Axel Bojanowski: “Wat je altijd al wilde weten over het klimaat, maar tot nu toe niet durfde te vragen.”

Datum:
  • vrijdag 12 juli 2024
  • in
  • Categorie: , ,
  •  Helaas ziet het er niet naar uit dat deze onzin snel zal verdwijnen.


    12-7-2024



    Axel Bojanowski: “Wat je altijd al wilde weten over het klimaat, maar tot nu toe niet durfde te vragen.”

    Vóór de boekrecensie een voorafgaande opmerking: het klimaat, wetenschappelijk gedefinieerd als het statistische gemiddelde van het weer over minstens 30 jaar, staat momenteel centraal in de aandacht en actie in de media en de politiek in Duitsland.

    Dit ondanks het feit dat mensen gevoel hebben voor het weer, maar niet voor statistische gemiddelde waarden. Deze gemiddelde waarden kunnen niet worden beschermd (klimaatbescherming).

    Een eerste oppervlakkige verklaring voor de extreme belangstelling voor het klimaat is de voortdurende verwarring in de media over klimaat en weer – uit onwetendheid of intentie, dat valt nog te bezien. Elke overstroming, elke storm, zelfs een ongewoon warme en aangename aprilmaand, verandert nu in een waarschuwingssignaal voor een gevaarlijke, door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Helaas ziet het er niet naar uit dat deze onzin snel zal verdwijnen. Hoe kon deze ontwikkeling tot stand komen?

    Het hier besproken boek van de gekwalificeerde geowetenschapper Axel Bojanowski, hoofdwetenschapsverslaggever bij WELT, die zich altijd kenmerkt door goed onderbouwde, leesbare artikelen, geeft antwoord op deze vraag. De focus van zijn boek ligt op klimaatbeleid, wetenschapsbeleid, klimaatideologie, politieke berekening, lobbyen, bedrijfsmodellen met klimaatangsten en meer, maar minder op een beschrijving van de huidige stand van zaken op het gebied van klimaatonderzoek.

    Een gedetailleerde bespreking van de resultaten van klimaatonderzoek zou de lengte van bijna 300 pagina’s hebben overschreden. Aan de andere kant, als je zo kort mogelijk ter zake wil komen: de oorzaken van klimaatveranderingen zijn onbekend, op enkele uitzonderingen na, zoals de Milankovic-cycli van honderdduizenden jaren.

    Tot op heden kunnen klimaatmodellen het klimaatverleden niet eens op bevredigende wijze weerspiegelen, en het IPCC en de vakliteratuur geven bijna elk jaar verschillende waarden voor het opwarmingseffect van CO2 uit fossiele verbranding (klimaatgevoeligheid: TCR), met grote onzekerheidsmarges. A. Bojanowski beperkt zich daarentegen tot het aanvullen van klimaatwetenschappelijke details tot de hierboven beschreven hoofdonderwerpen. Dat pakte goed uit.

    Paradoxaal genoeg zijn het juist de onzekerheden van het klimaatonderzoek die het mogelijk maken het klimaatvraagstuk te misbruiken voor talloze, bijna ondenkbare doelen. Het boek van A. Bojanowski gaat over dit misbruik. Het is een verhaal dat begint toen belangengroepen, van milieuactivisten tot stoere zakenlieden als Al Gore, het Amerikaanse leger en activistische klimaatwetenschappers, zich begonnen te realiseren hoe ideaal de klimaatkwestie was voor hun eigen agenda.

    In de loop van de tijd namen steeds meer belangengroepen de klimaatkwestie over, van de links-groene politiek en NGO’s als Greenpeace, die van het praktisch opgeven van de milieubescherming (walvisjacht) naar “klimaatbescherming” en de strijd tegen kernenergie gingen. Tegenwoordig heeft deze ontwikkeling al het punt van absurditeit bereikt bij klimaatvertegenwoordigers in elk Duits gemeentebestuur en zelfs bij ‘klimaatburgemeesters’.

    De inhoud van het boek toont de volgende exemplaren van de synopsis in het boek:

    Bij het lezen demonstreert elk hoofdstuk de onderzoekszorg van A. Bojanowski, een journalistieke deugd die tegenwoordig helaas zeldzaam is geworden. Wat vooral interessant is, is de opheldering van de achtergronden, onderlinge verbanden en invloed van de klimaatlobby op de media en de politiek, waardoor de wetenschappelijke en economische rede weinig kans heeft op effectief verzet.

    In de loop van het boek kiest Bojanowski de kant van de neutrale wetenschap, die, ondanks al het catastrofale getrommel, nooit moe wordt zich te verzetten tegen het ‘einde van de wereld als gevolg van fossiel CO2 door extreme temperaturen, omslagpunten, enz.’ met specialistische publicaties.


    Zelfs de Assessment Reports (AR) van het IPCC – helaas niet de alarmerende propagandageschriften als samenvatting voor beleidsmakers – behoren tot de temperende stemmen. In de AR is niets te vinden over een klimaatnoodtoestand of enig hard bewijs dat CO2 uit fossiele brandstoffen schadelijk is voor het klimaat.

