Op weg naar een catastrofe

Datum:
  • zaterdag 24 augustus 2024
  • in
  • Categorie:
  •  Uit de EU en weg met de euro zou goed voor Nederland zijn.



    Op weg naar een catastrofe


    (Door: Catherine Boon-Langedijk)

    Nederland was sinds de oprichting in 1957 lid van de Europese Economische Gemeenschap, de EEG, die in 1993 werd opgevolgd door de dictatoriale, geldverslindende EU. In 2002 gingen de meeste EU-landen de euro gebruiken om het handelsverkeer te vergemakkelijken. Er was echter geen rekening gehouden met de grote cultuurverschillen tussen noordelijke en zuidelijke landen. De rente daalde en het voordeel daarvan werd in de zuidelijke landen niet gebruikt voor het verlagen van de staatsschuld, maar om meer uit te geven. Rijke landen als Nederland werden door de EU verplicht om de schulden van de zuidelijke landen te vereffenen. In het onderstaande worden financiële organisaties onder de loep genomen als de Europese Centrale Bank (ECB), De Nederlandsche Bank (DNB) en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP), instituties die steeds meer een politieke koers zijn gaan varen.

    De ECB

    In het Verdrag van Maastricht (1992) werden afspraken gemaakt over spelregels aangaande monetair beleid. De ECB werd opgericht in 1998 met als eerste president Wim Duisenberg, die in 2003 werd opgevolgd door Jean Claude Trichet. De Italiaan Mario Draghi werd in 2011 president, totdat hij in 2019 werd opgevolgd door Christine Lagarde. De ECB heeft de controle over Europese banken als DNB en wordt evenals andere centrale banken in de wereld zelf gecontroleerd door de Bank for International Settlements (BIS) in Bazel, die 18 leden telt, onder wie Christine Lagarde en Klaas Knot.

    De ECB zou een onafhankelijk monetair beleid voeren, gericht op handhaving van prijsstabiliteit en beteugeling van inflatie, en daarmee de koopkracht van de in 2002 in omloop gebrachte euro bewaken. Er was in 1992 afgesproken dat elk land verantwoordelijk zou blijven voor zijn eigen financiën, maar die afspraak werd in 2010 overboord gezet.

    Tussen 2004 en 2012 nam de Nederlandse export toe van ruim € 123 miljard naar € 215 miljard zonder dat de gemiddelde Nederlander er in welvaart op vooruitging. Dat kwam omdat de zuidelijke landen niet in staat waren de aankopen te betalen. Daarvoor werd in 2007 het Target2-systeem in het leven geroepen. Het is een bail-out mechanisme om de export naar de Zuid-Europese landen te financieren. Zij “lenen” geld om de import met name uit Noord-Europa te financieren. De schulden en tegoeden worden via de eigen centrale banken geparkeerd bij de ECB, die staatsobligaties van de zuidelijke landen opkoopt en de rente ervan extreem laag houdt, opdat het geld uitgeven en goedkoop importeren door de zuidelijke landen kan doorgaan. De risico´s van een bankroet zijn daarmee door de ECB vooral afgewenteld op de belastingbetalers in landen als Duitsland en Nederland. Begin 2017 stond Zuid-Europa al voor € 111 miljard in het krijt bij Nederland. Gevreesd moet worden dat dat bedrag nooit geïnd zal kunnen worden. De Nederlandse spaar- en pensioengelden werden minder waard, waardoor de koopkracht van gepensioneerden achteruitging. Exporteurs en multinationals profiteerden. Zonder Target2 zou de eurozone al in 2012 zijn ingestort.

    De ECB verlaagde sinds het begin van de financiële crisis in 2008 de rente geleidelijk van 4,65% naar ongeveer 0% in 2017 om de economie te stimuleren. De economie van de noordelijke landen had hier weinig of geen baat bij, omdat het geld door het Target2-systeem wegstroomde naar de zuidelijke eurolanden. Deze profiteerden wel van het bijna gratis geld, maar dat nam de stimulans om de economie te hervormen weg. In geen van beide groepen landen kwam het dus tot een beoogde opbloei van de economie. De inwoners van de noordelijke landen werden bovendien gedupeerd doordat hun spaargelden en pensioenen niet groeiden. Nederland is het enige land met omvangrijke pensioenreserves, waardoor het bij uitstek te lijden heeft van het rentebeleid van de ECB en functioneert als een permanente pinautomaat voor de zuidelijke landen.

