Pieter Waterdrinker: Duurzame biomassa is een leugen

Datum:
  • woensdag 16 augustus 2023
  • in
  • Categorie:
  • Er tekent zich een catastrofe af.


    Pieter Waterdrinker 16-8-2023



    In de Franse streek waar Pieter Waterdrinker al bijna anderhalf jaar ‘tijdelijk’ woont, zijn velen de afgelopen anderhalf jaar overgestapt op de pelletkachel. Maar dat de hausse in het opstoken van zogenaamd klimaatneutrale biomassa ook nadelen heeft, ziet de schrijver dagelijks om zich heen. Er tekent zich een catastrofe af.

    We kennen het gedroomde bestaan en het reële bestaan. Dat geldt zeker ook voor Frankrijk, het land waar ik sinds het begin van de Russische invasie in Oekraïne het grootste deel van het jaar verblijf.

    PIETER WATERDRINKER
    Pieter Waterdrinker (1961) schrijft sinds mei 2023 elke dinsdag een column voor EW.
    Lees meer
    Pieter Waterdrinker

    In het gedroomde bestaan rijden we allemaal rond in elektrische automobielen, eten we (bijna) geen vlees en verwarmen we onze huizen de komende winter het liefst duurzaam. Intussen denderen in het reële bestaan zes van de tien Fransen hier in (vaak stokoude) dieseltjes door de heuvels, maken de ‘citoyens’ van mijn streek zich op voor het komende jachtseizoen, en klonken er hier – wat de  verwarming van het huis betreft – twee woorden: stookolie of vloeibaar gas.

    Zonnepanelen? De prijs hiervan ligt in Frankrijk nog aanzienlijk hoger dan in Nederland. Afgezien van de bureaucratische rompslomp geldt voor veel Fransen nog een ander argument: ze vinden die blekkende vlakken op het pittoreske terracotta-dak van het huis en pierre simpelweg lelijk. Onderschat bij Fransen nooit de rol van de esthetiek, en de daarmee verbonden erotiek, bij het maken van keuzes. Ik ken Fransen die bij het plannen van een reis door het land vaak een omweg nemen, om aan de witte windmolenwouden te ontkomen.

    Stookolie en vloeibaar gas dus. De afgelopen winter, de eerste die ik op het Franse platteland doorbracht, merkte ik dat je heel wat uurtjes moet draaien achter de kassa van het tuincentrum of als ober moet bedienen op zo’n leuk Frans terrasje, of (in mijn geval) dat je heel wat stukjes als dit moet tikken, om de gastank helemaal vol te krijgen.

    BIOMASSA LIJKT WEL EEN EPIDEMIE

    De aanvankelijk krankzinnige prijsstijgingen van gas en diesel als direct gevolg van de oorlog in Oekraïne hebben de afgelopen anderhalf jaar een revolutie teweeggebracht in mijn kleine Franse bubbel. De revolutie heet de poêle à granulés, oftewel de pelletkachel. De Fransen zijn massaal overgestapt op het verbranden van tot schroot vermalen en vervolgens tot compacte korrels geperst hout – groene, duurzame, koolstof-neutrale biomassa. Met het ecologische keurmerk van Brussel.

    ‘Wát? Stoken jullie hier nog steeds op gas?’ vroeg Sébastien me afgelopen winter, de man die ik altijd mag bellen als na een blikseminslag bij ons het licht weer eens is uitgevallen. ‘Ik ben al een jaar geleden overgestapt van stookolie op granulés. Het is veel goedkoper. En de warmte van gestookt hout, dat is toch eigenlijk de lekkere ouderwetse warmte die een mens wil hebben?’

    Werkelijk, bijna iedereen hier in het dorp ging aan de poêle à granulés, het leek wel een epidemie. Alleen mijn buurman Marcel was sceptisch, op de obstinate, licht arrogante wijze van de Parijzenaar die hij driekwart van zijn leven is geweest. ‘Het is een lobby, ik doe er niet aan mee. Het zaakje stinkt.’ Warrig sprak hij over een stuk bos even verderop, dat van de ene op de andere week was verdwenen.

