil.

Er is een wereldwijde bureaucratie gebouwd voor de wereldwijde ‘klimaatcrisis’, waar miljoenen banen c.q. bullshit jobs voor geschapen zijn bij de overheid, ngo’s, consultants en zogenaamde experts. Aan vermeend grote problemen worden grote sommen geld besteed om het probleem dagelijks groter te maken. Het dogma heet nu consensus. Als je deel uitmaakt van de coterie kun je gewoon wachten op een leuke baan bij een ministerie, hogeschool of tot links bolwerk omgeschoolde universiteit. Dat we meer geld uitgeven voor energie die eerder veel goedkoper was zal iedereen toch wel snappen? Behalve de transitie-experts, zoals uit deze bloemlezing blijkt.

Waterstof-illusie

Omdat we blijkbaar van olie en gas af moeten dreigt er een groot probleem, omdat fossiele brandstoffen voor van alles en nog wat worden gebruikt. Denk aan kunstmest, dynamiet en andere chemische producten, plastics, methanol, papier- en textielindustrie, voor sterilisatie in de gezondheidszorg en in huishoudelijke producten, de voedselindustrie en olieraffinage. Chemisch element H is ook een hulpstof voor de productie van pvc en veel andere chloorhoudende producten, zoals synthetische vezels, nylon, harsen, spaanplaat, MDF, antibiotica, koelkasten, waterzuiveringen enzovoorts.

Nu milieu- en klimaat-Einsteins geen CO2 meer tolereren uit gas, olie en kolen bedachten ze dat waterstof een rol moet gaan spelen bij het opwekken van ‘schone’ energie. Dit sprookje gaat ervan uit dat we zelf waterstof produceren, wat heel veel energie kost en minder dan een derde van de energie levert vergeleken met aardgas. Zo kan je de stroom van turbines en zonnepanelen gebruiken voor de productie van waterstof, dat heet dan ‘groene waterstof’. Of je houdt nog wat kolen- en biomassacentrales (wel CO2 afvangen!) open voor het maken van elektriciteit én waterstof. De afgevangen uitstoot stop je dan in de grond of in de zeebodem en dan heet het ‘blauwe waterstof’. Leuk hè, die misleidende eufemismen?

Mini-molecuul

Zelf waterstof maken is erg prijzig, ook om op te slaan en te vervoeren, want je kunt daar geen aardgasbuizen voor gebruiken. Het waterstofmolecuul is het kleinste molecuul dat er bestaat – een duizendste van aardgas/methaan – en kan daardoor andere materialen binnendringen, ook staal. Daar zorgt het ervoor dat de haarscheurtjes die optreden door langdurige wisselende belasting (vermoeiing) sneller groeien en de leiding scheurt. Toekomstmuziek dus, oplossingen moeten nog worden bedacht. Experts schatten dat het ontploffingsgevaar van waterstofgas vijf keer zo groot is als van aardgas en dat waterstof een interessant doelwit voor lieden met slechte bedoelingen en explosieven kan zijn.

Voor Rutte en consorten – gespeend van elke fysische en economische diepgang – was dit geen enkel beletsel om in een nota over het ruimtelijk beeld van Nederland in 2050 groene dromen op te nemen. Dus moeten bij vier ‘energie-intensieve clusters’ (Eemshaven, IJmuiden, Rijnmond, Vlissingen) grote bedrijfsterreinen komen met fabrieken om waterstof en ammoniak te maken van de elektriciteit uit de Noordzee, die daar door superkostbare kabels aan land gaat komen. Deze locaties worden in de woorden van de nota de 7,5 miljard euro kostende ‘ruggengraat’ van onze energievoorziening, met vier enorme fabrieken die waterstof en ammoniak terug veranderen in elektriciteit en groen of blauw waterstofgas.

Batterijentekort

Een bijkomend detail is dat de benodigde batterijopslag voor piekmomenten dermate omvangrijk wordt, dat er daarvan niet genoeg zijn op de hele wereld en dat gaat de komende vijfentwintig jaar ook niet lukken. Ook om andere redenen lijken de plannen nu al spaak te lopen. Dan maar kerncentrales inzetten? Dat kan, maar die leveren zonder het gesubsidieerde waterstofcircus van zichzelf al ruimschoots de benodigde hoeveelheid elektriciteit, niks dure fabrieken, geen prijzige netverzwaring en schier onbetaalbare nieuwe infrastructuur nodig.

De waterstofeconomie is een gesubsidieerde zeepbel. Energietransitie met groene waterstof is een economische zotheid, zegt ook de Europese Rekenkamer. Straks de halve Noordzee vol met windmolens voor dat doel? Waanzin, vinden de vissers. En dat het bedrijfsleven mee wil snoepen uit de rijkelijk gevulde subsidiepotten onder het motto ‘het zou moeten lukken, laat het ons proberen’ is dan ook wel weer logisch, maar riekt naar door de overheid gefaciliteerd misbruik van belastinggeld. Maar het gaat ‘m niet worden, niet in auto’s, vliegtuigen of vrachtwagens of uit het stopcontact. Doe effe normaal.

Beperkt inzetbaar

In Australië worden vele honderden miljoenen geïnvesteerd in batterijparken die vooral lokale netwerken bedienen. Let wel: de bijbehorende kosten van netwerken, zonnepanelen, onderhoud, werknemers en dergelijke zijn niet meegerekend. Door de unieke eigenschappen van dit enorme land en continent van 7.741.000 km, waar bijna alleen ‘s nachts de zon niet schijnt, kan dit huishoudens en kleine bedrijven lokaal voorzien, terwijl een échte Aussie altijd een fossiele generator achter de hand heeft. Momenteel leveren King Coal, gas en olie twee derde (en stijgend) van ‘s lands energie.

