Lange tijd zijn we vergeten dat ook landbouw natuur is.
Thomas Oudman schreef verhelderend pamflet over stikstofcrisis 'Uit de shit': Niet minder, maar méér boeren
Thomas Oudman (38) woont tegenover een klein veenweidegebied in Zaandam. Het staat te boek als Natura 2000-gebied. Vroeger was het veel groter en ook dit laatste stukje wordt in zijn voortbestaan bedreigd. ,,Het wordt overwoekerd door braam, appelbes en brandnetel. Allemaal planten die goed gedijen in een omgeving waar te veel stikstof neerslaat.’’
Iets soortgelijks gebeurt op ontiegelijk veel andere plekken in Nederland. ,,Het verdwijnen van mooie, bijzondere plantjes als zonnedauw en de rietorchis is symptomatisch. Sommigen beweren: planten komen en gaan, zo is het altijd geweest in de evolutie. Dat klopt, maar nu gebeurt het wel heel snel.’’
De in Groningen geboren bioloog weet als geen ander hoe de natuur bezwijkt onder de stikstofuitstoot. Drie jaar geleden maakte hij een carrière-switch. Hij verliet de wetenschap en ging aan de slag als onderzoeksjournalist bij het online journalistieke platform De Correspondent . Met zijn werk hoopt hij een bijdrage te leveren aan de noodzakelijke landbouwtransitie. In 2018 publiceerde hij samen met de gelauwerde RUG-bioloog Theunis Piersma De ontsnapping van de natuur . Zijn nieuwste boek Uit de shit gaat over hoe we met z’n allen op een duurzame manier uit de stikstofcrisis kunnen komen.
Hij heeft ook oog voor de belangen van boeren
Hij heeft het in de vorm gegoten van een pamflet, maar de toon is nergens activistisch. En hij heeft ook oog voor de belangen van boeren. Geschreven in een heldere taal zonder te veel jargon is het gericht op een breed publiek. Voordat hij zijn punt maakt, neemt hij een flinke aanloop. Hoe heeft het zover kunnen komen?
De biodiversiteit is in Nederland altijd in beweging geweest, erkent Oudman. In de loop van de geschiedenis hebben mensen steeds meer hun stempel op het landschap gedrukt. ,,Lange tijd had dat niet per se negatieve effecten. Op basis van bodemanalyses en onderzoek van zaden is vastgesteld dat de biodiversiteit eeuwenlang amper is verminderd.’’
Vanaf pak ‘m beet 1850, toen Nederland economisch opbloeide en het bevolkingsaantal snel steeg, kwam de biodiversiteit onder druk te staan. Door de intensivering van de landbouw na 1900 kwam het in een stroomversnelling. De grootste aardverschuiving voltrok zich na 1950, toen de landbouw, mede door de ruilverkavelingen, grootschaliger en industriëler werd.
‘Kunstmest laat raaigras groeien als een tierelier’
Dat heeft een enorme weerslag op de weidegronden gehad, lezen we in Uit de shit . ‘Grazige weides vol pinksterbloemen en cichorei, boterbloemen en knoopkruid, grutto’s en tureluurs, kieviten en kemphanen. Eens was dit vanzelfsprekend, want dít was hoe de helft van Nederland eruitzag. [...] De waanzinnige diversiteit aan weilanden vol wilde plantengemeenschappen, vol zoemende en gravende insecten, werd vervangen door monotoon en genetisch eenvormig raaigras.’
Dat Engels raaigras is een sterke grassoort, die van nature in Nederland voorkomt. Typerend aan de huidige ‘grasakkers’ is dat ze erbij liggen als strakgetrokken biljartlakens. Wilde planten kunnen er nauwelijks op gedijen. ,,Kunstmest laat raaigras groeien als een tierelier. Dat is precies wat de meeste boeren willen, want dan kunnen ze vaak maaien.’’
