Ze hoorde te veel onwaarheden over de nieuwe pensioenwet.
Eduard Bomhoff 25-5-2024
Actuaris en pas aangetreden NSC-Tweede Kamerlid Agnes Joseph legde in haar intussen beroemd geworden maidenspeech uit waarom ze voor haar geweten niet langer kon blijven werken voor de grote pensioenfondsen. Ze hoorde te veel onwaarheden over de nieuwe pensioenwet. Bijvoorbeeld de frivole en onverantwoordelijke bewering dat het geen probleem zou zijn om de gecompliceerde berekeningen te maken voor het individueel ‘invaren’ van de tien miljoen gepensioneerden en deelnemers. Lees: het overdragen van de pensioenrechten en pensioenaanspraken die zijn opgebouwd onder de oude wetgeving naar een pensioen dat past binnen het nieuwe stelsel.
In haar speech liet Agnes Joseph er geen twijfel over bestaan van welke kant de onwaarheden kwamen: van de voorstanders van de nieuwe pensioenwet. Een topman van de vakbeweging beloofde hogere pensioenen. De president van De Nederlandsche Bank beweerde dat met de nieuwe wet de pensioenen eindelijk weer de inflatie konden bijhouden, nadat dat vanwege de oude wet volgens hem tien jaar niet had gekund. De baas van een groot pensioenfonds vertelde dat de berekeningen voor het individueel maken van de pensioenen eigenlijk altijd al werden gemaakt, en dat de nieuwe wet dus geen probleem kon zijn.
Tegenstanders worden doodgezwegen
De term ‘invaren’ was slim gekozen want die suggereerde een veilige haven. In werkelijkheid moet onder de nieuwe wet iedere pensionado solo varen op de woelige baren van de beurs. Ik noem het liever niet ‘invaren’, maar ‘overboord gooien’, want dat is het. De tegenstanders daarvan (onder wie de oud-toppers Jean Frijns, Jelle Mensonides en Dick Sluimers van het ABP en de KNAW-economen Joop Hartog en Bernard van Praag) worden nog steeds consequent doodgezwegen door De Nederlandsche Bank.
Op Me Judice, het onafhankelijke discussieforum voor economen, is de verhouding tussen voor- en tegenstanders van de nieuwe wet ongeveer één tegen tien. Tussen de stortvloed van kritiek trof ik op het forum over de laatste drie jaar één enkel positief stuk. Dat komt van twee accountants die een meer politieke insteek kiezen en besluiten met: ‘We roepen de critici van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) op om, in plaats van energie te steken in het bestrijden van de Wtp, die energie nu te richten op het vergroten van het draagvlak voor de Wtp’. Niet echt een argument voor de nieuwe wet.
Gelukkig is er nog geen enkel pensioenfonds begonnen met het invaren annex overboord gooien van de deelnemers en de gepensioneerden. Een aantal kleine fondsen heeft zelfs al besloten om dat nooit te doen, evenals – een belangrijk signaal voor wie wil luisteren – de vakbonden bij Unilever, die volop vertrouwen hebben in hun gerenommeerde pensioenfonds Progress: ‘Hierdoor kan (-) de huidige bij- en terugstortingsregeling van toepassing blijven.’ Dat betekent dat het pensioenfonds gegarandeerd de pensioenen kan aanpassen aan de inflatie en dat moedermaatschappij Unilever bijstort indien nodig, en geld krijgt teruggestort in geval de buffers van Progress te royaal worden.
Ik memoreer nog eens vijf bezwaren tegen de nieuwe wet:
Eén: de pensioenen worden veel lager. De beoogde individuele ‘pot’ moet, na het ‘invaren’ van de deelnemers, geleidelijk steeds meer gaan beleggen in staatsschuld in plaats van in gebouwen en bedrijven. Op de lange duur maakt dat een enorm verschil. Pensioenen worden tientallen procenten lager.
Het blijft dan ook een raadsel waarom De Nederlandsche Bank zich toch zo hard heeft gemaakt voor de nieuwe wet. Ik weet alleen wat insiders uit de pensioenwereld me hebben verteld: toezicht op pensioenen was voor de bank een nieuwe, zelfgezochte taak waar men geen ervaring mee had. Een paar juristen – die niets wisten van beleggen – namen het voortouw en wilden dat de fondsen niet langer geld gingen steken in gebouwen en bederijven omdat rendementen op staatsschuld beter voorspelbaar zouden zijn. Dat staatsschuld ook de slechtste belegging is in tijden van inflatie, realiseerden zij zich niet. Door slecht management aan de top kregen de economen bij De Nederlandsche Bank geen kans om deze foute, juridische aanpak te corrigeren. Daarna werd de nieuwe wet vooral een prestigezaak voor bankpresident Klaas Knot.