    Spoedig na het aantreden van Draghi als president in 2011 besloten de Europese regeringsleiders om de ECB het toezicht op alle 6000 Europese banken te geven, hoewel die er geen ervaring mee had. Begonnen werd met de belangrijkste 124, waarvoor duizend nieuwe medewerkers moesten worden aangetrokken. Een van de redenen voor de toekenning van het toezicht was dat de ECB gemakkelijker zou kunnen bepalen of een bank nog levensvatbaar was. Het toeval wilde dat de oudste bank van de eurozone, de Italiaanse Monte dei Paschi di Siena, de eerste was die geen bestaansreden meer had. De bank bleef echter bestaan door ingrijpen van de Italiaanse regering… De ECB negeerde daarmee de eigen regel dat niet de belastingbetaler, maar de belegger voor de schulden moet opdraaien en liet toe dat de regering van het feitelijk failliete Italië de bank nationaliseerde.

    Draghi stelde de VS als voorbeeld voor Europa door erop te wijzen dat daar de ene staat schuldenaar en de andere staat schuldeiser is. Daarmee deed hij in 2014 een duidelijk politieke uitspraak, omdat de Europese Unie nu eenmaal niet bevolkt wordt door één volk. Volgens de statuten van de ECB mag de politiek zich niet met het beleid van de ECB bemoeien. De ECB startte in 2014 een programma van Quantitative Easing (QE) om door het bijdrukken van geld en het laten opkopen van staats- en bedrijfsobligaties door centrale banken als DNB de economie aan te jagen en de inflatie omlaag te brengen tot de doelstelling van maximaal 2%. Het laten opkopen heeft met vrije prijsvorming en prijsstabiliteit natuurlijk niets te maken en dat was de opdracht die de ECB had. Er ontstond een zorgelijke situatie: pensioenen, spaargeld en de welvaart van Europeanen werden aangevreten door het beleid met negatieve rentes en het opkopen van schulden. De massa-immigratie, het klimaatbeleid en de aanpak van het niet bestaande stikstofprobleem deden daar nog een schepje bovenop, waardoor de EU Derde Wereld dreigde te worden. Buiten Europa lieten banken de euro al los.

    In 2019 kondigde Draghi een ruimer monetair beleid af en zijn opvolger Christine Lagarde ging door met het aanjagen van inflatie door het laten bijdrukken van geld om de schulden van de zuidelijke landen weg te laten inflateren. Beslissingen van de ECB worden genomen met meerderheid van stemmen, wat betekent dat de zwakke landen het voor het zeggen hebben gekregen.

    Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) als speelbal van politici

    Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) voor de overheid en het onderwijs werd opgericht in 1922 en is sinds 1969 gevestigd in Heerlen. Aanvankelijk was het een verlengstuk van de overheid, maar in 1996 werd het geprivatiseerd.

    Het kabinet Lubbers III (1989-1994) ontkwam niet aan bezuinigingen en onttrok daarvoor meer dan 32 miljard gulden – ongeveer 15 miljard euro – aan het ABP. In 1996 werd door het paarse kabinet Kok I ongeveer 10 miljard aan het ABP onttrokken om de Vervroegde uittreding (VUT) gedeeltelijk te financieren.

    De privatisering van het ABP heeft de belanghebbenden veel geld gekost. De pensioenen werden niet langer welvaartsvast, het weduwepensioen werd verminderd en de arbeidsongeschiktheidsverzekering ongunstiger. Het beheer van de pensioenpotten werd ondergebracht bij financiële grootmachten als Vanguard, State Street en Blackrock, die behalve exorbitante beheersvergoedingen bij goede én slechte rendementen ook nog hoge provisies bedongen.

