Het politieke Westen beleefde op 24 juni een euforische dag.
Karel van Wolferen
Een droomsituatie die het had trachten te bereiken met sancties en miljarden aan contanten en wapentuig voor Oekraïne, leek plotseling werkelijkheid te zijn geworden. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken had het in verschillende tv-interviews over “de scheuren in de Russische façade die we hebben zien ontstaan.” De Financial Times schreef dat het moeilijk is “te geloven dat Poetin uiteindelijk dit soort vernedering kan overleven (…) Zijn prestige, zijn macht, zelfs zijn leven, staan nu op het spel”.
CNN vertelde tv-kijkers dat “het regime van Poetin vanaf dit moment nooit zal terugkeren naar zijn eerdere hoogten van controle (…) verdere onrust en verandering liggen in het verschiet”, en voorspelde dat het verloop van de Oekraïne-oorlog in het voordeel van Kiev was veranderd. De Wall Street Journal wist te melden dat de sancties tegen de Wagner Group door de Amerikaanse autoriteiten zijn uitgesteld in het licht van de ‘mogelijkheid’ van een anti-Poetinopstand. De Nederlandse dagbladen bleven natuurlijk niet achter met koppen over scheuren in het Kremlin. De NRC speculeerde dat als Poetin zou vallen, Xi Jinping hem zou kunnen volgen. Met andere woorden, de westerse hegemonie zou in één klap zijn verlost van de recente tweedeling van de wereld.
Die zaterdagavond werd alle reden voor vreugde weggenomen toen de ‘muiterij’ in het niets verdween, maar het soort commentaar dat er niet verder naast had kunnen zitten, bleef nog wat dagen opborrelen. De precieze gang van zaken als gevolg van de veronderstelde muiterij door Jevgeny Prigozhin, de baas van de Wagner Group die de belangrijkste recente Russische vorderingen in Oekraïne behaalde, is op het moment van dit schrijven een zaak van nog uiteenlopende speculaties. Misschien zullen we de essentie nooit te weten komen. Maar het veronderstelde eindresultaat was hetgeen waarop de westerse reacties zich concentreerden. Over dat eindresultaat had men in Washington, Londen en de EU de plank niet meer kunnen misslaan.
Op alle gebieden waarover men conclusies trok aangaande Poetins verzwakte positie, had precies het tegenovergestelde plaatsgevonden. Een dag lang was een schijnwerper op eventuele anti-Poetinsamenzweerders, vijfde-colonneverraders en nog overgebleven neoliberale pro-Amerikanen gericht, om hen in scherpe contouren te kunnen identificeren. Poetin was meer dan ooit meester van de situatie. Hij heeft het gehele Russische volk achter zich als nooit tevoren. Hij verkreeg door de schijn van muiterij nu ook alle legitimiteit om zijn ‘gelimiteerde militaire operatie’ met algehele mobilisatie en een nieuwe strategie uit te breiden tot een fase waarin de Oekraïne -oorlog tot een einde kan worden gebracht.
In dat verband had hij er ook een kersvers front bijgekregen, voor het geval de Amerikaanse neoconservatieven echt werk zouden gaan maken van een aanval op de Krim, waarvoor zij al maandenlang plannen maakten, of van een valse-vlagoperatie door de sabotage van de Oekraïense kerncentrale in door Russische troepen bezet gebied. Mocht zoiets gebeuren, of mochten de aan Oekraïne geleverde F-16’s Russische doelen raken, dan kan Poetin de vernietiging van de Oekraïense commandocentra, die hij als reactie in het vooruitzicht had gesteld, kunnen bewerkstelligen dankzij de plotselinge aanwinst van een reserveleger in Wit-Rusland – misschien onder het commando van een oude vriend die men had aangezien voor een verrader – op zo’n 100 km. afstand van Kiev. De echte werkelijkheid bleef onzichtbaar voor de westerse regerings- en denktankkopstukken vanwege hun beneveling door intensieve propaganda. Die propaganda hanteert het Joseph Goebbels-principe van het geven van een voorstelling van zaken die het verst mogelijk afwijkt van de echte werkelijkheid. Dat is de functie van de voorgeschreven werkelijkheid. In de niet-aflatende propaganda die het Westen heeft overspoeld werd verondersteld dat Rusland middels aanhoudende NAVO-steun aan Oekraïne ten slotte zou instorten, en dus werden de acties van Prigozhin ingekaderd tot dit veronderstelde eindspel.