    HET RAAM OPEN TEGEN DE SAHARAHITTE BIJ TWINTIG GRADEN VORST

    Degene die de klimaatverandering ontkent of bagatelliseert is stilaan rijp voor het gekkenhuis. Maar het is wellicht het droeve lot van de expat dat hij of zij, vanwege de ervaringen in het buitenland, de gebeurtenissen in het eigen land vaak met enige scepsis bekijkt.

    Jaren geleden al liep in Nederland een tv-campagne om de temperatuur in de kamer een paar graadjes lager te zetten. Intussen moest ik in Moskou en Sint-Petersburg elke winter het kantelraam bij twintig graden vorst naar buiten toe openzetten, wilde ik binnen niet stikken. En niet alleen ik: tientallen miljoenen Russen, van Moermansk tot Vladivostok, zetten het raam ’s winters open om aan de Saharahitte binnen te ontkomen. Waarom? Rusland kent met de centrale stadsverwarming amper individuele thermostaten.

    Met de huidige oorlog in Oekraïne is het natuurlijk een illusie. Maar zouden wij, het Westen, een paar miljard euro uittrekken om de Russische woningen te voorzien van thermostaten, dan zou dat voor het klimaat een zegen zijn. Vermoedelijk, hoor ik u zeggen, verdwijnt het geld in corrupte zakken. En bovendien: zijn we na de verschrikkingen die de Russen nu begaan, in de toekomst nog wel bereid tot samenwerking? Ook al gaat het dan om het lot van de aardbol? De ethische spagaat tussen het gedroomde en het reële bestaan zal zich na de oorlog in Oekraïne, als het weer vrede is, alleen maar verbreden.

    PROMOTEN BIOMASSA ALS GROTE MAFFIA

    Steeds vaker begon mijn buurman het afgelopen jaar te foeteren op Brussel. Door de hoge Europese subsidies voor biomassa, zo stelde hij, werden er bossen over de hele aardbol in ijltempo gekapt. Ik wist toch dat in de beschermde wouden en natuurreservaten van Europa – van Roemenië tot de Baltische landen – massaal gezonde bomen werden gekapt? Om de zogenaamde ‘hernieuwbare energiecentrales’ en de pelletfabrieken te voorzien van hout? Het was volgens hem een maffia, een van de grootste schanddaden uit de moderne geschiedenis. ‘En denk je dat wij er hier in Frankrijk aan ontkomen?’

    Op een middag afgelopen winter nam hij me in zijn dieseltje mee naar een dorp verderop. Er was een halve helling aan eiken gekapt. Het zag eruit alsof een gigantische schaar aan het werk van geweest, een amateurkapper met een voorheen weelderige haardos. ‘Allemaal voor die verdomde granulés!’ fulmineerde mijn buurman boos. ‘Volgens de Franse wet mag je helaas met je grond doen wat je wilt!’


    Inmiddels is het hoogzomer. Op mijn wandelingen door de streek hoor ik steeds vaker het gekrijs van kettingzagen, het geronk van gigantische tractoren. Rondom ons huis is in een paar maanden tijd zeker zes hectare bos verdwenen, waarin voorheen nog reeën, vossen en vogels floreerden. Toen ik van de week langs zo’n stuk vers kaalgeslagen bos liep en één van de mannen die daar bezig was – ik kende hem vaag uit het dorp – vroeg waarom er hier werd gekapt, zei hij trots: ‘Het is in opdracht van Madame Marti, die kent u misschien? Ze is zeventig en heeft met haar kleine pensioen geld nodig. C’est pour les granulés!

    We kennen het gedroomde bestaan en het reële bestaan. Daarnaast kennen we de leugen. Die van de duurzame biomassa bijvoorbeeld.


    ELSEVIER

    0 reacties :

    Een reactie posten