Boegbeeld van de landbouwmodernisering was Sicco Mansholt, die in vijf opeenvolgende naoorlogse kabinetten minister van landbouw was. Oudman wil de Groninger niet in het verdomhoekje plaatsen. ,,We mogen best trots op hem zijn. Met zijn landbouwbeleid is hij zeer invloedrijk geweest, ook internationaal. Hij bedoelde het goed. Hij wilde boeren een beter leven geven en de voedselvoorziening na de oorlog voorgoed veiligstellen. Daarin is hij méér dan geslaagd.’’
‘We hebben het grootste aantal stuks vee per vierkante kilometer’
Wat heet: Nederland is na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld, al bestaat een flink deel ervan uit door- en wederuitvoer. De cijfers zijn duizelingwekkend. We houden bijna 4 miljoen koeien, ruim 11 miljoen varkens en 100 miljoen kippen. We hebben het grootste aantal stuks vee per vierkante kilometer op aarde.
Terecht betitelt Oudman Nederland als de ‘veestapelkampioen’ van de wereld. Daar hebben we bewust naartoe gewerkt. We wilden de beste zijn. Maar nu keert de wal het schip. Het vee is verantwoordelijk voor 46 procent van de stikstofuitstoot.
Hij stipt in zijn boek ook aan waarom stikstof zo slecht is voor de natuur: ‘Dat komt doordat veel natuur, ook de Nederlandse, is geëvolueerd in een wereld waarin stikstof schaars was.’
Sommige boeren mogen de noodzaak tot het terugbrengen van de stikstofuitstoot niet inzien, de EU en het kabinet doen dat wel. Toch komt het tot nu toe niet wezenlijk van de grond. Oudman vergelijkt het in zijn boek met een vol bad dat overloopt. ‘Wat doe je? Dweilen, de badrand verhogen, in het putje poeren; de Nederlandse overheid heeft het allemaal geprobeerd in vier decennia stikstofoverstroming. Ondertussen blijft de kraan open, en blijft het bad overstromen.’
De ware boosdoeners zijn kunstmest en krachtvoer
Boerenorganisaties pleiten ervoor de crisis op te lossen met technologische innovaties, zoals dure stalsystemen. Daarmee los je het probleem volgens Oudman niet op. ,,Om die dure stalsystemen te financieren moeten ze meer melk produceren. Dat leidt tot verdergaande schaalvergroting. Dat is de toekomst die ons te wachten staat als we door middel van polderen het huidige systeem in stand houden.’’
Liever pakt hij het probleem bij de wortel aan. De ware boosdoeners zijn volgens hem vooral kunstmest en krachtvoer. Die zijn indirect verantwoordelijk voor de enorme stikstofuitstoot in Nederland. De enige manier om dat terug te dringen is door inperking van het gebruik ervan. Niet winstmaximalisatie maar het ecosysteem moet weer centraal staan. ‘Draai de stikstofkranen dicht’, luidt zijn devies.
De ongeveer vijfhonderd biologische melkveehouders in ons land tonen dat het helemaal niet nodig is kunstmest te gebruiken. Ze laten allerlei planten groeien, zoals klaver, die zelf stikstof kunnen produceren. Ondergronds laten ze schimmels en wormen hun werk doen. Ook kunnen ze zonder krachtvoer en bestrijdingsmiddelen.
‘Een systeemverandering heeft tijd nodig’
Hun graslanden mogen iets minder productief zijn dan die van andere agrariërs, onoverkomelijk is dat in zijn ogen niet. Vaak hebben ze ook andere koeienrassen. Niet de Holstein-Friesian, maar de Groninger blaarkop, Fries roodbont, Jersey en andere rassen die beter presteren in ecologisch verantwoorde veeteelt. ,,Die produceren iets minder melk, maar hun kosten zijn ook lager.’’
Hij is de eerste die toegeeft dat de productie en dus de winstgevendheid daalt als er een rem op het gebruik van kunstmest en krachtvoer komt. Maar dat hoeft niet van de ene op de andere dag te gebeuren. Hij stelt voor beide binnen twintig jaar uit te faseren. ,,Dan kunnen boeren daar langzaam naartoe werken. Een systeemverandering heeft tijd nodig. De grote transitie onder Mansholt duurde ook twintig jaar.’’
