De euro in gevaar en het einde van fiatgeld nabij

Datum:
  • maandag 14 augustus 2023
  • in
  • Categorie: , ,
  •  Terwijl de welvaart in het Westen snel afneemt, komt het Aziatische continent juist steeds meer tot bloei. 



    12-8-2023

    De euro in gevaar en het einde van fiatgeld nabij

    Jelena Pustuma

    De huidige financiële ontwikkelingen schetsen een toekomstbeeld 
    dat er voor de euro  dramatisch uitziet. Mocht de EU meegaan met 
    mogelijk hernieuwde sancties tegen Rusland i.v.m. de oorlog in 
    Oekraïne, dan zullen de consequenties daarvan voor Europa 
    desastreus zijn. Het begin van deze oorlog in februari vorig jaar 
    veroorzaakte een enorme stijging van de energie- en grondstofprijzen,
    wat met name in Europa leidde tot een sterke daling in productie en 
    een onhoudbare stijging van consumentenprijzen. Een verergering 
    van deze prijsstijgingen lijkt onvermijdelijk. De Europese Centrale 
    Bank (ECB) kent maar één manier om prijsinflatie tegen te gaan, 
    namelijk het verhogen van de rente. Dit heeft gevaarlijke 
    consequenties voor Europese overheden en bedrijven, die zich de 
    afgelopen jaren, door de ECB aangemoedigd, ernstig in de schulden 
    hebben gestoken. De lage rente zorgde ervoor dat deze schuldenlast 
    betaalbaar bleef, maar wanneer de rente boven een nog onbekend 
    plafond stijgt, zal deze  schuldenberg onhoudbaar worden en liggen
    faillissementen van sommige, en misschien wel alle, deelnemende 
    centrale banken – en dus het eurosysteem – op de loer.
    D

    e enige optie om de eurozone te redden van zowel een ongebreidelde inflatie als een totaal faillissement, is herstel van normale economische betrekkingen en dus ook handel met Rusland. Alleen dán zullen de energie- en grondstoffenprijzen terug kunnen keren naar een toelaatbaar niveau en kan Europa een begin maken met economisch herstel. Wanneer herstel van de relatie met Rusland echter niet plaatsvindt, zal dit op termijn kunnen leiden tot een gedeeltelijk uiteenvallen van de EU. Europa’s grootste economie, Duitsland, ondervindt bijvoorbeeld al decennialang noemenswaardige nadelen van haar EU lidmaatschap. Het moest met de invoering van de euro afscheid nemen van haar sterke, stabiele munt. In ruil daarvoor moest Duitsland akkoord gaan met een munt die gerekend naar koopkracht jaarlijks in waarde daalt, iets wat noodzakelijk is geweest om de zwakkere eurolanden op de been te houden. Nu wordt de Duitse industrie – het fundament van de Duitse economie – ook nog eens bedreigd door de gevolgen van de sancties, die er via prijsstijgingen voor zorgen dat productie in Duitsland steeds minder rendabel wordt. Als geen ander zou Duitsland ervan profiteren om de handelsrelaties met Rusland en Ruslands bondgenoten aan te halen. De noodzaak van onderhandelingen om de Duitse industrie te redden groeit onrustbarend en wanneer Duitsland er individueel voor zou kiezen om niet meer mee te gaan met de sancties, zou dit het einde kunnen betekenen van de EU in haar huidige vorm.

    Het is niet ondenkbaar dat Duitsland op termijn deze keuze zal maken, mede in verband met het aankomende echec van de NAVO-landen in Oekraïne. Duitsland komt qua handelsethiek meer overeen met Rusland en diens Oostelijke handelspartners in Azië, dan met de EU. Net als Duitsland, focussen de Aziatische landen zich met name op productie van goederen, en daarnaast kunnen zij Duitsland voorzien van de benodigde industriële grondstoffen. Ook worden deze landen die zich hebben verbonden met de BRICS+ initiatieven en de nieuwere verbonden ter stimulering van wederzijdse handel en economische vooruitgang zich steeds meer bewust van het belang van gedekt geld, wat in scherp contrast staat met de situatie in het Westen. Daarmee vergeleken zijn de Westerse economieën verzand geraakt in een proces van de-industrialisatie, in hoge mate veroorzaakt en gestuurd door de financiële sector, een proces dat ontstond sinds het loslaten in 1971 van de theoretische inwisselbaarheid van dollars en goud.

    Het Amerikaanse besluit om de dollar niet meer door goud te dekken, markeerde het begin van het ‘fiatsysteem’; een systeem waarin geld niet gedekt wordt door een onderliggende, fysieke waarde en dus zonder die belemmerende grens ongebreideld bijgedrukt kan worden. De geldschepping in alle landen is tussen 1971 en nu exponentieel toegenomen, met een enorm verlies van koopkracht als gevolg.

