Die Oekraïners waren geen brave lieden zoals dat nu wordt voorgesteld.
DE VERMOORDE ONSCHULD DER OEKRAÏNERS…
(Door: “Driek”)
“Ik, Hermann Friedrich Graebe, verklaar onder ede: Van september 1941 tot januari 1944 ben ik belast geweest met de technische en organisatorische leiding van het bijkantoor Sdolboenow, Oekraïne, van het in Solingen gevestigde bouwbedrijf Josef Jung. Het behoorde tot mijn taak de bouwterreinen van de firma geregeld te bezoeken. Onze firma had met de constructie-afdeling van het leger een contract afgesloten voor het zetten van graanpakhuizen op het terrein van het voormalige vliegveld Doebno in de Oekraïne.
Toen ik op 5 oktober 1942 het kantoor te Doebno bezocht, vertelde mijn ploegbaas dat er niet ver van ons terrein in drie grote kuilen, elke van dertig meter lang en drie meter diep, Joden uit Doebno waren doodgeschoten. Per dag waren hier circa 1.500 personen gedood. De schietpartijen hadden hem heftig aangegrepen.
Daarop reed ik naar het terrein en zag in de nabijheid ervan grote hopen aarde, ongeveer dertig meter lang en twee meter hoog. Voor deze aardhopen stonden enkele vrachtwagens. Onder toezicht van een SS´er dreven gewapende Oekraïense politieagenten de mensen van de vrachtagens. De politieagenten traden als bewakers op en dreven hen van de vrachtwagens naar de kuilen. Al deze mensen droegen de voorgeschreven gele Jodenster op de borst en de rug van hun kleren. Ze waren dus duidelijk te herkennen als Joden.
Wij liepen rechtstreeks op de kuilen af, niemand hield ons tegen. Ik hoorde van achter der aardhopen snelle opeenvolgende geweerschoten. De mensen die van de vrachtwagens waren gestapt – mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden – moesten zich ontkleden op bevel van een SS´er die een soort van rijzweep droeg. Hun kleren moesten ze op bepaalde stapels neerleggen, gesorteerd naar schoenen, bovenkleren en onderkleren. Ik zag een stapel van zeker 1000 schoenen en enorme hopen onder- en bovenkleren.
Ik stond zo’n vijf minuten bij de kuil en hoorde in die tijd niet één klacht of smeekbede om te worden gespaard. Op dat moment riep de SS´er bij de kuil zijn kameraad, die telde circa 20 personen af en beval de slachtoffers naar de andere kant van de kuil te lopen. Ik liep om de hoop aarde heen en stond toen voor een reusachtig graf. Daarin lagen de mensen dicht opeengepakt en op elkander, alleen hun hoofden waren nog zichtbaar. Sommige mensen bewogen nog. Sommigen hieven hun en armen en hoofd op om te laten zien dat ze nog leefden.”
Dezelfde man, Graebe, heeft voor het Tribunaal van Neurenberg een ooggetuigenverslag gegeven van de methode die de SS gebruikte om het doden van Joden uit te voeren. Hij bezocht een bijkantoor van zijn firma in de Oekraïne, toen daar een actie tegen de Joden werd ondernomen. Hij is er in geslaagd enkele van hen te redden door voor te wenden dat ze voor zijn firma werkten en dus onmisbaar waren voor de oorlogsindustrie.
Die Oekraïners waren geen brave lieden zoals dat nu wordt voorgesteld. Het was tuig van de richel. Ze verdienen absoluut geen applaus van die misdadige bende in Den Haag. Maar die Nederlanders kun je van alles wijsmaken.
Ik wens U allen nog een gezegende dag.
Door:
“Driek”
(voor www.ejbron.wordpress.com)
0 reacties :
Een reactie posten