Het telefoontje van Kaag dat het lot van Rutte bezegelde

Datum:
  • maandag 17 juli 2023
  • in
  • Categorie: , ,
  •  Toen Mark Rutte op maandag 10 juli kort na kwart over 10 in de Tweede Kamer zijn plotselinge vertrek had aangekondigd, volgde een schorsing van een uur.


    Erik Vrijsen 17-7-2023



    Pas na half 12 zou het Kamerdebat beginnen. Wat gebeurde er tijdens dat tussenuur in de VVD-fractie?

    Hoewel demissionair premier Rutte geen deel uitmaakt van de liberale Kamerfractie, zou hij daar wel verschijnen. Hij was per slot de politiek leider van de partij en de man op wiens slippen ze allemaal in het parlement waren gekomen.

    ERIC VRIJSEN
    Redacteur Eric Vrijsen (1957) volgt voor EW sinds 1994 de Nederlandse politiek.
    Lees meer
    Eric Vrijsen

    Rutte liet lang op zich wachten. De VVD-Kamerleden speelden wat met hun telefoontjes. Er heerste een grafstemming. Sommigen huilden. Toen Rutte verscheen, kreeg hij een enorm applaus.

    RUTTE WAS ONTDAAN

    Rutte probeerde luchtigjes te doen. Hij had op zondag 9 juli de beslissing genomen om uit de politiek te vertrekken en dat was dat. Maar het viel ook op ‘hoe ontdaan hij was’, zegt een van de aanwezigen later.

    De scheidend partijleider deed zijn best om snel over alle emoties heen te stappen, en op zakelijke toon vast te stellen hoe de VVD post-Mark verder moest. Maar duidelijk was dat hij zich door twee concurrerende partijen belazerd voelde.

    In de eerste plaats door Jesse Klaver (GroenLinks), die het hele weekend in de weer was om een meerderheid te scheppen voor de motie van wantrouwen die hij tegen Rutte wilde indienen. Gewoon vallen was niet genoeg voor de progressieven. Klaver wilde dat de premier onmiddellijk zou ophoepelen en niet nog een half jaar tot misschien wel een heel jaar demissionair zou doorregeren.

    Klaver had Rutte daarover later die zondag 9 juli geïnformeerd, maar dat was in een laat stadium. Rutte had reden zich overrompeld te voelen.

    Niettemin: zijn parlementaire meerderheid was krap, maar de SGP zou pal staan. Rutte kon erop rekenen dat de motie-Klaver verworpen zou worden.

     

    HET MOEST GEEN VECHTSCHEIDING WORDEN

    Toen de coalitiepartners op vrijdagavond 7 juli met elkaar braken en het onzalige kabinet-Rutte IV ten val kwam, spraken ze af dat het geen vechtscheiding moest worden. Het land moest bestuurbaar blijven. Daarvoor was een volwaardig demissionair kabinet nodig. Geen fratsen met partijen die ertussenuit knijpen. De bewindslieden zouden op hun post blijven.

    Uit de reacties van de vicepremiers Carola Schouten (ChristenUnie), Wopke Hoekstra (CDA) en Sigrid Kaag (D66) was dat die avond ook te merken. Ze gooiden niet met modder. Ze hadden overduidelijk afgesproken dat ze nog niet in de campagnemodus zouden zitten. Ze zouden het keurig afhandelen en de demissionaire status van de ministersploeg niet politiseren.

    KAAG DEELDE KOELTJES MEE

    Op maandagochtend 10 juli zag de wereld er ineens heel anders uit. Rutte voelde zich bedonderd door D66-vicepremier Sigrid Kaag en D66-fractieleider Jan Paternotte.

    De premier had pas op maandagochtend 10 juli rond half 10 een telefoontje van Kaag gekregen, waarin ze hem koeltjes mededeelde dat een deel van de D66-fractie de motie-Klaver zou steunen. Dit betekende dat Kaag het roer wilde overnemen.

    Kaag wist uit eigen ervaring hoe zoiets ging.

    In het vorige kabinet-Rutte was zij minister voor Buitenlandse Handel, en op het departement ondergeschikt aan VVD-minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. Het kabinet was demissionair toen in mei 2021 Blok halsoverkop naar Economische Zaken moest, omdat VVD-minister Bas van ’t Wout om gezondheidsredenen aftrad. Kaag maakte promotie en kreeg op de valreep toch nog even haar droomfunctie: minister van Buitenlandse Zaken.

    Op dezelfde manier zou ze in juli 2023 dus premier kunnen worden. Voor een internationale carrière is dat van belang. Hoe lang je zo’n functie hebt vervuld, doet er natuurlijk toe, maar in ieder geval ben je het geweest. Ook al was het demissionair, het staat op je cv.

