Van een onzer correspondenten.

Dat zo veel landen te maken kregen met hetzij extreme hitte, dan wel extreme regenval, is volgens de KNMI-onderzoeker Peter Siegmund toeval:

‘De atmosfeer heeft een geheugen van twee weken, zou je kunnen zeggen. Dus extremen die verder uit elkaar liggen, hebben geen verband met elkaar.’

Andere wetenschappers stellen dat hittegolven juist wel een link hebben met klimaatverandering. Ze worden langer, intenser en komen vaker voor.

In Nederland was de zomer juist, gemeten over de drie zomermaanden, tamelijk gemiddeld. Juni was recordzonnig, warm en droog, juli en augustus waren juist weer nat, maar wat betreft de hoeveelheid zon en temperatuur normaal.


Onderzoekers, zo meldt de NOS, kunnen nog geen conclusies trekken over de mogelijke gevolgen van temperatuurschommelingen. Prof. Caroline Katsman van de TU Delft:

‘Vooral in de Noord-Atlantische Oceaan is er nog steeds een ongekend hoge oppervlaktetemperatuur. Wat de mogelijke gevolgen zijn voor oceaanstromingen en het klimaat is nog heel lastig te duiden. Waarschijnlijk is het een samenloop van verschillende processen. Maar omdat we heel weinig metingen hebben van de temperatuur onder het zeeoppervlak, is dit moeilijk te controleren.’

Naar aanleiding van de immense wateroverlast anderhalf jaar geleden in Zuid-Limburg, Oost-België en delen van Duitsland zetten ook klimaatwetenschappers vraagtekens bij klimaatverandering.

Peter Siegmund over het extreme weer van toen:

‘Ik zie daarin geen verband met klimaatverandering. De bewoners hadden gewoon pech met deze drukverdeling.’

***

Bronnen hier en hier.