    In 2004 besloot de Tweede Kamer de pensioenen onder toezicht van DNB te stellen. Het zou een foute beslissing blijken. Eduard Bomhoff (PvdA, later LPF), minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in kabinet Balkenende I, publiceerde in 2021 daarover een serie artikelen op wyniasweek.nl: “Pensioenen in Nederland en de rol van het toezicht”. Het Centraal Planbureau (CPB) had onjuiste rekenmodellen verstrekt, die DNB onveranderd had overgenomen, mogelijk omdat president Nout Wellink (1997-2011) de leiding in handen had gegeven van een team juristen. Aanvankelijk ging DNB ervan uit dat de beleggingen gemiddeld 4% rendement per jaar zouden opleveren, maar zij verlaagde in 2007 die rekenrente naar ongeveer 0% zodat de pensioenen bevroren werden. Toch had het gemiddelde pensioenfonds een vermogen bij elkaar gespaard dat vijftig keer zo groot was als het totaal van de jaarlijks uitgekeerde pensioenen. Bij de werknemers van de DNB zelf stegen de pensioenen in 2014 overigens met 2,3% en in de periode 2015-2020 zelfs met 8% per jaar.

    Na 2008 gingen pensioenfondsen steeds meer beleggen in staatsschulden met vaste rente en verkochten ze aandelen. In de modellen werd rekening gehouden met veranderingen van beurskoersen en rentetarieven, maar niet met correctiemechanismen, door Bomhoff ankers genoemd. Die zorgen ervoor dat de afwijkingen op langere termijn niet te groot worden. Bijvoorbeeld veroorzaakt een te sterk gedaalde koers van de aandelen ten opzichte van de hoogte van dividenden een aankoopgolf, waardoor de koers weer gaat stijgen. Het omgekeerde geldt bij een sterk gestegen beurskoers. Door het niet verdisconteren van correctiemechanismen werd met irreëel grote potentiële dalingen van de koersen gerekend. De uitgekeerde pensioenen konden daardoor niet worden geïndexeerd met het inflatiepercentage, omdat er in imaginaire gevallen niet genoeg zou overblijven voor de toekomstige pensioenen van de nog werkenden.

    Pensioenfondsen moesten op een jaarlijks peilmoment in staat zijn aan bepaalde verplichtingen te voldoen: uitkeringszekerheid kwam in plaats van dekkingszekerheid. Dat betekende dat vele jaren de pensioenen niet meer werden geïndexeerd, terwijl daarvoor wel ruimte was. Van 2008 tot 2021 stegen de pensioenreserves van € 700 miljard tot € 1700 miljard, maar werden ze nooit aangesproken, terwijl de gepensioneerden 26% van hun koopkracht kwijtraakten. DNB presidenten Nout Wellink en vervolgens Klaas Knot keurden goed dat de beleggingsschade werd doorgeschoven naar huidige en toekomstige gepensioneerden. Bomhoff pleitte dan ook voor het weghalen van het toezicht bij DNB en compenseren van de pensioenkortingen via een besluit van de Tweede Kamer. Het toezicht van DNB heeft door haar verkeerde en nadelige rekenregels de gepensioneerden sterk benadeeld.

    Het door Jetta Klijnsma gesloten pensioenakkoord met de EU

    Begin 2016 maakte Jetta Klijnsma, PvdA, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet Rutte II, via het Financieel Dagblad al duidelijk dat zij pensioengeld zag als gemeenschapsgeld. Zij sloot een pensioenakkoord met de EU, maar de inhoud daarvan bleef aanvankelijk geheim, zoals Jeroen Dijsselbloem als voorzitter van de Eurogroep toegaf. Later werd duidelijk dat Klijnsma wel degelijk de controle over de Nederlandse pensioenfondsen aan de EU had overgedragen: “EU kan maatregelen nemen ten aanzien van pensioengeld en daarmee banken overeind houden”. Met “The Union may adopt measures” zette zij, gesteund door VVD, Groen Links en D66, de oudedagsvoorziening van miljoenen Nederlanders op losse schroeven. Uit erkentelijkheid benoemde de regering haar in 2017 tot Commissaris van de Koning in Drenthe.

