De slotconclusie kan niet anders zijn dan dat de politiek de (klimaat-) wetenschap heeft overgenomen.
13-4-2024
Klimaathel of klimaathysterie?
Door Jakob Hoogakker.
In dit essay, waarvan hier enige fragmenten volgen, neem ik u mee op mijn zoektocht naar de ‘klimaat-waarheid’, een zoektocht die 15 jaar geleden begon. Rond die tijd hield ik met enige regelmaat lezingen over energie voor diverse gremia. Een vast onderdeel daarvan was de uitleg hoe, zo’n 300 miljoen jaar geleden, onze fossiele brandstoffen in de aardkost waren ontstaan. Daarbij plaatste ik veelal de volgende kanttekening: ‘de voorraden olie, steenkool en gas die in miljoenen jaren gevormd zijn, jagen we er nu in een paar honderd jaar doorheen. Geen wonder dat het klimaat op tilt slaat’.
Ik had tenslotte als zovelen kennis genomen van de bevindingen van het klimaatpanel van de Verenigde Naties (VN), het ‘Intergovernmental Panel on Climate Change’, kortweg het IPCC. Ik ging er voetstoots vanuit dat die gestoeld waren op een afgewogen oordeel over de vigerende klimaatwetenschap.
Gaandeweg kwamen er echter steeds meer signalen van gerenommeerde wetenschappers die de conclusies van het IPCC in twijfel trokken. Er kwamen schandalen aan het licht, zoals de blunder van het IPCC in het vierde rapport waarin de bizarre bewering stond dat de Himalaya-gletsjers in 2035 gesmolten zouden zijn. Kort daarna gevolgd door de Climategate, een inkijkje in de interne mailwisseling tussen klimaatwetenschappers dat weinig vertrouwen gaf in de wetenschappelijke soliditeit van het proces.
Al met al voldoende reden om zelf ook eens in de literatuur te duiken. Naast de IPCC-rapporten worstelde ik mij door zowel klimaat-alarmistische literatuur alsook door vele pagina’s van wetenschappers die de opwarming van de aarde in een geheel ander daglicht stelden. Daarnaast boden historici mij een interessante en neutrale kijk op de geschiedenis van het klimaat. Geleidelijk aan veranderde mijn standpunt, ik werd sceptischer.
Terugblik: Samenvatting en conclusies
1. De oprichting van het IPCC in 1988 was een logisch besluit van de VN gelet op de toename van broeikasgassen in de atmosfeer en de zorg over een mogelijke opwarming van de aarde als gevolg hiervan.
2. De aanvankelijke opdracht aan het IPCC om ‘onderzoek te doen naar de risico’s van de invloed van de mens op klimaatverandering’, was legitiem.
3. Het eerste rapport (1990) leverde de conclusie op dat er ‘niet gesproken kon worden van een duidelijk versterkt broeikaseffect’.
4. In 1992 werd besloten om de koers drastisch te wijzigen. Er werd een nieuwe organisatie opgericht in de vorm van het UNFCCC. De doelstelling werd, zonder verdere grondige wetenschappelijke onderbouwing, veranderd in: ‘de concentratie broeikasgassen te stabiliseren om een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat te voorkomen’.
5. Het IPCC volgde vanaf dat moment deze beleidslijn. De antropogene opwarming stond buiten kijf.
6. Na deze waterscheiding is het IPCC steeds meer alarmistisch geworden, sceptische wetenschappers werden niet meer uitgenodigd om deel te nemen in het IPCC of ze voelden zich niet meer gehoord en zeiden het instituut vaarwel.
7. Uit de vele incidenten en voorvallen, waarvan er slechts enkele in dit epistel zijn belicht, kan worden afgeleid dat alle bevindingen en conclusies kennelijk moeten passen in het narratief dat ‘de aarde opwarmt ten gevolge van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen’. Dit is de rode draad in de geschiedenis van het IPCC.
De slotconclusie kan niet anders zijn dan dat de politiek de (klimaat-) wetenschap heeft overgenomen. Dit wordt nog eens bekrachtigd door de Under Secretary General for Global Communications at the United Nations, Melissa Fleming. Op 20 september 2022 zei betrokkene:
‘We own the Science and we think the world should know it.’
***
Broeikas/CO2: Samenvatting en conclusies
1. Er is geen aanleiding (voor klimaatsceptici) om twijfel te hebben over de theorie die ten grondslag ligt aan het
broeikaseffect, dat is ‘harde natuurkunde’.
2. Na waterdamp is CO 2 het belangrijkste broeikasgas.
3. De bijdrage van CO2 aan de opwarming is weliswaar zeer klein ten opzichte van de zon-instraling, maar is niet
verwaarloosbaar.
4. De bijdrage van CO2 neemt bij een groeiende concentratie van CO2 logaritmisch af.
***
Klimaatscepsis: Samenvatting en conclusies
1. De opvatting van het IPCC dat de huidige opwarming van de aarde vrijwel volledig is toe te schrijven aan antro-pogene broeikasgassen is in belangrijke mate gebaseerd op modellen.
2. Evaluaties van zeer vooraanstaande wetenschappers, deskundig op het gebied van modelbouw, hebben scherpe kritiek op de modellen, variërend van ‘een vernietigend oordeel’ tot het plaatsen van zeer kritische kanttekeningen.
