De wereld ondersteboven – van anti-wetenschap en hypermoralisme

Datum:
  • maandag 15 mei 2023
  • in
  • Categorie: ,
  •  De burger wordt rechtstreeks gestraft voor zijn onmeetbare ‘aandeel’ in klimaatverandering .....



    15-5-2023

    De wereld ondersteboven – van anti-wetenschap en hypermoralisme



    Door Jaap Hanekamp.

    Het leven is een drukte van belang op het ogenblik. Een geliefd familielid begraven; een ander lief (nieuw) familielid gedoopt. Daarnaast veel stikstof onderzoek dat gepubliceerd moet worden. En PFAS natuurlijk. Het wordt allemaal steeds interessanter!

    Hoe dan ook, het is tijd, vind ik, om weer eens een paar spades dieper te graven. Constateren van quatsch is één; het duiden en begrijpen daarvan is van een heel andere orde.

    De Nederlandse overheid gaat bijvoorbeeld vele belastingmiljarden uitgeven (vernietigen) aan ‘klimaatbeleid’ (hilarisch woord trouwens, als het niet zo triest is).

    En: het roemloze stikstofbeleid, met een niet veel kleiner financieel vernietigingspotentieel, is nog steeds niet van de baan!

    De link tussen deze en andere vergelijkbare zaken kan worden gekarakteriseerd met de term ‘morele omkering’. Deze omkering is de voertaal geworden van menig intellectueel (meestal een academicus) op zoek naar publiek (liefst met macht) die eindelijk naar haar of hem luistert en doet wat zij/hij zegt.

    Deze term, die zijn oorsprong kent in het werk van niemand minder dan Michael Polanyi (11 maart 1891 – 22 februari 1976) is meer dan de moeite van het bespreken waard.

    Want juist nu belooft morele omkering – de wereld van ondersteboven met als moderne fundamenten ‘anti-wetenschap’ en ‘hypermoralisme’ – weinig goeds voor onze samenleving.

    De wereld ondersteboven

    Morele omkering dus. Wat is dat eigenlijk en hoe wordt die omkering zichtbaar in onze samenleving? En: wat heeft die omkering te maken met ‘anti-wetenschap’? Belangrijke vragen die we maar eens rustig moeten onderzoeken.

    De term ‘omkering’ (Polanyi gebruikt het woord ‘inversie’) wijst, zoveel lijkt duidelijk, naar de wereld op z’n kop: normaal is abnormaal; goed is fout. En andersom. Hoe gaat dat in z’n werk, volgens Polanyi?

    Polanyi beschouwt morele omkering het resultaat van de versmelting van (rationele) scepsis met (moreel) perfectionisme. Deze versmelting brengt de dystopie van moreel en politiek nihilisme tot leven die uiteindelijk leidt tot de totalitaire Staat waarin staatsdwang het primaire sociale ordeningsprincipe is.

    Deze twee zinnen gewoon een paar keer lezen. Er staat nogal wat.

    Okay. Complex verhaal, zo lijkt het, nog afgezien van de onverenigbare combinatie van beiden. Want: hoe kun je tegelijkertijd sceptisch over bepaalde zaken zijn én moreel perfectionisme willen nastreven? Klinkt als een zeer wankele constructie. Polanyi legt het uit:

