Dat er sprake zou zijn van overmacht is boerenbedrog nummer één.
3-9-2023
Door Tjeu Lemmens.
Het stikstofprobleem is een veelkoppig monster,’ zo schrijven Wageningse onderzoekers op de WUR-webpagina dossier stikstof. Uit dit dossier blijkt dat het de wetenschappers van de voormalige Landbouwuniversiteit ontgaat dat het een verzonnen monster is, een monster van Frankenstein, een monster dat geschapen is door wetten en het vastleggen van extreem lage grenswaarden voor de maximaal toegestane uitstoot van stikstof. Wanneer burgers hun bezorgdheid uiten over de strenge maatregelen, soms in felle bewoordingen en luidruchtige protesten, beroepen politici zich op overmacht. Immers, zij zijn door EU-wetten – ‘richtlijnen’ genoemd – en rechterlijke uitspraken met handen en voeten gebonden, zo stellen zij. Ze vermelden er niet bij dat zijzelf hebben ingestemd met de gewraakte EU-richtlijnen en dat de uitspraken van rechters gebaseerd zijn op door henzelf gemaakte wetten. Als politici zijn zij bij machte om wetten en grenswaarden – kritische depositiewaarden (KDW’s) genoemd – te veranderen. Dat er sprake zou zijn van overmacht is boerenbedrog nummer één.
Boerenbedrog nummer twee is dat politici burgers op een dwaalspoor zetten door ruimhartig te strooien met valse metaforen. Laten we om dat te doorzien het ‘veelkoppige stikstofmonster’ eens recht in de ogen kijken. De ogen van de eerste kop tonen de verwarring die de term stikstof zaait. Velen zullen stikstof associëren met stikken, zoals je stikt wanneer iemand een deken tegen mond en neus drukt, waardoor ademhalen onmogelijk wordt. Toenmalig D66-fractieleider, Rob Jetten, gebruikte dat beeld van een deken in een tv-praatprogramma: “Stikstof is een stofje dat een verstikkende deken legt over onze natuur, daar gaan onze bossen en planten dood van.” Thans is hij minister voor Klimaat en Energie.
In de ogen van de tweede kop zien we dat stikstof, door scheikundigen aangeduid met de letter N, een generieke term is voor tal van scheikundige verbindingen, waarvan stikstof deel uitmaakt. Twee atomen stikstof samengeklonken tot één molecuul (N2) is een onschuldig gas dat 78% van het volume van de atmosfeer uitmaakt. Twee atomen stikstof kunnen zich verbinden met zuurstof, waardoor het verdovings- en genotmiddel lachgas ontstaat, dat ook bekend staat als ‘krachtig broeikasgas’. Zonder zuurstof, die 21% van de atmosfeer uitmaakt, kunnen mens en dier niet leven. In de 18de eeuw noemde de scheikundige Rutherford lucht ontdaan van zuurstof schadelijke lucht, omdat een vlam erin dooft. In Nederland kwam de term stikstof in zwang. Zuurstof en stikstof tezamen maken 99% van de lucht uit. De overige 1% bestaat voornamelijk uit argon, een edelgas. De atmosfeer bestaat voor 0,038% uit CO2. Daarvoor wordt ook de dekenmetafoor gehanteerd: door de CO2-deken zou warmte die de aarde uitstraalt niet naar het heelal kunnen ontsnappen.
In de ogen van de derde kop van het monster zien we dat stikstofverbindingen onmisbare bouwstenen van het leven vormen en – naast CO2 – in de vorm van (kunst-)mest essentiële voedingsstoffen voor planten zijn. Zonder stikstof zouden we niet kunnen ademen of bewegen, want de aminozuren in onze spieren bestaan voor een deel uit stikstof. We zouden zelfs nooit geboren zijn wanneer er geen stikstof zou bestaan.
De twee belangrijkste stikstofverbindingen die in de discussies over het ‘stikstofmonster’ een rol spelen, zijn ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOX). Boerderijdieren worden aangewezen als de grote boosdoeners wat betreft de uitstoot van ammoniak, maar het wordt wereldwijd in grote hoeveelheden geproduceerd als grondstof voor schoonmaak- en koelmiddelen, alsmede kunstmest. De industriële productie van ammoniak vergt veel energie waarvoor aardgas nodig is, waardoor 1,8% van de wereldwijde CO2-uitstoot op conto staat van ammoniakproductie. De hitte in verbrandingsmotoren leidt tot een verbinding tussen stikstof en zuurstof (NOX). Stikstofoxiden worden daarmee vooral uitgestoten door transport en industrie. Langs natuurlijke weg ontstaan ze door bliksemschichten.
In de periode 1990-2010 is de stikstofuitstoot in Nederland opzienbarend afgenomen. Dit is vooral het gevolg van de grote bezorgdheid die in de jaren tachtig rees over het afsterven van bossen als gevolg van zwavel- en stikstofhoudende zuren (zure regen). Dit leidde tot succesvolle technologische oplossingen. De twee belangrijkste innovaties die boeren hebben toegepast zijn het injecteren van gier in akker- en weidebodems en het gebruik van luchtwassers in stallen. (Terzijde: luchtwassers zijn brandgevaarlijk en veroorzaken door stalbranden veel dierenleed.)
Hoewel de uitstoot in die twintig jaar meer dan gehalveerd is, vindt de overheid de KDW’s voor Natura2000 gebieden te hoog voor een goede natuurkwaliteit.
