De politiek is met RutteVier meer verbitterd dan ooit in de afgelopen zestig jaar.
31-5-2023
De klimaatministers en Sigrid Kaag zijn energiek en hartstochtelijk. Dat maakt politici in het algemeen sterk, maar in hun geval ontbreekt elk respect en mededogen voor boeren, vissers en armoedegezinnen die de rekening krijgen. Tientallen boeren hebben al uit wanhoop zich het leven genomen. ‘Verbitterd’ is nu het juiste woord om het verzet te benoemen, want dat gaat verder dan ‘fel’.
Wie de jaren zestig, zeventig en tachtig heeft meegemaakt, zal levendige herinneringen hebben aan de teach-ins en de universiteitsbezettingen ten tijde van de Vietnamoorlog, de acties van de kraakbeweging en de demonstraties tegen de kruisraketten. Soms fel, zeker, en soms ook met wanhoop bij de demonstranten, die zich afvroegen of de zwijgende meerderheid wel begreep wat er speelde. Maar zonder de verbittering van nu.
Dat is een groot verschil. Het verzet van de boeren, de vissers, en ook van werknemers in de autoindustrie en de chemische industrie is het verzet van mensen die hun schepen moeten verbranden, hun familiebedrijf verlaten, of die moeten verhuizen wanneer hun fabriek sluit. Zulke zware persoonlijke consequenties waren niet verbonden aan het protest tegen de oorlog in Vietnam of tegen de kruisraketten.
Studentenprotesten waren vroeger gemoedelijker
In 1968 was ik bij een bezetting van een universiteitsgebouw in Tilburg waar het eigenlijk heel gemoedelijk toeging. Ook in Nijmegen bleef toentertijd bij alle protest en demonstraties altijd respect voor de persoon van de rector magnificus. Felle studentenprotesten, met overtuiging uitgevoerd, maar voor wat betreft persoonlijke gevolgen voor studenten en regenten niet te vergelijken met de ‘einde verhaal’-scenario’s van nu voor de boeren en de vissers.
Nog een verschil: wie Van der Plas heet en in Katwijk woont, heeft vissers in de familie. De beroemdste Van der Plas van het land heeft de boeren lief. Al die families Van der Plas leven zeker mee met de rampen die nu al in volle hevigheid zich voltrekken en – als het aan GroenLinks en D66 ligt – voorbode zijn van wat de boeren en de vissers nog te wachten staat. Maar ook wie niet Van der Plas heet en geen landbouwers of vissers persoonlijk kent, leeft mee en krijgt haar deel van de tientallen miljarden aan kosten voor haar rekening.
Ook dat was heel anders bij eerdere protesten. De slachtoffers van de Vietnamoorlog vielen in Vietnam, Cambodja en Laos – in Nederland werd niemand werkloos en bereikte de economische groei tijdens het kabinet-De Jong (1967-1971) recordhoogten. Ten tijde van de krakersbeweging bleef de financiële schade beperkt tot een klein aantal onroerendgoedbezitters. Bij de kruisraketten ging het vooral over toestemming om die hier te parkeren, niet over tientallen miljarden, zoals nu.
De enorme kosten van het klimaat- en stikstofbeleid slaan neer bij iedereen, en dat is dus heel anders dan vroeger. Veel lezers van Wynia’s Week zullen – net als ik – een klimaatbeleid voorstaan met minder symboolpolitiek en in plaats daarvan veel meer aandacht voor klimaatadaptatie en innovatie. Bijna alle lezers van Wynia’s Week zullen hopen dat nu op het stikstofdossier helemaal geen geld wordt ingezet, maar dat Nederland eerst de gordiaanse juridische knoop doorhakt, waar nodig met wetswijzigingen – om onze rechters ruimte te geven voor werkbaar beleid.