    • Sinds de Verlichting wordt de Christelijke (kerkelijke) autoriteit, die in Europa zo’n 10 eeuwen (min of meer) onbetwist was, in toenemende mate niet meer geduld. Het proefondervindelijke van de wetenschap wint steeds meer terrein in plaats van het geloof in God. Wetenschap lijkt antwoorden te geven op ‘al’ onze vragen; het geloof heeft afgedaan.Wetenschap staat gelijk met vooruitgang en succes: de betere wereld komt eraan! Minister Dijkgraaf zegt het zo: “[De wetenschap] is de meest beproefde weg naar de waarheid. En dat is eigenlijk de enige en allerbeste reden om haar boodschap te accepteren.”
    • Met deze ontwikkelingen verdwijnen, schijnbaar(!) op rationele gronden, de mogelijkheden tot objectieve morele waardeoordelen, zeker van het Christelijke soort, laat staan dat de idee van ‘zonde’ nog acceptabel is. Die kunnen namelijk niet wetenschappelijk geduidt worden, en dus zijn ze niet relevant of zelfs illusoir, is de gedachte. Hier duikt het rationele scepticisme op.
    • Met deze rationele scepsis verdwijnt de moraliteit niet. Integendeel! De idee van ‘de betere wereld’ is namelijk een blijvertje van formaat en is, of we het nu willen of niet, een referentie naar het nieuwtestamentische Koninkrijk der Hemelen (zie The Pursuit of the Millennium van Norman Cohn). Het Christelijke gedachtegoed is verankerd in ons denken en doen – Pierre Manent noemt dat het ‘Christelijke merkteken’ van onze samenleving.De betere wereld blijft dus nastrevenswaardig, nu zonder morele rem (zonde; ik kom hier straks op terug) van het Christendom en met wetenschap en haar ‘onweerspreekbare feitenkennis’ in de hand. Hier duikt het morele perfectionisme op.

    Kortom: met de morele omkering zijn we beland in het tijdperk van de hypermoraliteit waarin alles en iedereen onder de intense blik van het perfectionisme liggen. Het moet allemaal anders én heel veel beter, want dat zegt ‘de wetenschap’.

    Overigens, hypermoraliteit is niet alleen het resultaat van de contradictie van ‘morele omkering’. Hypermoraliteit creëert ook een contradictie.

    De intense morele afkeuring van de huidige samenleving, door met name de intellectueel/academicus, gaat namelijk hand in hand met de geëiste introductie van de eigen schlemielige maatschappij-verbeterende voorstellen die geen enkele kritische analyse krijgt of zelfs maar kan verdragen.

    Men gelooft gewoon blind dat de beter-gedachte wereld gewoon beter is. Punt uit.

    Een pijnlijk voorbeeld daarvan is de Verklaring van in Nederland gevestigde wetenschappers ter ondersteuning van Extinction Rebellion waarin onder andere dit wordt gezegd:

    “Stop het verlies aan biodiversiteit en zorg dat de netto-CO2 uitstoot in 2025 tot nul wordt gereduceerd.”

    Of, kent u deze nog (nog, nog; ik vermoed van niet, trouwens)?: “We kunnen Nederland radicaal duurzamer en eerlijker maken: vijf voorstellen voor Nederland na Corona”. Zie mijn blogpost QED – je hebt alleen maar last van (sommige) academici voor een ‘enigzins’ kritische analyse.

    En ‘de wetenschap’ geeft ons ‘de kale feiten’ die we alleen maar hoeven op te lepelen uit de werkelijkheid om ze vervolgens, zonder kritische reflectie (want het zijn ‘de feiten’?), te volgen.

    De rebellerende wetenschappers winden er dan ook geen doekjes om (vertaald door uw waarde blogger; met nadruk):

    “Academici zijn perfect gepositioneerd om in opstand te komen: we leven en werken ​​in brandpunten van kennis en expertise; we hebben veel connecties in de hele wereld, ook met besluitvormers; wij hebben omvangrijke platforms van waaruit we anderen kunnen informeren, opleiden en bijeenbrengen in de wereld, en wij hebben impliciet gezag en legitimiteit, de basis van politieke macht. Wij kunnen het verschil maken. We moeten doen wat we kunnen om de grootste vernietiging in de menselijke geschiedenis een halt toe te roepen.”

    Morele omkering – anti-wetenschap (met voorbeelden)

    Over morele omkering heeft Polanyi veel geschreven. Nazisme en communisme zijn door hem met enige regelmaat onder deze loep genomen.

    Beide ideologieën lijken (gelukkig) ver van ons bed (houden zo), maar in eigen land wordt morele omkering in toenemende mate zichtbaar en dat gaat gepaard met onverbloemde anti-wetenschap, dat wil zeggen als wetenschap verpakte politiek of ideologie (zie The historical roots of precautionary thinking).