Minder geluk hadden de mensen in Californië waar voor bijna 2,4 miljard dollar zeven grote batterijparken zijn aangelegd. De bouw van deze energieopslagen heeft het stroomnet flink veranderd: overdag zijn batterijen nu grootverbruiker van zonnestroom. ’s Avonds staan ze te ontladen en draaien er aanzienlijk minder energiecentrales op aardgas. Anders dan in Australië stegen hier de stroomprijzen fors, meer dan een verdubbeling, dus de ‘gratis’ energie uit zon en wind zorgt niet voor lage prijzen. Ze hebben tevens drie extra gascentrales nodig…

Tekort aan lithium

In Nederland steekt industriële batterijopslag ook de kop op. Het bedrijf GIGA Storage heeft bijvoorbeeld het terrein van de failliete aluminiumfabrikant Aldel in Delfzijl gekocht. Daar moet voor bijna een miljard euro – onder garantie van de Nederlandse overheid – een Wärtsilä-batterij (lithium) verrijzen die stroom opslaat en vier uur lang 300 megawatt aan het landelijke net kan leveren. Stel dat ons land volledig omschakelt naar zon- en windenergie, dan heb je aan opslagcapaciteit ongeveer 1,4 miljoen zware en enorme batterijen nodig voor één dag zonder wind en/of met mist of sneeuw (geen zonne-energie).

Daarbij is het uiterst onwaarschijnlijk dat onze aardkorst voldoende lithium bevat om alle auto’s en alternatieve energieopwekkers te voorzien van deze zeldzame metaalsoort. Dus bij een hoog gebruik en toenemende vraag gaan de prijzen omhoog. Behalve misschien wanneer er voldoende subsidies beschikbaar komen, maar dan span je het paard achter de wagen voor stabiele en betaalbare elektriciteit. Een batterij met zonnepaneel is meer iets voor ‘preppers’, die een plekje off grid willen voor het geval zich een dag des oordeels voordoet.

Begraven?

De huidige batterijen zouden zowel qua vermogen (watt) als capaciteit (watturen) vele malen goedkoper moeten worden om het groene sprookje haalbaar en betaalbaar te maken. Dat vergt een technisch wonder waar je geen toekomst op kunt bouwen. De huidige generatie-opslag blinkt daarbij uit in gevaarlijke, giftige branden in fabrieken, centrales en tijdens transport – nauwelijks te blussen – waardoor transporteurs het bovendien vertikken om die krengen te verschepen en verzekeraars om dit risico te dekken.

Daarmee zijn we er nog niet: zo’n giga-batterij gaat twintig jaar mee en wat dan? Hoe wordt het afval verwerkt wanneer de batterijen versleten zijn? Begraven en zand erover in Poolse en Oost-Duitse deponieën, zoals Nederland vroeger deed met ingezamelde accu’s en batterijen? Lithium is recyclebaar, maar in het handboek van de huidige verwerking stuiten we dan op kostbare, complexe chemische processen en zwaar vervuilende technologie.

Gebakken lucht

In de energietransitie is terugdringing van CO2 de heilige graal. Om die reden stimuleert de overheid opslag van dit gas, dat slechts 0,042 (!) procent van de atmosfeer uitmaakt. Rob Jetten heeft er 28 miljard voor uitgetrokken, waarmee hij de opwarming van de ‘kokende’ aarde (aldus VN-baas Guterres) met 0,000036 graden denkt terug te kunnen dringen. Deze onmeetbare en onbewijsbare afname is minder dan het dagelijkse temperatuurverschil tussen Groningen en Maastricht. Het feit dat China in vier dagen meer CO2 uitstoot dan Nederland in een jaar maakt de bewering buitenproportioneel bespottelijk.

Het kabinet lijkt alles op alles te zetten om Nederland zo snel mogelijk te de-industrialiseren. We zijn het enige (!) land in de EU met een nationale CO2-heffing bovenop de Europese belasting. Er is handel in vergunningen en certificaten, verbonden aan koolstofdioxide, er komt een boekhouding aan en grotere bedrijven moeten hiervoor straks een kilometerrapportage van hun vervoermiddelen overleggen. Met als klap op de vuurpijl een een installatie in Rotterdam voor afvang en opslag van dit gasje in de zeebodem à 1,3 miljard euro, betaald door bedrijven, de overheid en de EU, de kosten van de gasopslagvelden niet meegerekend.

Fortuin verdienen?

De economische ratio van de CO2-obsessie is volgens een klimaatpionier ‘dat er een fortuin valt te verdienen’. Tja, wel voor groene adviseurs, maar een reëel rendement levert het niet op. De verwachte opbrengst komt uit op 2,2 procent betaald uit de portemonnee van de overheid, gevuld door bedrijven die de verplichte heffingen moeten ophoesten. Zo gaat een dergelijk project met een hoog risico trekken vertonen van communistische windhandel.


CO2 uit de lucht halen? Dat doen bomen, struiken en plantjes al gratis en die gedijen erop. Wist u dat er in Nederland een CO2-leidingennetwerk ligt, bedoeld voor gewassenteelt? Het loopt van het Rotterdamse havengebied naar tuinders en kassen in het Westland. Groenten en fruit groeien namelijk als kool bij een CO2-gehalte van 400 – 800 ppm (particles per million). Bij testen in duikboten bleek dat de bemanning 15.000 ppm probleemloos doorstond. Overigens is onder de 200 ppm – maar dat zal niet gebeuren – geen leven meer mogelijk, groeit niets meer, gaat alles dood.

Kabinet-Schoof: kappen met deze en andere handel in gebakken lucht a.u.b.!

***

Bron OpnieZ hier.

***