Columnist Zihni Özdil probeerde twee dagen lang zorgverzekeraars te vergelijken. Hij werd er niet veel wijzer van en kreeg bijna een muisarm.
Zihni Özdil 8-1-2024
Vroeger kende Nederland een ziekenfonds. Ik ben oud genoeg om mij dat te herinneren. Geen eigen risico’s. Geen of nauwelijks eigen bijdragen. Bijna geen papierwerk voor de patiënt.
In mijn beleving was dat uiterst efficiënt en doelmatig. En ik weet waar ik het over heb: sinds 2000 heb ik keratoconus. Een progressieve hoornvliesaandoening, die jaarlijkse ziekenhuisbezoeken en aangepaste scleralenzen eist.
In 2006 privatiseerde Nederland als enige land in West-Europa de zorgverzekering. Voortaan was je geen patiënt meer, maar een ‘zorgconsument’.
De beloftes waren mooi: door zelf te winkelen tussen verzekeringen en zorgaanbieders zou je betere zorg voor minder geld regelen. De vrije hand van de zorgmarkt zou zijn best doen.
Hoe werkt die zorgmarkt in Nederland? Zorgverzekeraars zijn verplicht om uiterlijk november hun polissen voor het volgende jaar bekend te maken. De meeste doen dat pas op het allerlaatste moment.
Als zorgconsument heb je dan de mogelijkheid om alle polissen door te spitten en te vergelijken. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook vergelijkingssites die dat automatisch voor je doen. Waarvan je maar hoopt dat ze neutraal zijn.
OVERSTAPPEN? KIJK MAAR UIT
Dit jaar besloot ik mijn socialistische beklag even te parkeren, en gewoon mijn handen uit de mouwen te steken. Een zorgconsument moet tenslotte wel aan de bak, nietwaar.
Braaf ging ik kijken welke polissen voor 2024 welke zorg gaan vergoeden. Dat kostte heel veel werk achter het computerscherm. Behalve kijken naar de aanvullende verzekeringen, zoals voor tandzorg, moest ik ook uitzoeken welke ziekenhuizen contracten hebben afgesloten met welke verzekeraars. Een flink aantal bleken nog in onderhandeling.
Moest ik dan maar op 30 december nog een keer urenlang gaan zoeken naar welke onderhandelingen zijn gelukt?
Dat zou trouwens niet genoeg zijn. Want je moet ook goed opletten voor ‘prijsplafonds’. Als een verzekeraar zo’n prijsplafond heeft afgesproken met een zorgaanbieder, kan dat plafond zomaar in maart al zijn bereikt. En val je alsnog buiten de boot als je in april ziek wordt.
Pardon, excuus, ik bedoel: als je in april besluit om zorg te consumeren.
NIETS WIJZER, WEL VEEL HOOFD- EN ARMPIJN
Twee dagen lang was ik ermee bezig, afgelopen november. Al die ellenlange tabellen met vergoedingen. Ik ging ze allemaal langs. Immers zou het niet verstandig zijn als ik alleen keek naar de zorg die ik momenteel consumeer. Je weet niet wat voor ziektes en/of ongelukken het jaar 2024 gaat brengen.
Helemaal duizelig werd ik van al dat zoekwerk. Mijn rechterarm begon ook te tintelen van al het gescroll en geklik. En wat leverde deze tour de force op?
Helemaal niks.
Ik werd er niet beter geïnformeerd door. Integendeel. Ik besloot om bij mijn huidige zorgverzekeraar te blijven. Te veel hoofd- en armpijn, zonder iets wijzer te worden. Te veel bureaucratie.
VIJF APPENDIX-OPERATIES UITPROBEREN
En dan is uw columnist universitair opgeleid en erg tech-savvy.
Hoe zit het dan met tante Truus en ome Rachid? Gaan zij alles kunnen vergelijken in de digitale hel van de zorgmarkt?
Begrijp me niet verkeerd. Ik geloof in de vrije markt. Ik wil niet dat de staat bier gaat maken. Ik wil in vijf cafés verschillende biertjes uitproberen, en zelf kunnen besluiten welke de lekkerste is voor de laagste prijs.
Maar niemand in Nederland stelde de vraag: kun je als ‘zorgconsument’ wel vijf appendix-operaties uitproberen, om te kijken welke de beste is voor de laagste prijs?
ELSEVIER
0 reacties :
Een reactie posten