    Voorbeelden te over, helaas.

    Voordat ik voorbeelden geef, eerst nog even dit: goede wetenschap geeft ons nooit ‘kale feiten’ waarop we zonder verdere reflectie kunnen handelen. Dat is volstrekte kletspraat; kletspraat die helaas te veel door sommige van mijn collega’s wordt uitgevent.

    In de herhaling (‘verplichte’ leeskost): feiten spreken nooit voor zich! Feiten zijn altijd het resultaat van onze onvermijdelijke vooringenomenheid. Sterker, volgens Polanyi is wetenschappelijke kennis ten diepste persoonlijke kennis!

    Dat maakt wetenschap juist objectief, want de vaardige onderzoeker zet zich in om zich rationeel te verbinden aan de verborgen werkelijkheid om die te leren kennen, niet door het (uiteindelijk) gekende los te koppelen van de kenner, als dat al zou kunnen!

    Onderzoekers zijn en blijven dus verantwoordelijk voor datgene wat zij te berde brengen.

    Neemt niet weg dat we veelvuldig gebombardeerd worden met schijnbaar onpersoonlijke feitelijkheden waarnaar wij ons leven, verplicht, moeten inrichten, op straffe van hogere belastingen, boetes, onteigeningen, enzovoort.

    Om nog maar te zwijgen van de vele ‘wetenschappelijke’ ondergangsvisoenen die we alleen kunnen ontlopen als we de expertocratische systeemveranderingen invoeren. Een anti-wetenschappelijke bloemlezing:

    Van de NOS-site: “Het kabinetsplan voor een nieuwe verbruiksgrens bij mogelijk 800 kuub aardgas, waaronder mensen minder belasting gaan betalen en erboven meer, kan rekenen op steun én kritiek. De klimaatmaatregel leidt ertoe dat mensen minder gas gaan gebruiken, zo wordt verwacht. Maar Milieu Centraal, de Vereniging Eigen Huis en organisaties voor energieloketten bij gemeenten vrezen dat mensen met de laagste inkomens in de problemen kunnen komen.”

    Of en hoe het verstoken van gas in Nederland meetbaar bijdraagt aan klimaatverandering is allang geen vraag meer. De burger wordt rechtstreeks gestraft voor zijn onmeetbare ‘aandeel’ in klimaatverandering als er meer gas wordt verstookt dan verordonneert.

    Hier tekent zich dus Staatsdwang af als maatschappelijk ordeningsprincipe: aardgas wordt primair voorzien van de negatieve klimaatveranderende connotatie die bij consumptie boven een bepaalde gefabuleerde drempel financieel ‘gestraft’ moet worden.

    Van de NRC-website: “Dan de feiten. Daarin kiest Jaspers erg selectief. Zo benadrukt hij de sociaal-economische kosten van de stikstofcrisis. Maar nergens noemt hij de kosten die de hoge stikstofuitstoot nu met zich meebrengt. De twee bronnen, de stikstofoxiden uit met name verkeer en industrie, en ammoniak uit met name de landbouw, spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van fijnstof in de lucht. En fijnstof zorgt in de EU jaarlijks voor circa 300.000 vroegtijdige sterfgevallen (door onder meer astma, hart- en vaatziekten en longkanker). Alleen al daarvan worden de sociaal-economische kosten op ten minste 230 miljard euro per jaar geschat.”

    Arnout Jaspers krijgt het voor de kiezen (hij zal er waarschijnlijk niet mee zitten) in een NRC bespreking van zijn boek De stikstoffuik – Politici in de ban van de ecolobby door Marcel aan de Brugh. (Trouwens, het is heel erg grappig dat er zo’n lange boekbespreking nodig is om tot een negatief oordeel te komen.)

