Vertrouwensverlies
Knot wil stevige banken. Maar zijn eigen bank draait verlies. Kan De Nederlandsche Bank omvallen?
Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank en lid van het bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB), hield vorige week een speech in Stockholm, Zweden. Iemand moet gedacht hebben: hé, we vlechten wat toepasselijke songteksten van ABBA door zijn speech.
Knot vroeg zich af, Mamma Mia, of de problemen bij banken in de VS (SVB bankroet) en Europa (redding Credit Suisse) een herhaling zijn van vijftien jaar geleden. In 2008/2009 werden in Nederland ING en ABN Amro immers gered door overheidssteun?
Weer Amerikaanse bank failliet
De vraag van Knot, die een prominente rol speelt in het internationale centrale bankwereldje van toezichthouders, was afgelopen week nog weer wat actueler. Maandag ging de Amerikaanse bank First Republic failliet en werd vervolgens overgenomen door bankgigant JP Morgan. De speech was ook interessant om wat hij zei, maar ook om wat hij níet zei, terwijl dat wel relevant is.
Knot hamerde, zoals centrale banken dat doen sinds 2008/2009, op het belang van financiële buffers (kapitaal) en risicobeheer. Als er problemen ontstaan bij een grote bank, zoals bij Credit Suisse, hebben bankentoezichthouders een gereedschapskist om het kapitaal te fiksen.
Maar wat blijkt nu? Je hebt niks aan dat gereedschap als klanten, zoals bij SVB, bij First Republic en wellicht ook bij Credit Suisse, gewoon hun geld van de bank halen. Dankzij digitalisering à la minute: klik, klik, foetsie. Banken kunnen in dat geval wel een beroep doen op hun centrale bank voor tijdelijke geldsteun, maar dat kost tijd, terwijl het geld ondertussen wegstroomt.
Anders gezegd: met hun oproep buffers, buffers, buffers vechten de bankencontroleurs de vorige oorlog, die van de 2008/2009 crisis. Als een bank genoeg kapitaal heeft, geeft dat vertrouwen bij klanten, is de redenering. Maar deze redenering houdt geen rekening met het lerend vermogen van klanten (‘banken vallen zomaar om’).
Ze houden ook geen rekening met het gedrag van klanten als twijfel ontstaat (sociale media, geruchten) of een bank wel safe is. Dan is het rationeel om als eerste je geld weg te halen. Zoals de covid-pandemie heeft geleerd: de eerste hamsteraar heeft zoveel toiletrollen als ‘ie kan dragen, maar de honderdste niet meer.
Vertrouwensverlies
De gereedschapskist van toezichthouders fikst het kapitaal van een bank, maar fikst geen digitale bankrun. Misschien, maar daar begon Knot begrijpelijkerwijs niet over, hebben de klanten en de burgers inmiddels minder vertrouwen dat centrale banken en overheden zo’n bankrun kunnen stoppen. Wie weet sijpelt het door misstanden en fouten gegroeide wantrouwen in de overheid (van gasschade in Groningen tot toeslagenschandaal) door naar instituten als De Nederlandsche Bank zelf.
Ook bij de centrale bank kan de burger zich namelijk afvragen: hoeveel vertrouwen moet ik hebben?
De Nederlandsche Bank maakte vorig jaar verlies: 460 miljoen euro. De oorzaak van het verlies is de eigen rentepolitiek die zijn wortels heeft in de eurocrisis rond 2012. De ECB redde toen de euro en Italië door de rente te verlagen tot onder nul en bijna onbeperkt staatsobligaties op te kopen. Deze ongekende stimulansen moesten ook voorkomen dat de Europese economie in het drijfzand van prijsdalingen en malaise belandde.
DNB voelt de rente
Toen de inflatie al voor Poetins inval in Oekraïne opliep, wachtte de ECB met renteverhogingen om de inflatie te beteugelen. Vervolgens verhoogde de ECB de rente driester dan ooit. Dat voelt iedereen, ook De Nederlandsche Bank zelf.
De centrale bank betaalt rente op de tegoeden die commerciële banken bij haar stallen. Door de renteverhoging moet zij nu veel meer rente betalen dan zij zelf verdient op de ingekochte staatsobligaties. Vandaar dat verlies van 460 miljoen. Misschien is het zelfs nog wat geflatteerd. De centrale bank boekte vorig jaar namelijk ook maar liefst 245 miljoen euro winst op aandelenbeleggingen, terwijl de rest van de wereld koersverliezen leed. Uit het jaarverslag blijkt: dat is een kwestie van boekhouden, goedgekeurd door accountant KPMG.
Als de hoge rente aanhoudt, is de prognose van De Nederlandsche Bank een cumulatief verlies tot 2028 van ruim 10 miljard euro. De buffers om deze verliezen op te vangen zijn bijna 11 miljard euro. Als het tegenzit heeft de centrale bank tegen die tijd een vermogenstekort. Dan is het opgebouwde kapitaal van meer dan driekwart eeuw in luttele jaren verspeeld. Mamma Mia. Zover had men het niet moeten laten komen.
Kan de centrale bank op die manier bankroet gaan? Nee. Kan De Nederlandsche Bank functioneren met minimaal of negatief kapitaal? Ook nee. Miljardenverliezen wekken geen vertrouwen.
Gaat Knot de hand ophouden bij Kaag?
Zo’n situatie van een minimaal of negatief vermogen roept twee ongemakkelijk vragen op. De eerste is: hoe onafhankelijk is een centrale bank die haar hand moet ophouden bij de overheid voor extra kapitaal? Want: wie betaalt, bepaalt. Over de onafhankelijkheid van de centrale bank bestaan toch al twijfels. Politieke doelstellingen (redden van Italië, klimaatbeleid) hebben prioriteit gekregen boven ECB-doelstelling nummer 1: inflatie beteugelen.
De tweede vraag is over de digitale euro, die centrale banken nu aan het bespreken zijn. Dat moet een veilig alternatief zijn voor geld dat mensen bij commerciële banken aanhouden. Daarmee wordt de centrale bank ook een beetje een gewone, commerciële bank.
Maar hoeveel vertrouwen kun je hebben in een centrale bank zonder adequaat kapitaal? Wie koopt een digitale euro van een centrale bank die volgens de normen van diezelfde centrale bank voor commerciële banken op omvallen staat?
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van het Financieele Dagblad en NRC Handelsblad.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!
Wynia’s Week
0 reacties :
Een reactie posten