Hoe zijn we zo diep gezonken?
Kijk eens naar de Staat der Nederlanden. Helaas, ze is niet meer.
Autorijdend door de Nederlandse miezerregen, onder een voortdurend grijze loden wolkendeken -stapvoets, omdat ieder botsinkje in dit land leidt tot uren afgekraste rijbanen- zie je als je verveelde blik naar boven dwaalt, de staat der Nederlandse wegwijzers.
Ooit, helemaal nog niet zo lang geleden, waren die borden hemelsblauw, Dutch Design onder het hemelblauw. Smetteloos en schoongespoten, met witte letters en trotse pijlen. Nu onleesbaar, afgebladderd, uitgebleekt. Met zichtbare kieren tussen de panelen, waarvan er één, in de nabije toekomst, als een messcherp guillotineblad, rechtopstaand in het dak van een paarse Toyota RAV 4 de zieltogende, landelijke kutkrant zal halen. “Weggewaaid verkeersbord onthoofdt moeder van drie”.
Dwaalt je verdwaasde fileblik daarna naar rechts, dan zie je, ook als je dat liever niet zou willen, voorbij het talud, met het fast food afval en de scheve reflectorpaaltjes, de staat der Nederlandse geluidsschermen. Druipend van de giftige regen; het plexiglas, gekrast en opaque, groen van de algenslierten, zwart van roet en vuil, snot en rot.
Schermen waarvan je zou denken dat ze bedoeld waren om de automobilist te beschermen, tegen de deprimerende aanblik van de vinex ghetto’s en de mathematische rijen zielloze blokkendozen pal naast de weg, die er op de maquette zo leuk uit zagen; schermen, die er echter ooit zijn neergezet, als treurig compromis van een van te voren uitgemaakte inspraakavond, om de bewoners, dolblij met hun huurhuis, en loonslaven, dolblij met hun baantje, iets van het geraas, getoeter én de stank te besparen, met als piepkleine prijs een alle uitzicht ontnemende Berlijnse muur voor hun moegestreden koppen, volgestopt met pammetjes en molletjes, omdat de slaap maar niet wil komen en de hoofdpijn maar niet wil gaan.
En alles, werkelijk alles langs de vaderlandse wegen, alles van beton of glas of staal, is in wolken drijfgas volgekalkt door hippe ghouls met giftige kleuren autolak, lafjes ’s nachtjes, in hun puntige, alles vergiftigende, alles verkankerende geheimtaal. RASHH KiLLL! ZELM Q bOYZ, WEEEOW of KARASH X.
Graffiti, het symptoom van de beschimmelende, terminale beschaving.
Graffiti alom. Graffiti waar je kijkt, in de donkere spoortunneltjes waar de verkrachters wonen en waar het losgeld wordt gedropt, graffiti op elektriciteitshuisjes, op bruggen, statige nazi bunkers en andere Rijksmonumenten.
Of nog erger, de staat der Nederlandse snelwegkunst. Een roesthuisje op sliertige stalen poten als een monster uit HG Wells’s War of the Worlds, een met lasbrander uitgesneden scheepje uit één roestige plaat staal, een laveloze roodplastic man die met een trechter in zijn muil, uitrust op het talud of vier gigantische bakstenen olifanten.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse straatverlichting. De ene helft die het al maanden niet doet, de andere helft die natuur en platteland en alles dat rust zoekt of juist jaagt vergiftigt met natriumrood of bleke blauwe zoeklichten.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse viaducten, zwarte aanslag, provisorisch opgelapt en intens smerig. B-Side RuLES, NAC DE PAREL VAN HET ZUIDEN.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse treinen en bussen. Afgeladen met figuren die je beter niet recht aankijkt, als je leven je lief is. Gloednieuwe locs en wagons, maar toch al gesloopt en volgespoten. Kansloos als een nieuwe nier in een stervend lichaam. De haltes vertrapt, versplinterd in hopen glazen glitterdiamanten met daar tussenin, door een hond of rat aangevreten kletsnatte Big Mac restanten.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse hoofdsteden, met hun bewust uit Ethiopië geïmporteerde burgeroorlogen, brandende politieauto’s en brandende buurthuizen, met hun overvolle prullenbakken, hun zeeën van verbodsborden, verboden te varen, verboden te rijden, verboden te drinken, verboden te barbecuen, verboden te fietsen, te liggen, te staan, te ademen, te leven. Een verstikkende dromerige deugpicknick op een vulkaan van Romeins straatvuil.