Op deze pagina’s en vele andere in de bijna drie jaar dat ons blad bestaat, heeft u kunnen lezen hoe die voorgeschreven werkelijkheid stand kan houden. De geconcentreerde controle over de inhoud van wat de gevestigde media aan weerszijden van de Atlantische Oceaan bieden, is er voorwaarde voor geweest, dus ook een kernvoorwaarde voor alles wat we nu al meer dan drie jaar meemaken aan Covid-maatregelen, klimaathysterie, het woke gebeuren, zowel als de anderhalf jaar van vechten in Oekraïne. In dit nummer geven we voor het eerst gedetailleerde informatie over de twee Belgische oligarchen – en hun verstrengeling met de machtsgreepplegers – die ervoor zorgen dat Nederland in niets van die voorgeschreven werkelijkheid zal afwijken.
Daarbij zijn veel elementaire omstandigheden onvoldoende zichtbaar gebleven, ook onder de ‘wakkeren’. Dan gaat het vooral over datgene wat uit onze maatschappijen is verdwenen, terwijl men er doorgaans van uitgaat dat het nog wel bestaat. Verstandige mensen beschikken niet meer over de traditionele makkelijke manier om met elkaar te converseren over de belangrijkste zaken die gebeuren. Traditionele manieren om elkaar in te lichten zijn door de hegemonie van de gevestigde media uit de maatschappij ontvreemd. We hebben elkaar steeds niet voldoende kunnen waarschuwen tegen het gevaar van maatschappelijke tendensen die krankzinnige toestanden teweeg hebben gebracht.
In dit nummer onder meer:
Nieuwe technocratische totalitaire normaal
Harari wil met AI bijbel herschrijven
Duitsland, Frankrijk onder Amerikaanse duim
Geheimgehouden coronaprik-gevaren door EMA
De Duitse partij AFD rukt op
Dat er veel krankzinnigheid is geslopen in de wijze waarop onze Nederlandse maatschappij wordt geregeerd weet u al. En van de mate waarin veel landgenoten in die benarde situatie worden meegesleurd, hoef ik de meeste van onze lezers ook niet te overtuigen. Maar alles is nog veel verder uit de hand gelopen dan u misschien beseft. Want de opstapeling van krankzinnigheid heeft krankzinnigheid in het kwadraat opgeleverd, en een situatie geschapen waarin dit alles als het ‘nieuwe normaal’ permanent lijkt te zijn gevestigd. Neem de WHO die in wezen functioneert als een terroristische organisatie. Die constatering kan niet meer als controversieel worden gezien wanneer we in gedachten brengen welke maatschappelijke schade, en hoeveel doden en levensbedreigende kwalen die private supranationale organisatie al heeft veroorzaakt. In plaats van ons zo ver mogelijk te verwijderen van deze misdaadcentrale, is de Nederlandse regering bezig om ons eraan te onderwerpen als aan de hoogste regelgevende instantie.
Elke dag kunnen we over nieuwe krankzinnigheid lezen. Zoals in het rapport over de Europese Unie die het blokkeren van zonnestralen onderzoekt om klimaatverandering tegen te gaan. Zoals het voorstel van emeritus hoogleraar maatschappelijke gezondheidszorg Johan Mackenbach, nota bene in een medisch vakblad, dat we de zorg moeten afschalen om de aarde te redden van teveel broeikasgasuitstoot “zoals er al mensen zijn die vrijwillig afzien van vlees en vliegvakanties”. U heeft weleens gelezen over cabinepersoneel dat vraagt of er een arts onder de passagiers aanwezig is, vanwege een hartaanvalnoodsituatie. Ik las zojuist een verhaal waarin werd gevraagd of er onder de passagiers misschien een piloot aanwezig was. De met de Covid-prik ingespoten piloot van het toestel had de macht over zijn toestel verloren.