De groep Nederlanders die ‘klimaat’ miskent als een serieus probleem, is gelukkig klein. Maar de Nederlanders die oppositiepartijen steunen voor een verschuiving naar adaptatie en innovatie vormen intussen een grote minderheid van het electoraat, volgens peilingen goed voor 57 zetels van de 150 Tweede Kamerzetels. En wie weet kiest ook de VVD op den duur voor mínder dure klimaatdwang en méér adaptatie en innovatie.
Dan worden die 57 zetels er 75 – de helft van de Nederlanders. Die voelen allemaal volop de kosten van de zes klimaatministers: hogere belastingen, zwaardere lasten, zogenaamd geen geld om de armoede flink te bestrijden, geen geld voor grondig herstel van wat covid heeft aangericht bij (school)kinderen en jongeren, en de pijnlijke wachtlijsten in de zorg. (Zes ministers is geen schrijffout. Naast Jetten en Van der Wal zijn er nog vier extra. Nederland heeft geen minister van Economische Zaken meer, maar een minister van EZ en klimaat. Volgende week meer over die foute constructie).
Verschillen tussen arm en rijk worden scherper
Even een privéfeitje. Eén van onze vrienden moet naar de poli voor hevige kniepijn. Wordt het advies een operatie, dan moet hij misschien nog een half jaar pijn lijden en iedere dag beseffen dat de zes klimaatministers met voorrang geld besteden dat ook naar zijn pijnlijke knie had kunnen gaan.
Vietnam, de krakers, de kruisraketten – allemaal verdeelden ze het land, maar de partij die zich in de minderheid voelde, hoefde niet te lijden onder extra hoge belastingen en bezuinigingen op onderwijs en gezondheidszorg vanwege de dwang van de meerderheid.
Er is nog een derde reden voor de bitterheid van nu. Met covid, waarbij thuiswerken voor de hogere inkomens vanzelf sprak, maar onmogelijk was voor de meeste werkers in de zorg en de dienstensector, werd nog eens scherp zichtbaar dat de eenentwintigste eeuw gastvrijer is voor de elite en de universitair afgestudeerden dan voor de gemiddelde Nederlander. Verschillen tussen rijk en arm worden scherper.
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft een paar jaar geleden een ruwe schatting gemaakt van de financiële gevolgen van het klimaatbeleid per inkomensgroep. Daar kwam uit (zie figuur 3.4) dat de lagere en middeninkomens percentueel twee tot drie keer zoveel inkomensverlies lijden dan gezinnen uit hogere welstandsklassen.
Dat was nog vóór de gigasubsidies voor elektrische auto’s – die de kloof op een hatelijke manier nóg groter hebben gemaakt.
Nu is er de situatie van een zeer lage gemiddelde groeiverwachting van de inkomens, vooral omdat de investeringen zijn ingestort door hardhandig klimaatbeleid en een hogere rente. Bij zo’n laag nationaal groeigemiddelde impliceert een groot verschil tussen rijk en arm logischerwijs dat de lagere inkomens gemiddeld onder de nullijn uitkomen en dat er met deze zes klimaatministers ook geen geld komt om dat te repareren.
En zo is het politieke klimaat verslechterd van ‘fel’ naar ‘verbitterd’. Fel (Vietnam, krakers, kruisraketten) was okay toen de welvaart toenam en de overheid tenminste sómmige bestaansrisico’s met meer geld kon afdekken. Nu schiet de overheid in die basistaak tekort. Gezinnen met een lager inkomen moeten zelf maar zorgen voor reparatie van de covidschade die hun kinderen hebben opgelopen, voor de zorg voor oudere familieleden, voor de schade als gevolg van wachtlijsten en – voor wie niet in de stad woont en werkt – voor de dreigende onbetaalbaarheid van de eigen auto.
Rutte heeft geen oplossing
Niet vreemd dat verschillen van inzicht – waar een gezonde democratie en een gezonde economie mee kunnen omgaan – dan leiden tot bitterheid. RutteVier heeft daar net als RutteDrie – zelfde coalitiepartijen, zelfde premier – geen oplossing voor. Een grondige omwenteling, dat is wat Nederland nodig heeft.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!
Wynia’s Week
0 reacties :
Een reactie posten