    Dit waardeverlies van geld is geen onbedoelde bijwerking, maar juist onderdeel van het beleid geweest. Zo heeft de ECB een inflatie van nabij de 2 procent als doelstelling, waardoor geldontwaarding van bovenaf is vastgelegd. Deze continue inflatie, in combinatie met een lage rente, is essentieel voor het in stand houden van de exorbitante schulden van overheden. Wanneer het geld name lijk zijn waarde verliest, verliezen schulden ook hun waarde en zijn ze makkelijker te vereffenen. Om te voorkomen dat mensen bezwaar gaan maken tegen het alsmaar snellere waardeverlies van hun geld, worden de officiële statistieken in elkaar gezet op een manier die de inflatie minder hoog doet lijken dan het in werkelijkheid is. Deze misleiding vindt ook plaats bij de berekening van het BBP (bruto binnenlands product). Dit getal wordt gebruikt om de grootte van een economie weer te geven, maar is in feite niets meer dan de som van alle transacties. Het is, zoals vaak ten onrechte wordt verondersteld, geen maatstaf voor productiviteit, aangezien ook overheidsuitgaven en -schulden worden meegewogen.

    Nu de rente in het Westen voor het eerst sinds lange tijd weer stijgt, is de onhoudbaarheid van dit systeem nog duidelijker geworden. De langdurige lage rente zorgde voor zogenaamde wan-investeringen; investeringen die bij een hogere rente niet meer rendabel zijn. Hoe sneller de rente stijgt, hoe meer van dit soort wan-investeringen zullen omvallen, hetgeen in een domino-effect kan uitmonden, met desastreuze consequenties voor de economie. Daarnaast lijden Westerse centrale banken momenteel massaal verlies, doordat zij meer rente moeten betalen over tegoeden van commerciële banken dan wat zij via bijvoorbeeld staatsobligaties aan geld binnenkrijgen. Tegelijkertijd worden de commerciële banken, die zelf ook onder schulden gebukt gaan, steeds voorzichtiger met leningen. Dit leidt weer tot lagere economische activiteit. Ondanks de stijging van de rente en alle problemen die dit met zich meebrengt, is de rente nog steeds een stuk lager dan de inflatie. Dit maakt Westers fiatgeld onaantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Al deze factoren vormen samen een giftige cocktail, die uiteindelijk zou kunnen zorgen voor een ineenstorting van het Westerse financiële systeem.

    Terwijl de welvaart in het Westen snel afneemt, komt het Aziatische continent juist steeds meer tot bloei. Zoals eerder genoemd, komt dit doordat het financiële systeem aldaar ter ondersteuning dient voor de fabricage van goederen. De westerse landen, en met name Europa, hebben hun maakindustrie juist naar Azië laten verdwijnen, en hun financiële sector laten uitgroeien tot een onhoudbare bubbel. Aziatische landen genieten een steeds hogere mate van zelfvoorzienendheid op het gebied van productie, grondstoffen, energie en kapitaal. Dit wordt nog eens versterkt door de steeds verdergaande integratie tussen verschillende samenwerkingsverbanden, zoals de BRICS, de Shanghai Cooperation Organisation en de Golfstaten.

    Sinds de invoering van de westerse sancties tegen Rusland hebben deze samenwerkingsverbanden flink geprofiteerd van goedkope energie uit Rusland, wat de ontwikkeling van de industrialisatie extra heeft gestimuleerd. Ook het feit dat Azië bereid is fossiele brandstoffen te blijven gebruiken geeft hen een voorsprong op het Westen. Terwijl het Westen zichzelf vooral financiert door telkens nieuwe schulden aan te gaan, geeft het hoge spaarpercentage van met name China de Aziatische wereld een stabiele bron van kapitaal om de industrialisatie mee te kunnen optimaliseren.

    Al deze factoren vormen de basis van het plan, met de potentie om het fiatsysteem de genadeklap toe te dienen via de invoering van een nieuwe, pan-Aziatische goudstandaard. Recentelijk hebben Rusland en China laten weten hun handel het liefst met aan goud gerelateerde betaalmiddelen te willen voltrekken. Dit plan lijkt het eerdere idee van een nieuwe munt – gedekt door verschillende producten en grondstoffen – te vervangen, door bij voorkeur gebruik te maken van goud, dat een van de oudste betaalmiddelen ter wereld is. Zowel China als Rusland zijn al langere tijd bezig met het opkopen van goud, en financieren dit door het verkopen van Amerikaans schuldpapier. Dit heeft geleid tot enorme goudreserves voor beide landen – China bezit 23,000 ton en Rusland 12,000 ton aan goud – wat het mogelijk maakt om hun valuta volledig door goud te dekken. De koppeling aan goud zorgt ervoor dat het geld haar waarde behoudt en maakt een stabiele, lagere rente mogelijk. Dit is met name aantrekkelijk voor Rusland, dat momenteel kampt met een rentepercentage van 13 procent.

    Wanneer deze goudstandaard werkelijkheid wordt, zal het contrast tussen fiat- en gedekt geld duidelijker worden dan ooit. Het feit dat de financiële problemen waar het Westen momenteel onder gebukt gaat vrijwel afwezig zullen zijn in de Aziatische wereld, toont aan dat deze problemen inherent zijn aan het fiatsysteem. Dit besef zal het vertrouwen in fiatgeld compleet ondermijnen en daarmee het einde van een tijdperk inluiden.


    GEZOND VERSTAND

    0 reacties :

    Een reactie posten