Wanneer krankzinnigheid het leven van alledag gaat bepalen hebben we een woordenschat nodig om er met elkaar over te praten. Via de media en overheidwoordvoerders is het nu algemeen gebruikte Nederlandse vocabulaire verarmd door termen als ‘piekbelaster’, ‘verduurzamen’, ‘complotdenker’, en ‘klimaatcrisis’. Dit zijn voorbeelden van wat George Orwell newspeak heeft genoemd; ze stellen moedwillig grenzen aan de mogelijkheid om op een intelligente manier te denken en te praten. Ze vertolken niets van de werkelijkheid. Want in de echte werkelijkheid betekenen ze niets.
We hebben het tegenovergestelde nodig, een term die kan uitdrukken dat het krankzinnige is geworden tot iets van alle dag, en wordt behandeld als iets waarover geen keuze bestaat, en we niet anders kunnen doen dan ermee leren leven. De term ‘surrealistisch’ kwam bij mij op. Die komt uit de beeldende kunst; denk aan de als vaatdoeken over takken gedrapeerde horloges van Salvador Dalí. Surrealisme verbeeldt het absoluut onmogelijke. Krankzinnigheid onder de mensen is van alle tijden. Maar krankzinnigheid als norm, waarbij natuurwetten niet meer gelden en al het menselijke oordeelsvermogen systematisch wordt kortgesloten, kan mogelijk als surrealistisch worden gezien. Misschien kunnen lezers mij hierbij helpen met iets beters.
Begrip over het onmenselijke van dit alles, en de ontmenselijking als doelstelling van programma’s die op ons worden losgelaten, is in zekere mate wel doorgedrongen tot een breder publiek dat minder volgzaam lijkt te zijn geworden. De hechtheid van de EU is eveneens niet langer vanzelfsprekend, zoals twee artikelen verderop laten zien. Cognitieve dissonantie lijkt toe te nemen, en die kan niet langer worden bedolven onder het dagelijkse propagandaspervuur. Die ontwikkeling vergt hernieuwde tegenactie. En het EU-doorgeefluik van de machtsgreepopdrachten is daar al hard mee bezig. Op 1 juni nam het Europees Parlement een resolutie aan met betrekking tot “buitenlandse inmenging in alle democratische processen” (denk aan Rusland en China), met inbegrip van ‘desinformatie’. Nederland is volop van de partij met medewerking van onder meer de Universiteit van Amsterdam, en die van Leiden. Het ‘factchecken’ zal daarbij stevig worden opgevoerd, en dus staan ons stromen van berichten te wachten over de strijd tegen ‘nepnieuws’ en ‘desinformatie’.
Er is iets in ontwikkeling waarmee gigantische stappen voor grotere maatschappelijke controle kunnen worden gezet. Over deze aanwinst voor onze overheersers staan twee artikelen verderop in dit nummer die daar dieper op ingaan. Deze behandelen de huidige rage over de rol van ‘kunstmatige intelligentie’ (AI) die in de nabije toekomst onze maatschappij een nieuwe vorm gaat geven. Dit technologische fenomeen heeft het verkeerde etiket gekregen. Het is kunstmatig, maar dat kunstmatige heeft niets met intelligentie te maken. Het is een valse terminologie waar wij, zonder dat onze omgeving dat op tijd beseft, zoals het er nu uitziet met het enthousiasme dat erover is losgebarsten, slachtoffer van zullen worden. Dat komt omdat de hedendaagse mens in ontzag voor, en aanbidding van technologische vooruitgang vergeten heeft wat de ingrediënten zijn van menselijke intelligentie. Machines blijven machines, en software blijft software, allebei afhankelijk van wat de mens erin stopt voor resultaten die de mens hoopt te bereiken met super-super-super-rekenkracht. De meest geavanceerde algoritmen die men kan bedenken geven de machines en software niet het menselijke vermogen om zelfstandig te gaan denken. Tot een bewustzijn met morele, esthetische en diagnostische vaardigheden zal het met machines en software nooit komen. Want we weten niet hoe we dat soort bekwaamheden in getallen kunnen omzetten.
Maar de romantisch-technologische, van de sciencefiction-wereld geërfde, aanname dat dit wel tot de mogelijkheden behoort, kan ons een toekomst bezorgen waarin de menselijke dimensie voorgoed uit de belangrijkste beslissingen over onze politieke en maatschappelijke toekomst zal zijn verwijderd, en de technocratische tirannen ons in een slavenkooi zullen hebben opgesloten.
GEZOND VERSTAND
0 reacties :
Een reactie posten