    Elk hoofdstuk van het boek van A. Bojanowski is compact, begrijpelijk geschreven en bovendien spannend om te lezen. We kunnen het boek dan ook aanbevelen aan iedereen die op historische, gedetailleerde, correcte, spannende en onderhoudende wijze kennis wil maken met de achtergronden van het klimaatactivisme.

    Een goede boekrecensie mag echter geen kritiekpunten uitsluiten. Op voorhand moet gezegd worden dat ze de waarde van het boek van A. Bojanowski niet verminderen. Allereerst is de titel van het boek wat ons betreft niet helemaal een goede keuze, omdat het boek vooral gaat over de media, politieke en wetenschappelijke debatten over het klimaat, en niet over het klimaatfenomeen zelf. Misschien kan de volgende editie dit nadeel corrigeren.

    Als bron zou het boek “L’imposture climatique” van Claude Allègre uit 2010 moeten zijn opgenomen (helaas is er geen vertaling in het Engels of Duits). Het is een spannend insiderboek over de fijne kneepjes van de klimaatwetenschap van de begindagen tot 2010, die nergens anders te vinden zijn. Claude Allègre was zelf klimaatwetenschapper aan MIT, Caltech en Cornell University en was van 1997 tot 2000 minister van Onderwijs, Onderzoek en Technologie van Frankrijk.

    In de proloog van het boek van A. Bojanowski staan ​​twee voorspellingen die van cruciaal belang zijn: de temperaturen zouden de komende decennia blijven stijgen en sommige vormen van extreem weer zouden steeds gebruikelijker worden. Beide voorspellingen behoren niet tot de algemeen aanvaarde stand van kennis in de klimaatliteratuur, omdat ze uitsluitend gebaseerd zijn op de klimaatmodellen van het IPCC, die met name bekritiseerd worden omdat ze het klimaatverleden niet correct beschrijven (bijv. Scafetta, N., 2024 , Effecten en risico’s van “realistische” voorspellingen van de opwarming van de aarde voor de 21e eeuw, Geoscience Frontiers, 15(2), 101774). Dat is het probleem met voorspellingen. Ze zijn moeilijk, vooral als ze de toekomst betreffen, zoals Mark Twain zou hebben gezegd.

    In Hoofdstuk IV, Sectie 26 kunt u “ Het menselijke signaal werd ontdekt ” lezen in de context van de specialistische publicaties van Hasselmann en co-auteurs (1993). Deze bewering is onjuist of op zijn minst misleidend: al in de iets latere specialistische studie van Hegerl, v. Storch, Hasselmann, Santer, Cubach en Jones (1996), Detectie van broeikasgassen veroorzaakte klimaatverandering met een optimale vingerafdrukmethode, benadrukt de samenvatting uitdrukkelijk de bedenkingen bij de onzekerheden van de gedane uitspraken, zoals

    “De grootste onzekerheid van onze analyse is de schatting van het natuurlijke variabiliteitsniveau”.

    Bovendien bevond het onderzoek naar oceaancycli zich in de jaren van beide publicaties (1993 en 1996) nog in een zeer vroeg stadium. De eerste publicatie over de AMO (Atlantic Multidecadal Oscillation) was bijvoorbeeld net in 1994 verschenen (Schlesinger en Ramankutty), en veel andere cycli waren nog niet bekend. Hun invloed op het klimaat staat inmiddels in talloze vakpublicaties buiten kijf. Daarom had Bojanowski , in plaats van ‘ Het menselijke signaal werd ontdekt’, beter kunnen schrijven: ‘Er werd een statistisch significant menselijk signaal ontdekt.’ Zoals we uit de statistieken weten, kan zo’n signaal enerzijds heel klein zijn en anderzijds vals alarm zijn. “


    Gelukkig heeft A. Bojanowski deze uitspraken later in perspectief geplaatst en gedeeltelijk ongedaan gemaakt. In hoofdstuk VII, sectie 47, op pagina 241 staat bijvoorbeeld:

    “De tegenstrijdigheid tussen attributiestudies en de analyse van langetermijngegevens, detectie, heeft lange tijd betrekking gehad op klimaatonderzoek”,

    wat waarschijnlijk tot op de dag van vandaag terecht de onoplosbaarheid ervan uitdrukt. In een latere uitgave zou het misschien passend zijn om de klimaatbevindingen die nodig zijn voor de basis van het boek globaal consistenter te formuleren, of misschien nog beter om meer nadruk te leggen op de tegenstrijdigheden die in de vakliteratuur worden aangetroffen.

    Om misverstanden te voorkomen willen wij nogmaals benadrukken dat de hier genoemde punten van kritiek niets afdoen aan de kwaliteit van het boek van A. Bojanowski.

    ***

    Bron hier.

    ***

    0 reacties :

    Een reactie posten