Een deel van de ongeveer 15.000 melkveehouderijen wordt dus niet direct in hun voortbestaan bedreigd, zoals in de huidige kabinetsplannen wel het geval is. Er moeten volgens Oudman niet minder, maar juist méér boeren komen. Om te overleven moeten bestaande veehouders wel hun bedrijfsvoering over een andere boeg gooien. ,,Dat is een fundamentele oplossing die in lijn is met de zienswijze van de Europese Unie, namelijk dat ze extensiever moeten gaan werken, dus veel minder koeien per hectare dan nu.’’
‘Onze eigen voedselvoorziening zal niet in gevaar komen’
Voor ongeveer drieduizend grote kippenfokkerijen en varkenshouderijen is het lot wel bezegeld. De meest hebben geen eigen land en nemen hun voer grotendeels af van veevoederbedrijven. Die moeten sluiten, vindt Oudman. ,,Dat is onvermijdelijk. Maar in alternatieve scenario’s moeten er nog veel meer bedrijven stoppen, ook als we gewoon zouden doorgaan op de huidige weg.’’
De productie in al deze sectoren zal onherroepelijk kelderen. Oudman verwacht dat er in Nederland 30 procent minder koeien op stal zullen staan, 70 procent minder varkens en 80 procent minder kippen. Desondanks zal onze eigen voedselvoorziening niet in gevaar komen. Ook nu al betrekken we volgens hem 80 procent van ons dagelijks eten uit het buitenland.
De export zal wel drastisch verminderen. Dat levert veel minder inkomsten op. Maar dat moeten we volgens Oudman ook weer niet overdrijven. De veehouderij vertegenwoordigt ‘slechts’ 0,3 procent van het Bruto Nationaal Product (BNP) van Nederland en de totale industrie rondom de veehouderij is goed voor 1 procent.
‘Het is logischer als duurzame producten goedkoper zijn’
Om de transitie te financieren wil hij het bedrag van 24,3 miljard euro aanspreken, dat het kabinet er nu al voor heeft uitgetrokken. Verder bepleit hij de invoering van een duurzaamheidsbijdrage, een toeslag op producten die niet duurzaam zijn geproduceerd. ,,Ik vind het vreemd dat je voor duurzame producten in de winkel meer betaalt dan andere. Het is logischer als die juist goedkoper zijn.’’
Verder zijn er ook verborgen kosten, die nu niet worden doorberekend in de prijs van producten. Hij noemt als voorbeeld de kosten van natuurvervuiling door de landbouw, die volgens het Planbureau voor de Leefomgeving oplopen tot 6,5 miljard euro per jaar. Deze kunnen in zo’n toeslag op niet duurzame producten worden meegenomen.
We moeten volgens Oudman leren inzien dat landbouw niet langer draait om voedselproductie alleen, maar om het hele ecosysteem. ,,Om het welzijn voor de mens, het landschap en ook onze watervoorziening. Dat is ook belangrijk met het oog op de klimaatverandering die voor de deur staat. Het is heel fijn dat we buitenwater krijgen waarin mensen lekker kunnen zwemmen. Nu kan dat niet door de bloei van blauwalg, omdat er te veel stikstof en fosfor in komt.’’
Lange tijd zijn we vergeten dat ook landbouw natuur is. ,,Akkerbouw, tuinbouw, veeteelt, het is allemaal natuurbeheer. Een boer is in feite een natuurbeheerder. Als je daarvan uitgaat is het vreemd dat natuur- en landbouwbeleid gescheiden velden met eigen potjes zijn. Dus het is helemaal niet zo gek om geld voor de natuur te gebruiken om de landbouw te verduurzamen.’’
Boek
‘Uit de shit’ van Thomas Oudman is uitgegeven door De Correspondent. Prijs: 15 euro (160 blz)
Paspoort
Naam : Thomas Oudman
Geboren : 7 december 1984 te Groningen
Studie : 2003-2010 biologie Universiteit van Amsterdam
Werk : 2010-2020 biologisch onderzoeker Universiteit van Amsterdam, 2020-nu onderzoeksjournalist De Correspondent
Privé : woont in Zaandam samen met zijn partner Rebecca en twee kinderen van 0 en 3 jaar.
0 reacties :
Een reactie posten