    “Feiten”, waarde aan de Brugh? De sterfgevallen als gevolg van fijnstof waaraan u refereert zijn niets anders dan getallen geproduceerd met één of ander computermodel. Die sterfgevallen bestaan helemaal niet in de werkelijkheid. U slijt hier de reïficatie drogreden (met nadruk):

    “… we maken de abstracte, berekende, getallen concreet. Dat heet met een duur woord reïficatie. Plotseling beginnen we te geloven dat getallen, geproduceerd door een model, werkelijkheid zijn geworden. … Reïficatie is niets anders dan moderne magie: we geloven echt in modellen. En de p-waarde is de toverstaf.”

    Genoemde 300.000 vroegtijdige sterfgevallen, die de Europese samenleving ten minste 230 miljard euro per jaar zou kosten, zijn uit de virtuele duim gezogen. Waar liggen de fijnstofdoden? Nergens!

    Van de FD-website: “Stapje voor stapje een klein beetje veranderen, is niet meer genoeg. De wetenschap, bij monde van bijvoorbeeld de vooraanstaande panels IPCC en IPBES, geeft aan dat er systeemtransities nodig zijn rond landgebruik, voedsel, energie, steden en infrastructuur om de klimaat- en biodiversiteitsdoelen te kunnen halen en om het welbevinden van de mens en de biosfeer in de toekomst te kunnen garanderen. Veel onderzoek laat zien dat de mensheid er bij systeemveranderingen op vooruitgaat qua gezondheid, brede welvaart en economie. …

    …Als ik een debat in de Tweede Kamer zie, denk ik regelmatig: wat zou het efficiënt zijn als er nu naast de voorzitter een wetenschapper zat die op verzoek de feiten checkt. Daarnaast kunnen wetenschappers ook met een andere werkwijze een belangrijke rol spelen bij het versnellen van de transities die zo hard nodig zijn.”

    Ook waarde Jan Willem Erisman kan de verleiding niet weerstaan de wereld als geheel te versimpelen tot onverbiddelijke “wetenschappelijke feiten” gekoppeld aan de simplistische misvatting dat “systeemtransities” goed zijn voor de “mensheid … qua gezondheid, brede welvaart en economie”.

    Want ‘wetenschap’! Nee, het is anti-wetenschap.

    Dit alles overziend ontkom ik niet aan de volgende kwalificatie, ooit gemaakt door de filosoof Paul Feyerabend, van de jonge academische garde van zijn tijd, die in nog veel sterkere mate geldt voor academici van deze tijd (te vinden in het boek For and Against Method (1999); met nadruk):

    “… The younger generation of physicists, the Feynmans, the Schwingers, etc., may be very bright; they may be more intelligent than their predecessors, than Bohr, Einstein, Schrodinger, Boltzmann, Mach and so on. But they are uncivilised savages, they lack in philosophical depth ….”

    Nee, dit is geen scheldpartij van mij via Feyerabend. Barbarij is letterlijk het resultaat van de flagrante filosofische onkunde in huidig academieland. De kaalslag van de samenleving is nog maar net begonnen.

    De zonde van politiek en moreel nihilisme

    Hopelijk is het duidelijk dat al die zogenaamde wetenschappelijke feiten nooit op zich staan. Ze voeden het hypermoralisme van de eis van massieve maatschappelijke transities. Omgekeerd leidt het hypermoralisme tot schaamteloze wetenschappelijke vooringenomenheid die leidt tot botte anti-wetenschap (vertaling van uw waarde blogger; met nadruk):

    “… Zogenaamde wetenschappelijke uitspraken, die omarmd worden juist omdat ze de morele geestdrift faciliteren, zal diezelfde geestdrift verder aanwakkeren en daarmee nog meer overtuigingskracht toekennen aan voornoemde wetenschappelijke beweringen – en zo verder. … Elke kritiek op het wetenschappelijke deel van deze tandem wordt weerlegd middels de achterliggende morele geestdrift; alle morele bezwaren worden koeltjes terzijde geschoven door een beroep op het onverbiddelijke oordeel van de wetenschappelijke bevindingen. Elk van de twee componenten … trekt op zijn beurt de aandacht weg van de ander wanneer het wordt aangevallen.”