3. Veel parameters in de modellen en hun onderlinge samenhang zijn onbegrepen, het effect van wolken is daarin de cruciale factor.
4. De modellen geven een brede waaier aan uitkomsten over de voorspelde opwarming. Dit betekent dat klimaatwetenschappers onderling kennelijk sterk van mening verschillen over het antropogene broeikaseffect.
5. De in de IPCC-scenario’s voorspelde temperaturen blijken ongeveer twee keer hoger uit te vallen dan gemeten. Dit is een belangrijke indicatie dat de klimaatgevoeligheid voor een groeiende CO2-concentratie kleiner zou kunnen zijn dan verondersteld. De positieve feedbacks worden waarschijnlijk te hoog ingeschat.
6. Natuurlijke factoren, met name variaties in de zon-intensiteit, verdienen meer aandacht.
7. Het klimaat is een ‘gekoppeld non-lineair chaotisch systeem’, dit maakt lange-termijn-voorspellingen op fundamentele gronden onmogelijk.
8. Het IPCC erkent dat de modellen ongeschikt zijn voor lange-termijn-voorspellingen.
9. Dit alles in acht genomen rechtvaardigt de conclusie dat de uitkomsten van de modellen voor zover het de hamvraag, ‘hoe groot is het menselijk aandeel in de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen’, betreft, met grote terughoudendheid moet worden beoordeeld.
***
Conclusies
In 1992 is er in Rio de Janeiro een dramatisch besluit genomen. Zonder afdoende wetenschappelijk bewijs is besloten dat de opwarming van de aarde te wijten is aan de menselijke uitstoot van broeikasgassen. Alle volgende rapporten volgden deze lijn. Het IPCC werd eenzijdig alarmistisch. Het IPCC heeft zich daarmee, zoals Jules de Waart treffend zegt, ‘in de hoek geschilderd’. Er is geen weg meer terug. De alarmistische toon van het IPCC en de VN moet tegen de achtergrond van het voorgaande worden beoordeeld.
Het broeikaseffect is wetenschappelijk onomstreden, het berust op ‘harde’ natuurkunde. De CO 2 -concentratie is sinds de industriële revolutie met 50% gestegen, van 280 ppm naar 420 ppm. Dit heeft bijgedragen aan de opwarming van de aarde (1,1 °C vanaf 1850).
Door de complexiteit van het klimaatsysteem is de exacte bijdrage van CO2 evenwel niet bepaald. Het IPCC stelt dat de opwarming volledig is toe te schrijven aan de toename van de broeikasgassen, met name CO2 Natuurlijke factoren worden uitgesloten. Over dit aspect bestaat echter veel verschil van mening in de klimaatwetenschap.
Een belangrijk punt in de broeikasgastheorie is het verzadigingseffect van CO2. Dit impliceert dat iedere stap in de toename van CO2 telkens iets minder bijdraagt aan de opwarming dan de vorige stap. Deze logaritmische afname is een natuurkundige wetmatigheid. Dit betekent concreet het volgende: sinds de industriële revolutie is de CO 2-concentratie opgelopen van 280 naar 420 ppm, een stap van 140 ppm. Hierdoor heeft een zekere opwarming plaatsgevonden (die nog een naijl-effect kan hebben). De opwarming door een volgende zelfde stap, van 420 naar 560 ppm, zal circa 30% kleiner zijn dan het effect van de CO2 -toename tot nu toe. Om de gedachten te bepalen, bij gelijkblijvende groei van het CO2 -gehalte in de atmosfeer, duurt het tot 2080 voordat het niveau van 560 ppm bereikt zou zijn.
Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat de uitstoot op dit niveau blijft. Aanvankelijk zal er ongetwijfeld sprake zijn van een verhoogde emissie door mondiale bevolkings- en welvaartsgroei. Geleidelijk aan zal echter de bijdrage van fossiele brandstoffen afnemen, ook zonder versnelde geforceerde afbouw. Alternatieve energievormen (duurzame- en kernenergie) zullen een belangrijk aandeel van de fossiele energie verdringen. Daardoor is het goed denkbaar dat de groei van CO2 vertraagd wordt.
Klimaatmodellen, hoe ingenieus ook, worden te hoog ingeschat. Er zijn teveel onzekere factoren en witte vlekken. Dit impliceert dat de conclusies die op basis van de modellen worden getrokken met grote terughoudendheid moeten worden beoordeeld. The Science is not settled.
De te hoge voorspellingen van het IPCC voor de opwarming van de aarde zijn een teken aan de wand, de soep wordt kennelijk niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend
***
Over de auteur.
Jakob Hoogakker studeerde Elektrotechniek aan de HTS in Groningen (1971) en werkte daarna een aantal jaren bij het Medisch Fysisch Instituut van TNO in Utrecht als technisch-wetenschappelijk medewerker.
Vervolgens trad hij in dienst bij Gasunie/GasTerra in Groningen waar hij diverse technisch/commerciële- en managementposities bekleedde. Vanuit die hoedanigheid was hij tevens internationaal actief in onder meer de IGU (International Gas Union).
De laatste zes jaar voor zijn pensionering was hij voorzitter van de ‘Strategy Committee – World Gas Supply, Demand & Trade’ van deze organisatie.
***
Voor het volledige essay: Klimaathel-hysterie
***
0 reacties :
Een reactie posten