De spuuglelijke rijen nylon regenboogvlaggen waar vroeger het katoenen Rood Wit Blauw wapperde, de troosteloze toeristen en andere zwermen ratten die krioelen in en rond de puinhopen, van badeendjes, hashlolly’s en stroopwafels, met zwervers en junks die schooien voor blikjes en plastic flesjes, als wezen op Bengaalse vuilnisbelten.
Kijk eens naar de afbraak, de verwaarlozing, de verkrotting, de staat der Nederlandse nieuwbouw; raamloos, zielloos, grijs, beton en blokkendoos.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse bossen. Waar op het enige stammetje dat nog rechtop staat, een bordje “Stiltegebied. Geen toegang” gespijkerd is. Alles ontwijd en omgeploegd, leeggeroofd en gesloopt. Want stuifzand en grind is ook natuur. Alles kapot en levenloos, alles omgezaagd, vlak voor het broedseizoen, behalve achter de prikkeldraadhekken van de landgoederen en de kroondomeinen, waar de staat der Nederlandse monarchie, jaarlijks met zijn vrinden, andere zwijnen, met een slecht gemikte hagelschot, kreupel mag schieten.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse wateren. Vol pfas, granulaten en slurry en rijen witte windgeneratoren die vogels in stukken slaan en als de avond valt, de horizon ontsieren met beklemmend rood, nerveus geknipper.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse weilanden. Zonder kuddes blije koeien, een enkel hobbyschaapje van een groene d66 bhoer. naast een zompige zee van zwarte vruchteloze zonnepanelen.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse justitie. Haar rechters die met opgetrokken blinddoeken hun oren laten hangen naar de macht. Die dissidente stemmen smoren en politici intimideren.
Kijk eens naar de staat der Nederlandse volksvertegenwoordiging. Onmachtig en slaafs. De meesten gevlucht. De vlerkerige overblijvers, die een intense slechtheid, grenzenloos opportunisme of een eindeloze onnozelheid uitstralen.
Zelfs de staat der Nederlandse duinen. Er zijn diepe gaten in gegraven.
Kijk toch eens naar de staat der Nederlanden!
Op ons enig overgebleven VOC schip wappert de COC vlag.
Hoe zijn we zo diep gezonken?
Waarom hebben we het roer zo uit onze handen laten vallen?
Waarom waren we niet in staat om dit te stoppen?
Ons land van vrije geesten en avonturiers. Van ingenieurs, ontdekkingsreizigers en wetenschappers, dat ooit heerste over de oceanen en de halve wereld. Dat land dat won van Spanje, Engeland, van Frankrijk. Dat land van schaapjeswolken, trotse boeren en vissers, van handelaars en kunstenaars, vrijgemaakt met eigen moed en eigen bloed. Dat land dat onze voorvaderen, met eigen handen opbouwden en beschermden tegen de stormen, de Noordzee en de regens.
Het land dat haar God vergat, is nu Godvergeten.
De Staat der Nederlanden is helaas niet meer.
Schrijven is mijn enige inkomen. Dus vind je mijn werk goed, mooi of belangrijk? Ondersteun mij dan alsjeblieft hier!
Mijn ziel en zaligheid ligt erin.
Mijn nieuwe boek Wolf , gezegend met prachtige recensies, kun je hier bestellen.
Nagedachte. Het schoot me net te binnen toen ik met de honden liep. Als je wilt weten hoe Amsterdam er uit zou moeten zien, qua schoonheid, properheid en gemoedelijkheid moet je uitgerekend naar de staat, waar wij met onze 13 trans soldaatjes en onze 3 groen geverfde vrachtwagens, alles aan doen om oorlog mee te krijgen. St Petersburg in Rusland is gebouwd onder Tsaar Peter de Grote in evenbeeld en uit liefde van het toen nog zo imposante Amsterdam.
Vind je mijn werk goed, mooi of zelfs belangrijk? Deel deze post dan zoveel mogelijk! Ook kun je mijn werk ondersteunen met een donatie!
0 reacties :
Een reactie posten