Het afgelopen jaar in de Tweede Kamer

Datum:
  • zaterdag 6 januari 2024
  • in
  • Categorie: , ,
  • Het omgebogen krijgen van deze praktijk is een enorme opgave, maar naar mijn overtuiging geen onmogelijke.



     Het afgelopen jaar in de Tweede Kamer


    Ralf Dekker 2-1-2023


    Toen Simone Kerseboom in 2022 met zwangerschapsverlof ging, was het duidelijk dat ik, Ralf Dekker, officieel zou moeten aantreden als tijdelijk Tweede Kamerlid. Ik had hierbij gemengde gevoelens. Het voortdurende acteren en de schijn ophouden ten overstaan van opdringerige en vijandig gezinde medeparlementariërs en pers, was niet iets dat mij erg aantrok. Toen wij met Forum voor Democratie acht zetels haalden, was ik niet rouwig om mijn plaats negen, eerste reserve.

    N

    a het zomerreces zou het dan gaan gebeuren, in de eerste week van september. Naar aanleiding van een uitspraak van Wopke Hoekstra in een AD-interview over het stikstofbeleid, werd door Geert Wilders met succes een spoeddebat aangevraagd. De Tweede Kamer kwam tien dagen eerder dan gepland terug van reces, om op 23 augustus de minister aan de tand te voelen in een plenair debat. Dat was dus mijn vervroegde startdatum.

    Bovendien – dat was een ideetje van Gideon – was ik door mijn fractiegenoten uitgenodigd om op 23 augustus meteen mijn ‘maidenspeech’ te houden. En dus op mijn eerste dag namens FvD mee te doen aan dit debat. “Waarom ook niet”, dacht ik. De maidenspeech is een van de vele rituelen in de Tweede Kamer. Het is je eerste optreden als parlementariër in de plenaire zaal. Daarvoor krijg je een beetje extra spreektijd en word je tijdens je toespraak niet geïnterrumpeerd. Gewoonlijk vertellen de nieuwe Kamerleden dan iets over hun persoonlijke achtergrond, waar ze de motivatie en inspiratie vonden om door te dringen tot dit belangrijke ambt, en meer van dat soort dingen.

    Ik besloot om mijn spreektijd van zeven minuten te gebruiken voor een verkorte algemene politieke beschouwing, uitmondend in het uitdagen van Wopke Hoekstra om het CDA terug op het goede pad te brengen.

    Later realiseerde ik me pas ten volle hoe uniek deze gelegenheid was geweest. In de wereld van de Haagse politiek is een vervroegd van reces teruggekeerde, nagenoeg voltallige Tweede Kamer die een poging doet om een kabinetscrisis te forceren, veruit het meest zichtbare podium om op te kunnen verschijnen. Dit krijgt de meest uitgebreide persaandacht die er bestaat. Dat je medefractiegenoten dit moment aan jou als ‘nieuwe invaller’ gunnen, komt denk ik bij geen enkele andere partij voor.

    Er gebeurde die dag nóg iets bijzonders. Na mijn beëdiging, die aan het debat voorafging, werd ik traditiegetrouw door alle aanwezige parlementariërs gefeliciteerd. Na mijn maidenspeech gebeurde dat traditiegetrouw nóg een keer. Dat de bij het debat aanwezige kabinetsleden Rutte en Van Gennip die felicitatie achterwege lieten, was mij niet eens opgevallen. Daarvan maakte Caroline van der Plas vervolgens een groot punt van aandacht.

    Dit alles leidde ertoe dat mijn maidenspeech diezelfde avond voor een miljoenenpubliek bij Vandaag Inside nog eens uitgebreid ten tonele werd gevoerd. Een vliegende start dus. Behalve bij de portefeuille van Simone Kerseboom (Buitenlandse Zaken, Onderwijs en Cultuur) werd ik – gezien mijn achtergrond – ook ingeschakeld bij Pensioenen en Financiën. Je hebt voldoende te doen wanneer je van al deze beleidsterreinen volledig op de hoogte wilt blijven, alle stukken wil lezen, vergaderingen wil bijwonen gecombineerd met diverse briefings, ronde tafel bijeenkomsten, tweeminutendebatten, regelingen van werkzaamheden, werkbezoeken, wetgevingsoverleggen, stemmingen, enzovoorts. Het duurt wel even voordat je de weg hebt gevonden in al deze ontmoetings- en overlegvormen en procedures.

    Wat me geweldig meeviel bij dit Tweede Kamer avontuur (uiteindelijk viel ik in van 23 augustus 2022 tot 28 maart 2023) waren de mensen. Het Tweede Kamer personeel heb ik zonder uitzondering ervaren als heel voorkomend en attent, maar ook de ambtsgenoten, de andere parlementariërs, bleken voor het grootste deel vriendelijke, aardige mensen te zijn. Zeker wanneer ik lange dagen en late avonden meedeed bij de beraadslagingen, merkte ik dat er een soort camaraderie ontstond. En een acceptatie: “Die was er op de late avond ook tot het einde bij.” Onafhankelijk van de aard van de inbreng.