    RUTTE MAANDE TOT KALMTE

    Zo werd Rutte bedrogen. Hij moest meteen weg. In de VVD-fractie begrepen ze dat ook. D66 had Rutte een streek geleverd. Wat nu? Rutte verscheen in de fractie om de liberalen tot kalmte te manen.

    Hij had op zondag 9 juli aan de VVD-fractieleiders Sophie Hermans (Tweede Kamer) en Edith Schippers (Eerste Kamer) en partijvoorzitter Eric Wetzels laten weten dat hij van plan was uit de politiek te vertrekken. Maar wel eervol, na een demissionaire periode. Niet als een dief in de nacht.

    Natuurlijk hadden ze hem voorgehouden: zou je dat nou wel doen? Weet je het zeker? Kunnen we je nog op andere gedachten brengen om toch de VVD-lijst te trekken? Ruttes besluit stond vast, maar zolang hij het nog niet publiek had gemaakt, was er hoop dat hij voor de VVD behouden zou blijven.

    Dat telefoontje van Kaag, een half uur voor het Kamerdebat, maakte Ruttes besluit definitief. Als in een westernfilm: Den Haag was niet groot genoeg voor hem en Kaag.

    In de VVD-fractiekamer waren er maandagochtend 10 juli die geloofden dat Rutte vanwege dat telefoontje een definitief besluit nam. Pas toen besloot hij echt dat hij zou vertrekken.

     

    TRANEN VAN VERONTWAARDIGING

    Die tranen van stafleden en parlementariërs waren niet alleen van emotie. Het was ook verontwaardiging. Later die maandag in het debat vloog Rutte uit tegen D66-fractieleider Jan Paternotte. Hij beschuldigde hem van ‘spelverruwing’. VVD-Kamerleden wisten waar dat op sloeg. Paternotte had zijn club niet in de hand en via Kaag was de chaos aangewend om Rutte te laten struikelen.

    In het debat hield Klaver zijn motie achter. Rutte was demissionair én vleugellam. Meer hoefde niet. Toen hij na afloop Rutte de hand kwam drukken, zei deze: ‘Ik houd van je.’ Dat was een soort bedankje voor het niet indienen van die motie. Ook was het fijn dat Klaver had aangedrongen op een uur schorsing, in plaats van het half uur dat D66-Kamervoorzitter Vera Bergkamp had willen inruimen. Dat uur gaf Rutte de gelegenheid in eigen kring de gemoederen te bedaren.

    Tekst gaat verder onder de tweet

    Wat kon de VVD-fractie tijdens dat uurtje schorsing doen? Na het applaus voor Rutte ‘deden we een rondje’, vertelt een van de aanwezigen. Ze mochten een voor een hun zegje doen. Hun emoties vertolken en hun boosheid uiten. Wat zouden ze doen als Klaver met zijn motie kwam en steun zou krijgen van D66’ers? Dan moest Rutte meteen weg. Hoe konden zij voorkomen dat Kaag het Torentje overnam?

    In de liberale fractie gingen stemmen op om in dat geval alle VVD-bewindslieden uit de demissionaire ploeg terug te trekken. Zelfs werd geopperd om met een motie van wantrouwen tegen Kaag te komen, die ongetwijfeld op steun van de PVV en andere rechtse oppositiefracties zou kunnen rekenen. Misschien wilde ook het CDA helpen. Dan moest ook demissionair vicepremier Kaag terstond weg en kon ze haar Torentje vergeten. Maar het betekende wel dat D66-bewindslieden het vertrek zouden volgen, waardoor het landsbestuur – zonder VVD en zonder D66 – praktisch ophield te bestaan.

    HET LAND MOEST BESTUURBAAR BLIJVEN

    Rutte deed zijn best om in het VVD-beraad de gemoederen tot bedaren te brengen. Hij verkocht het als een persoonlijk offer. Het landsbelang moest leidend zijn. De fractieleden schikten zich. Er kwam geen voorstel ter tafel om revanche op D66 te nemen via een motie van wantrouwen tegen Kaag. Ze zouden net doen alsof dat telefoontje van half 10 weinig om het lijf had.

    Verstandig. Het land moest bestuurbaar blijven. Maar van de huidige VVD-Kamerleden zijn er een flink aantal die na november door (willen) gaan en dan weer in de Kamer zitten. Hoe het ooit nog goed komt tussen hen en D66, is een kwestie van latere zorg.

    ELSEVIER 

    0 reacties :

    Een reactie posten