    [“… Alleged scientific assertions, which are accepted as such because they satisfy moral passions, will excite these passions further, and thus lend increased convincing power to the scientific affirmations in question—and so on, indefinitely. … Any criticism of its scientific part is rebutted by the moral passions behind it, while any moral objections to it are coldly brushed aside by invoking the inexorable verdict of its scientific findings. Each of the two components … takes it in turn to draw attention away from the other when it is under attack.”]

    Dit heeft, ongelooflijk, Michael Polanyi al zo’n kleine 70 jaar geleden geschreven in zijn magnus opus Personal Knowledge.

    In de wereld van ondersteboven heiligt het doel dus alle middelen, desnoods ten koste van mensen; omdat ‘het moet’! Daarmee raken we heel snel verdwaald in de wereld van politiek en moreel nihilisme.

    Immers, de (hyper)morele roep om tal van massale maatschappelijke transities, want (anti-) wetenschap, maakt dat de politiek koste wat kost daarop denkt te moeten inzetten, of we willen/kunnen of niet – zie de Urgenda zaak (met nadruk):

    “Nederland is de speelbal geworden, met dank aan de Hoge Raad, van een kleine minderheid die de meerderheid van de Nederlandse bevolking politiek, bestuurlijk en gerechtelijk dwingt alles op alles te zetten om broeikasgassen-reductie te realiseren.

    Dat is een overwinning voor Urgenda en haar geloofsgenoten. Echter, die overwinning is niets anders dan imaginair. Het is een openingszet tot een langdurig politiek en maatschappelijk conflict over middelen en doelen.

    De winnaars in het klimaatdiscours spelen nu, als het ware, ‘dictatoriaal’ met Nederland. …”

    Niet voor niets duidt de filosoof Harry Prosch de versmelting van rationele scepsis met moreel perfectionisme – morele omkering dus – als demonisch:

    “… de demon tweeling van het kennisideaal als afstandelijke objectiviteit en het handelingsideaal als moreel perfectionisme.”

    [“…the twin devils of the ideal of knowledge as detached objectivity and the ideal of action as moral perfectionism.”]

    Dat brengt mij afsluitend, hoe kan het ook anders, bij het begrip zonde. Ja, daar moeten we het toch maar even over hebben. Want zonde – letterlijk en niet-godsdienstig(!): ons doel missen – relativeert de eigenwaan!

    Het maakt óns gebrek – aan kennis, wijsheid, zorg, liefde – pijnlijk zichtbaar, juist voor onszelf.

    Daar zit de relativerende crux. Wij zijn veel te vol van onszelf en ‘onze betere wereld’ die we oh zo graag willen opleggen aan anderen, uiteraard met wetenschap als onpersoonlijk gereedschap, omdat we daarmee onze verantwoordelijkheid kunnen ontlopen.

    Als ik dan toch theologisch afsluit, want we leven in diep-religieuze tijden, biedt juist het verhaal van Jezus die in het zand schrijft (Johannes 8) uitkomst.

    In het kort, de religieuze leiders willen een vrouw ter dood brengen want zij heeft de wet overtreden: “De schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw, op overspel betrapt, en zij stelden haar in het midden en zeiden tot Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel; en in de wet heeft Mozes ons bevolen zulken te stenigen; Gij dan, wat zegt Gij?”

    De samenleving van toen moest zuiver zijn en blijven. Klinkt vertrouwt modern, niet waar?

    Wat is Jezus’ antwoord op hun en onze hang naar andermans zuiverheid? Het tot spreekwoord verheven “Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen (naar haar).” Dat is het sein dat iedereen in dit verhaal de stenen laat vallen en vertrekt.

    Dat zouden wij ook moeten doen. De stenen van onze hoogmoedige eigenwaan en superioriteitsgevoel waarmee wij anderen bekogelen laten vallen en het goede op het oog hebben voor anderen. Dat maakt nederig, datgene wat vooral academici heel hard nodig hebben.

    ***

    Bron hier.

    ***

    0 reacties :

    Een reactie posten