    Dat men gewend is elkaar aan te spreken met ‘collega’ is typerend. Het meedoen met al die rituelen en het kennen van de fijne kneepjes van de interne procedures geldt in die contreien als een ‘vak’. Je bent dus in zekere zin vakgenoten.

    Maar het is meer dan dat. Samen met de parlementaire pers – met in haar kielzog de gehele mainstream media – werken de Tweede Kamerleden allemaal samen om het beeld overeind te houden dat het hier écht ergens over gaat. Men neemt zichzelf en het parlementaire werk in het algemeen zeer serieus. Dat hier in Den Haag het land wordt bestuurd. Dat de volksvertegenwoordiging aan het werk is om de regering te controleren. Dat hier de ‘democratische rechtsstaat’ wordt onderhouden en beschermd. Het gezamenlijke doel lijkt wel het tot elke prijs overeind houden van die mythe. Daarin kun je parlementariërs inderdaad collega’s noemen.

    Dat verklaart voor mij ook waarom men als door een wesp gestoken reageert wanneer Thierry Baudet de draak steekt met het parlement. Wanneer hij bijvoorbeeld stelt dat het gaat over onbeduidende details in de uitvoering, en zelden over de zaak zelf. Maar ook wanneer Gideon van Meijeren aantoont dat belangrijke beslissingen elders allang zijn voorgekookt. Of wanneer door Pepijn van Houwelingen duidelijk wordt gemaakt dat de Tweede Kamer er bijna altijd voor spek en bonen bij zit, omdat coalitieakkoorden en internationale afspraken bepalend zijn en de meerderheid dus gewoon met de regering meestemt. Het blootleggen van dat soort zaken vindt men vervelend. Oncollegiaal. Niet alleen de parlementsleden zijn dan boos en beledigd, maar vooral ook de pers. De zeepbel dreigt dan te worden doorgeprikt en niets is erger dan dat.


    Het is een klassieke valkuil om je te laten leiden door de volle agenda en de enorme tsunami aan e-mails waarmee je Tweede Kamer-mailbox wordt overspoeld. Het kiezen wat wel en wat niet te lezen, welke bijeenkomst wel en welke niet te bezoeken, is al een enorme uitdaging. Wanneer je vervolgens een bijeenkomst bezoekt, moet je daar wel een inhoudelijke bijdrage leveren binnen de jou toegemeten spreektijd. Die tekst moet je voorbereiden en ter plaatse uitspreken. Vervolgens moet je adequaat trachten te reageren op interrupties, die vaak alleen als bedoeling hebben je in moeilijkheden te brengen. En als het even kan, wil je wellicht ook zelf interrupties plaatsen om het spelletje mee te spelen. Want alles wordt op beeld opgenomen en kan (en zal) tegen je gebruikt worden.

    Het effectief aan de kaak stellen van hoofdlijnen van beleid is in de context van de bovenomschreven parlementaire praktijk een enorme opgave. Dan moet je bewust afstand nemen van de allesoverheersende dagelijkse agenda en speciale gelegenheden opzoeken om je punt te kunnen maken. Dat voelt als het met je bootje stilliggen midden in een snelstromende rivier, waardoor je dreigt te worden meegesleurd, om vervolgens de gewenste vaarrichting te bespreken.

    De hoofdstroom wordt gevormd door onderwerpen als massa-immigratie, klimaat- en energiewaanzin, soevereiniteit en welvaartsoverdracht, betrokkenheid bij oorlogen, WHO-dictaten, LGBTQ-gekte. Dit soort échte onderwerpen komt alleen aan de orde waar het de detail-uitvoering betreft. Die wordt soms geagendeerd. De hoofdstroom zelf niet. Die loopt nu eenmaal zoals die loopt.

    Deze bureaucratische werkelijkheid, deze onderwerping aan de allesomvattende dagelijkse proceduremachinerie, kwam mij bekend voor. Bij grote organisaties, zoals de Rabobank waar ik lang gewerkt heb, was dit precies eender. Ook daar werd domweg geen gelegenheid gevonden om de échte onderwerpen aan de orde te stellen, en werd men geleefd door dagelijkse procedures en formele rapportages ‘die nu eenmaal moeten’.

    Het omgebogen krijgen van deze praktijk is een enorme opgave, maar naar mijn overtuiging geen onmogelijke. De bestaande instituties en procedures kúnnen positief worden gebruikt. Men hóeft niet aan de leiband van internationale afspraken en coalitieakkoorden te lopen. De echte vraagstukken kúnnen ter fundamentele bespreking worden voorgelegd.

    Dat vereist moedige onafhankelijke leden in het parlement. Die zich niet omver laten blazen door autoriteiten van de gevestigde macht. En die niet bang zijn om door de ‘vakgenoten’ in binnen- en buitenland af en toe ‘oncollegiaal’ te worden genoemd.

    Laten we hopen dat de nieuw samengestelde Tweede Kamer met een reuzenfractie van de PVV hier een begin mee maakt. Uiteindelijk zal het – naar ik vrees – niet lukken zonder een sterke aanwezigheid van Forum voor Democratie.

    GEZOND VERSTAND





    0 reacties :

    Een reactie posten