Er bestaat geen goede definitie van wat een goede natuurkwaliteit is, en de KDW’s berusten op nattevingerwerk. Een boerenbedrijf in de nabijheid van een Natura2000-gebied mag niet meer dan 0,07 gram stikstof per hectare per jaar uitstoten. In Duitsland ligt de norm 4.000 keer hoger en in Denemarken 10.000 keer. De Nederlandse normen zijn de strengste ter wereld. Zij zijn tot absoluut doel verheven – zowel in beleid als in rechtspraak – als gevolg van de wettelijk vastlegde grenswaarden. Het doel is natuurbehoud en het middel daartoe zijn de KDW’s. Het is gebruikelijk dat technocratische overheden een middel tot doel verheffen, de menselijke maat uit het oog verliezen en de noodzakelijk geachte maatregelen onverbiddelijk invoeren.
Natura2000 is een stelsel van EU-regelgeving, gericht op het behoud van de soortenrijkdom (biodiversiteit) aan flora en fauna in die gebieden in Europa die tot natuurgebied zijn bestempeld. De lidstaten hebben deze gebieden zelf mogen aanwijzen. Om aantasting te voorkomen, kunnen bedrijfstakken, met name de veeteelt en de bouw, geconfronteerd worden met zware uitstootbeperkingen, waarbij de Nederlandse overheid stikstof in de top heeft gehesen. Met de vorming van kabinet Rutte IV werd een nieuwe ministerspost gecreëerd: minister voor Natuur en Stikstof; een unicum in de wereld. Deze minister zonder portefeuille, die ressorteert onder het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, moet zorgen dat vóór 2031 de stikstofuitstoot is gehalveerd. Tot de 162 Natura2000 gebieden die Nederland aangewezen heeft, hebben alleen de Waddenzee, het IJsselmeer, de Zeeuwse wateren en enkele uitgestrekte heidevelden verspreid over het land enige omvang van betekenis.
Vooral de maatregelen om heidelandschappen – die in tegenstelling tot de Waddenzee niet uniek zijn voor Nederland – te beschermen, bezorgen de boeren kopzorgen, omdat ze hun bestaanszekerheid aantasten.
Heide is een door de mens gemaakt landschap. Tot aan de 20ste eeuw gebruikten boeren schrale zandgronden, die wegens onvoldoende voedingsstoffen ongeschikt waren voor het produceren van voedsel, als weidegronden voor schapen. Voorts werd heide afgeplagd, voor de mestopvang van vee in potstallen tijdens de winter. Met de uitvinding van kunstmest en betere controle over de waterstanden konden de minst schrale zandgronden geschikt gemaakt worden voor landbouw. Op wat overbleef, vooral heidevelden en duinen, gedijen alleen planten die wortelen in een stikstofarme bodem. Insecten, rupsen en vlinders hebben zich aangepast aan deze planten. Deze schrale zandgronden, en alles wat erop leeft, hebben we van lieverlede gelabeld als natuur die behouden moet blijven, door het neerslaan van ammoniak – vermesting – te voorkomen. Op deze kettingredenering is de maatregel gebaseerd van het nagenoeg verbieden van stikstofuitstoot in de nabijheid van heidevelden.
Een andere kop van het stikstofmonster kijkt nu met een scheel oog naar de klimaatactivisten en we zien vertwijfeling opdoemen. Want wanneer ammoniak neerslaat op heidelandschap, wordt de bodem verrijkt met nutriënten, waardoor er bomen kunnen groeien. De uitstoot van ammoniak leidt dus tot gratis bodemverrijking, met bossen als resultaat, wat goed is voor het verminderen van CO2 in de atmosfeer – het stikstofmonster in gevecht met het klimaatmonster.
Mede dankzij onderzoeken die Wageningse ingenieurs, vaak boerenzoons, de afgelopen eeuw hebben uitgevoerd, beschikt Nederland over de meest efficiënte landbouw ter wereld. Thans zijn wetenschappers van diezelfde universiteit bezig met onderzoek dat bijdraagt ‘aan vermindering van stikstofdepositie en verbetering van natuurkwaliteit.’ Wat met veel vernuft werd opgebouwd door hun voorgangers, wordt door een nieuwe generatie – die nauwelijks affiniteit heeft met het boerenbestaan – razendsnel afgebroken. In een dichtbevolkt land als Nederland bestaan altijd tegengestelde belangen. Keuzes hangen af van een verstandige balans tussen kosten en baten. De minister voor Natuur en Stikstof mag met tientallen miljarden de veeteeltsector uitdunnen. Dat is moedwillige vernietiging van een florerende bedrijfstak. De baten bestaan uit behoud van een kunstmatig parklandschap, dat je overal elders in Europa ook aantreft.
Met deze wanverhouding tussen kosten en baten laadt de overheid meer dan de verdenking op zich dat zij een verborgen agenda uitvoert, gebaseerd op de doelstellingen van het World Economic Forum (WEF) en het wensdenken van machtige hypermiljardairs. De overheid is druk bezig een nieuw veelkoppig monster te creëren, gespecialiseerd in het censureren, belasteren en uitsluiten van critici die in woord en geschrift hun ongenoegen uiten over de feitelijke drijfveren achter de uitkoop van boerenbedrijven
***
0 reacties :
Een reactie posten