    Of en wanneer de EU tot maatregelen zal overgaan, moet nog blijken. Zeker is dat de pensioenfondsen niet veilig zijn. Zonder er ruchtbaarheid aan te geven zetten in oktober 2020 Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra namens de regering hun handtekening dat Nederland (samen met Duitsland) garant zal staan voor de schulden binnen de EU.

    Het ABP raakte steeds meer door de politiek beïnvloed

    Het ABP veranderde van strategie toen in 2021 in het bestuur sociaal en politiek geprofileerden zonder financiële expertise als Paul Rosenmöller (GroenLinks) aantraden en een duurzame koers gingen varen. Het maakte een jaar later een miljardeninvestering in een windturbinepark op de Noordzee bekend. De schade die dit natuurgebied daardoor zou ondervinden werd over het hoofd gezien. Bovendien verspilde het ABP miljarden door niet meer in Shell te beleggen. Het ABP-bestuur sloot zich aan bij de Finance for Biodiversity Foundation, die zich inzet voor het behoud van natuur en biodiversiteit. De bestuurders wilden zelfs een partnerschap met de overheid aangaan. Het zou beter zijn geweest als ze het rendement als voornaamste doel hadden gesteld. Het ABP heeft dure bestuurders van wie sinds 1 januari 2022 Harmen van Wijnen de voorzitter is; zijn inkomen bedroeg in 2023 maar liefst € 944.000,-.

    Van Wijnen meldde in 2022 in zijn eerste blog dat het ABP het jaar ervoor een zeer hoog rendement behaald had, € 61 miljard, dat is 11,6% op het belegde vermogen. Wel vond hij de kosten te hoog: iets meer dan € 5 miljard aan prestatievergoedingen voor de ingeschakelde private equity bedrijven ofwel 0,9% op het belegde vermogen. Hij wees erop dat het ABP niet alleen een sociaal-financieel, maar ook een maatschappelijk doel nastreefde. Een fraai rendement is goed, maar niet tegen elke prijs, aldus Van Wijnen. Hiermee gaf hij zijn politieke visitekaartje af.

    2022 werd overigens een rampjaar voor het ABP, dat zich mede door ABP-bestuurder Rosenmöller intussen toespitste op groen en sociaal beleggen. Het verloor € 96,9 miljard, wat overeenkwam met een vermogensverlies van 17,6%. Nederland had het beste pensioenstelsel van de wereld, maar vooral sinds de eeuwwisseling is het slechter geworden.

    De rol van De Nederlandsche Bank bij de overgang naar een nieuw pensioenstelsel

    De Nederlandse staat is weliswaar eigenaar van DNB, maar heeft daarover geen zeggenschap. De controle erover ligt zoals gezegd bij de ECB, die gecontroleerd wordt door de BIS. Klaas Knot gaat eenmaal in de maand naar Bazel om er zijn instructies te halen..

    Nederland is het enige land in West-Europa waar de Centrale Bank (DNB) toezicht houdt op de pensioenfondsen. In 2006 nam zij effectief het toezicht over van de Pensioenkamer. De bestuurders van pensioenfondsen worden benoemd na goedkeuring van DNB. Die pensioenfondsbesturen richten zich tegenwoordig vooral op duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen en minder op rendement. DNB is zowel toezichthouder op de financiële sector als op de pensioenfondsen en bovendien adviseur bij de kabinetsformatie. Ook is DNB vertegenwoordigd in het orgaan dat de begeleiding van de transitie naar het nieuwe stelsel verzorgt. De uitgaven daarvan worden geschat op vele miljarden euro´s ten koste van de pensioengelden.

    De Wet toekomst pensioenen

    In 2023 besloot de coalitie in de Eerste Kamer met steun van Groen Links, PvdA en SGP tot een vernieuwing van het pensioenstelsel, tot de Wet toekomst pensioenen (Wtp), waarbij de pensioenuitkering in de toekomst afhankelijk zal zijn van de financiële markt en daarmee onzeker. Het beleggingsrisico wordt dan volledig bij de pensioengerechtigden gelegd. Lex Hoogduin, ex-directeur van DNB, sprak van een treurige dag voor het pensioenstelsel. Het is de bedoeling om vanaf 2025 de Wtp te introduceren. Deelnemers en gepensioneerden hebben er niet om gevraagd, evenmin de pensioenfondsen. Er speelde bij de besluitvorming tot een nieuw stelsel een machtsstrijd tussen verschillende belangen. De voorstanders waren de werkgevers, waaronder de overheid. Met name DNB drukte het nieuwe systeem door.

