Kaag wil soepeler begrotingsregels in de EU, Rutte vindt het allemaal best. Hopelijk levert het loslaten van de verstandige traditie van zuinigheid met vlijt Nederland meer op in Brussel dan dat ze kost, schrijft René van Rijckevorsel.
23-6-2023
Het streven naar begrotingsdiscipline is een aloude Nederlandse traditie. In de Europese Unie stonden Haagse politici, ook als een PvdA’er minister van Financiën was, altijd aan de zijde van het strenge Duitsland. Stónden, want: das war einmal.
De Europese ministers van Financiën kwamen vorige week bijeen in Luxemburg, en spraken over een voorstel van de Europese Commissie voor een aangepast Stabiliteits- en Groeipact. U weet wel, dat is die afspraak uit 1997 dat landen geen staatsschuld mogen hebben van meer dan 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en geen begrotingstekort hoger dan 3 procent.
NEDERLAND HOUDT ZICH NETJES AAN SCHULDGRENS VAN 60 PROCENT VAN HET BBP
Nederland houdt zich daar netjes aan, met in 2022 een begrotingstekort van 2,5 procent en een schuld van 52 procent van het bbp. Landen als België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië en Griekenland zitten (soms zeer ver) daarboven. Zij houden zich niet aan het pact, maar sancties uit Brussel zijn tot nu toe altijd uitgebleven.
Drie jaar geleden zette de EU de begrotingsregels tijdelijk buiten werking. Zo kregen regeringen ruimte om de coronacrisis te bezweren. Nu de pauzeperiode afloopt, wil de Commissie de regels opfrissen en onder meer de regel schrappen dat een land jaarlijks 5 procent van de schuld boven de 60 procent moet aflossen.
Die eis wordt – niet ten onrechte – als onhaalbaar beschouwd, zeker nu lidstaten veel moeten investeren in klimaatmaatregelen en defensie. Begrotingsdiscipline en schuldreductie blijven wel het doel, maar landen krijgen veel meer tijd voor aflossing en mogen hun eigen aanpak bepalen. Die aanpak behoeft goedkeuring van alle andere lidstaten. Sancties worden minder zwaar.
DUITSERS GRUWEN VAN TE SLAPPE REGELS, DREIGEN VOORSTEL TE BLOKKEREN
De Duitsers gruwen van de in hun ogen te slappe regels en dreigen het voorstel te blokkeren. Versoepeling van de discipline leidt in de ogen van de liberale Duitse minister van Financiën Christian Lindner tot instabiliteit. Hij voorziet schade aan de overheidsfinanciën van de lidstaten en daarmee een groot risico voor de euro. Lindner wil ‘goed meetbare, kwantitatieve’ doelen, zodat lidstaten exact weten hoe groot de schuld is die ze jaarlijks moeten afbouwen. Tien andere EU-lidstaten steunen Lindner. Niet Nederland.
Lindner vindt, heel billijk, dat landen met een staatsschuld van meer dan 60 procent van het bbp, deze jaarlijks met 1 procentpunt moeten verminderen tot zij weer op 60 procent zitten. Griekenland (schuld 193 procent) zou dan 133 jaar de tijd krijgen!
De Fransen (schuld 113 procent) willen geen uniforme doelen. Zij smikkelen bij de nieuwe vrijblijvende regels. En staan dus lijnrecht tegenover de Duitsers – zoals in zoveel dossiers. De Fransen vinden, niet verrassend, Spanje (116 procent) en Italië (151) aan hun zijde.
PLAN VOOR SOEPELERE REGELS KOMT ZELFS UIT NEDERLANDSE KOKER
Wel verrassend, gezien de ‘vrekkige’ traditie, is dat het betwiste plan voor het versoepelde pact niet alleen wordt gesteund door Nederland, maar zelfs uit de Nederlandse koker komt – van D66-minister van Financiën Sigrid Kaag. Zij is, met de socialistische Spaanse minister van Economie Nadia Calviño, de architect van het Commissievoorstel geweest. Kaag heeft nu de taak op zich genomen om te bemiddelen tussen de kemphanen Duitsland en Frankrijk.
Aanpassing van het pact staat ook in het Coalitieakkoord. De vraag is waarom Mark Rutte dit allemaal laat gebeuren. Drie jaar geleden stond hij nog te boek als zuinigste regeringsleider en vocht hij keihard om het EU-coronaherstelfonds geen loterij zonder nieten te laten worden. Nu is die verstandige traditie van zuinigheid met vlijt, die zijn VVD altijd toejuichte, bij het grofvuil gezet. Hopelijk levert deze houding Nederland meer op in Brussel dan dat ze kost.
ELSEVIER
0 reacties :
Een reactie posten