Steeds meer onzekerheid
Twee: de pensioenen worden veel onzekerder. Er is nu al veel onrust over de beslissing over het precieze moment waarop de deelnemers en de gepensioneerden moeten worden ‘ingevaren’. Dat kan veel schelen in hun pensioen. En daarna is alleen de onzekerheid over de levensverwachting nog collectief gedekt; de rendementen en dus de hoogte van het pensioen hangen af van de beurs, terwijl dat helemaal niet nodig zou zijn geweest als we in het huidige systeem waren gebleven.
Drie: loodgieters, verpleegkundigen en andere werknemers met lichamelijk zwaar werk zouden eerder met pensioen moeten kunnen gaan. Dat was en is belangrijk voor de betrokkenen én voor de PvdA en de vakbeweging die zich hun lot aantrekken. Eerder pensioen voor zwaar werk laat zich veel makkelijker regelen in de oude wet. Nu geldt daarin nog dat elk jaar arbeid 1,875 procent opbouwt voor het ‘middelloon’, zodat wie veertig jaar werkt kan uitkomen op veertig keer 1,875 is 75 procent van dat ‘middelloon’. Oplossing: maak samen met de vakbeweging en met Arbo-artsen een lijst van zware beroepen en gun hen een opbouwpercentage dat hoger ligt dan die 1,875 procent – ergens tussen 2 en 2,5 procent – zodat zij eerder (maar zonder verplichting) kunnen stoppen. Dat hogere percentage moet dan ook compenseren voor het gedeeltelijke verlies bij de AOW.
Vier: het invaren annex overboord gooien vereist enorme berekeningen die voor oudere gepensioneerden meer dan vijftig jaar in de tijd terug moeten gaan. Dat gaat miljarden kosten. Ook daarom heeft Agnes Joseph voorgesteld om niemand ‘in te varen’, maar alleen een nieuw, individueel systeem te overwegen voor werknemers die aan het begin van hun loopbaan staan.
Pensioenminister Carola Schouten (ChristenUnie) weigerde om die optie te analyseren en daar een overwogen mening over te geven (waarom eigenlijk niet?) en de baas van het ABP noemde de suggestie van Joseph ‘een laatste stuiptrekking’. Dan ben je niet echt bereid om samen naar een oplossing te zoeken.
Vijf: in de oude wet was er een anker voor de hoogte van de premies. Die moesten immers voldoende zijn om de beloftes van het pensioenfonds te dekken. Dat anker wordt losgeslagen in de nieuwe wet. Cao-partijen bepalen straks samen de hoogte van de premie. De nieuwe wet zegt daarover heel duidelijk: ‘In de nieuwe pensioencontracten is echter geen sprake meer van een pensioenuitkering met een vooraf vastgestelde hoogte’.
Werkgevers kunnen dus van alles proberen te veranderen in de premies. Daardoor wordt het veel moeilijker om te voorspellen wat de mogelijke levensstandaard na het pensioen zal worden, want misschien willen de werkgevers wel structureel minder premie gaan betalen.
Een zeer ongepaste ‘move’
Het vorige week gepresenteerde hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB rept met geen woord over het pensioendossier. Drie weken geleden nog was er het nieuws dat de belangenvereniging van pensioenfondsen Pieter Omtzigt onder druk zette om – in strijd met zijn verkiezingsbeloftes – akkoord te gaan met de invoering van het nieuwe stelsel en niets meer te veranderen aan de Wet toekomst pensioenen. In ruil daarvoor zouden de fondsen bereid zijn de komende vijf jaar 25 tot 30 miljard euro te investeren in woningbouw, infrastructuur en duurzame energie.
Ik zie dat als een voor een democratie zeer ongepaste ‘move’ van pensioenfondsen die zich te veel hebben gecommitteerd aan De Nederlandsche Bank. Vorige week kwam Agnes Joseph direct met een beter plan: ‘Het pensioenstelsel blijft een vrije kwestie. Dat (-) biedt ruimte en perspectief om nadrukkelijk te werken aan verbeteringen van de wet. (-) De komende tijd gaan wij ons daarom (-) inzetten voor de mogelijkheid tot een geleidelijke overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.’
Het pensioendossier is nu wisselgeld
Joseph wil dus niemand overboord gooien. Daar is in de Tweede Kamer een meerderheid voor dankzij PVV, NSC, BBB, SP, PvdD, FvD en JA21. Alleen de VVD zou de wet nog steeds kunnen forceren door PVV, NSC en BBB te dreigen met een crisis. Maar wat is het belang daarvan voor de VVD? Mij lijkt waarschijnlijker dat Dilan Yeşilgöz het impopulaire dossier ‘pensioen’ gebruikt als wisselgeld en vrij baan geeft aan Joseph – in ruil voor een ander onderwerp waar de VVD meer winst mee kan behalen.
Heb ik het mis, dan mag u mij uitlachen. Maar daarna zal het lachen ons vergaan, want dan worden we allemaal ‘ingevaren’ en dus – ik zeg het nog één keer – overboord gegooid.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER . Hartelijk dank!
0 reacties :
Een reactie posten