    Op de Wtp wordt veel kritiek geuit. Pensioen is uitkering van in de werkzame jaren opgebouwd vermogen, waarop alleen de gepensioneerde recht heeft. De voorzitter van het ABP is een groot voorstander van de overgang. De inmiddels sterk bekritiseerde Van Wijnen bagatelliseerde de komende problemen en schoffeerde het nieuwe Kamerlid, actuaris Agnes Joseph (NSC), en ook vroegere zeer ervaren eigen topmanagers van het ABP. Joseph waarschuwde niet alleen voor het verloren gaan van oude pensioenrechten en de fluctuaties in het nieuwe pensioen, maar ook voor problemen bij de omzetting van de oude naar de benodigde nieuwe IT-systemen. Bovendien wordt er getwijfeld aan de juridische haalbaarheid van de stelselwijziging. Van Wijnen luisterde meer naar medebestuurder Rosenmöller.

    De vraag is hoe de miljardenreserves, eigendom van tegenwoordige en toekomstige pensioengerechtigden, zullen worden besteed. Zeker is dat de overheid geld zal uitgeven om politici te vrijwaren voor nadelige gevolgen van de Wtp. De uitkering na het vervullen van een politiek ambt is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA). Het kabinet verzweeg dat die zijn uitgesloten van de nieuwe wet Wtp.

    Politieke opstelling van De Nederlandsche Bank onder leiding van Klaas Knot

    Als centrale bank is DNB onafhankelijk van de overheid. In 2011 vertrok Nout Wellink als president-directeur ervan en lag het voor de hand om Lex Hoogduin tot zijn opvolger te benoemen. Mark Rutte stak daar echter een stokje voor, en bewerkstelligde dat Klaas Knot, evenals hij een hoge vrijmetselaar en logegenoot van Rutte, de leiding over de bank kreeg. Het was een politieke benoeming, die moest dienen om DNB op één lijn te zetten met de EU en de ECB en daarmee klimaat-ideologische maatregelen te bevorderen.

    Er is veel kritiek op DNB en de leiding van Klaas Knot. In het jaarverslag over 2021 schreef hij: “We hebben zowel de groei als de inflatie telkens onderschat”. Hij verwaarloosde de studie naar inflatie, het toezicht op banken en pensioenfondsen en toonde geen aandacht voor armoede en ongelijkheid, maar ontpopte zich als klimaatactivist en voorvechter van biodiversiteit. Hiervoor ontving hij een jaarsalaris van € 434.000,-. Ook 23 andere managers verdienden meer dan de Balkenende-norm. DNB maakte de pensioenfondsen onterecht wijs dat een dalende rente een groot risico vormde. Klaas Knot legde een dure verzekering daartegen bij Goldman Sachs dwingend op, en maakte daarmee de pensioenfondsen € 50 miljard armer.

    In het jaarverslag over 2023 ligt weer de nadruk op duurzaamheid, klimaat en milieu, waarvoor de belastingbetaler de rekening krijgt. DNB leed in dat jaar € 3,5 miljard verlies en Knot verwachtte dat DNB tot 2028 in de rode cijfers zal blijven. In corona-tijd kocht DNB te veel obligaties op om de Zuid-Europese landen te helpen en honderden miljarden werden gestort in EU-steunfondsen voor coronamaatregelen. DNB boekte die obligaties in haar jaarverslag tegen de waarde van de kostprijs. Die waarde daalde echter door onvoorziene stijging van de kapitaalmarktrente. DNB had zelf meer rekening moeten houden met risico´s, waarop ze juist andere banken moet wijzen.

    DNB pleitte voor een verduurzamingsplicht bij de aankoop van een nieuwe woning, waarmee Knot burgers wilde voorschrijven hoe zij hun geld dienden te besteden. Hij wilde de aftrek van de hypotheekrente afschaffen en zelfs het eigen huis als “vermogen” in box 3 aanslaan. Hierbij speelden socialistische motieven als een “eerlijker” verdeling een rol. Daarentegen werd gezwegen over de eigen topsalarissen.

    DNB zou zich primair moeten richten op zaken als inflatie dus prijsstabiliteit, de waardevastheid van de euro, de overheidsfinanciën en toezicht op een veilig en betrouwbaar betalingsverkeer. Een van haar kerntaken is toezicht op het bankwezen, maar de bank verspeelde zelf eigen vermogen, gezamenlijk bezit van Nederlandse burgers, dat het gat in de Rijksbegroting had moeten dichten. Knot ging op de woke toer, hij liet de regenboogvlag op het gebouw van DNB wapperen en zijn medewerkers blijmoedig meedoen met de Gay Parade. Kortom: de onjuiste man op de onjuiste plaats.

    Nederland staat er slecht voor.

    Dertien jaar bewind onder de kabinetten van de globalist Mark Rutte hebben ons land weinig goeds gebracht. Hij gaf top-banen aan zijn volgelingen, i.c. meelopers, maar trok zich niets aan van de wil van het volk. Bevoegdheden werden overgeheveld naar de EU, de VN en de WHO. Nederland verloor veel soevereiniteit door die over te dragen aan de corrupte en geldverslindende EU met haar overbetaalde, regeltjes producerende ambtenarenapparaat. Rutte toonde zich een vooraanstaande aanhanger van het WEF van Klaus Schwab, dat de “Great Reset” coördineert. Er wordt getracht een “duurzame” wereld te scheppen, waarbij ontvolking van de aarde een van de voornaamste doelen vormt.

    Tegen de eeuwwisseling begon Nederland met privatisering van nutsbedrijven als energie, de post en de spoorwegen, wat die bedrijven geen goed heeft gedaan. Er werd jarenlang gesmeten met geld dat onder meer werd besteed aan de zogenaamd door de mens veroorzaakte klimaatverandering, de niet bestaande stikstofcrisis en de massale immigratiestromen. Het aantal ambtenaren nam sterk toe evenals de personeelskosten. De kabinetten Rutte lieten de ene na de andere crisis ontstaan en weigerden meer dan eens om aangenomen moties van de Kamer uit te voeren.

    De overheid zal bezuinigingen niet kunnen vermijden en moeten afzien van linkse hobby´s. Een ervan is de “Green Deal” van Frans Timmermans. Hij wil tegen 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% verminderen en in 2050 moeten er “netto nul emissies” zijn. De kosten ervan zijn naar schatting € 1500 miljard, waarvoor grootschalige onteigeningen van privébezit noodzakelijk zullen zijn, zodat boeren moeten vrezen voor hun toekomst. In de “Great Reset” is voor de traditionele familieboerderij geen plaats meer. Dat betekent volgens Schwab dat biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel centraal zullen staan om de problemen van voedselschaarste op te lossen. Hij prijst net als Bill Gates genetische manipulatie aan als een veilige en efficiënte methode om gewassen te verbeteren.

    Mede door de hoge energieprijzen ten gevolge van sancties tegen Rusland is een proces van de-industrialisatie en een toename van het aantal faillissementen op gang gekomen. De sectoren die geld voor ons land moeten verdienen, landbouw en industrie, krimpen. Het financieel-economische systeem zal in elkaar storten en diepe armoede lijkt onafwendbaar, zeker zolang Nederland in de EU blijft.

    Volgens Rutte is de oorlog van Oekraïne tegen Rusland “onze oorlog”. Zijn door hem naar voren geschoven opvolger en bewonderaar, Dick Schoof, is dezelfde mening toegedaan, maar het merendeel van de Nederlanders niet. Uit de EU en weg met de euro zou goed voor Nederland zijn.

    Door:
    Catherine Boon-Langedijk
    (voor www.ejbron.wordpress.com)

    0 reacties :

    Een reactie posten