Om de vastgelopen raderen van het openbaar bestuur te smeren zijn er heel wat oliemannetjes actief, van Klaas Dijkhoff tot Johan Remkes.
17 januari 2023
Ze hebben zeker nut, maar zijn ook een symbool van het falen van de democratie, schrijft Geerten Waling.
Lees ook deze column van Geerten Waling: Stop wildgroei van regeringscommissarissen
Als de raderen van een machine vastlopen is olie nodig om de boel te smeren. Zo werkt het ook in de raderen van het openbaar bestuur. En die lopen nogal eens vast. Om de bestuurlijke smeerolie toe te dienen zijn er oliemannetjes in overvloed. Hun olie is het gesproken woord. Ze praten wat af – en vaak met behoorlijk resultaat, alleen trekt de democratie daarbij aan het kortste eind.
Dijkhoff hoefde niet lang op een nieuwe uitdaging te wachten
Neem nu Klaas Dijkhoff, de gevatte Brabantse VVD-politicus die na vier jaar als fractieleider in de Tweede Kamer in 2020 besloot niet langer in de eeuwige schaduw van Mark Rutte te willen vertoeven. De jonge Dijkhoff (42) hoefde niet lang op een nieuwe ‘uitdaging’ te wachten. Een jaar later benoemde het nieuwe kabinet Rutte-IV hem tot ‘aanjager’ van de ‘doorontwikkeling’ van Brainport Eindhoven, een economische ‘mainport’ waar de regering veel potentie in ziet, maar de regio zelf moet nog even goed worden voorbereid op de vaart der volkeren.
Lees ook dit commentaar van Eric Vrijsen uit 2020: Dijkhoff smeerde grondverf, geen hoogglans lak
Dijkhoff moest de raderen smeren in het overleg tussen de verschillende overheden, de bedrijven en andere partners – en daarnaast moest hij ook waken voor de balans tussen ‘wonen, bereikbaarheid en economie’ in de regio. Een flinke klus voor één man. En dat in vier maanden, die nu zijn verstreken. Of hij nog met een openbaar eindrapport komt weet ik niet, maar vorige maand liet Dijkhoff zich al wel ontvallen dat hij het liefst heel Nederland zou willen ‘brainportiseren’.
Grote steden grijpen graag naar een bekende politicus
Wat Dijkhoff op regionaal niveau doet, gebeurt ook in gemeenten. Grote steden grijpen graag naar een bekende politicus zonder vaste betrekking om een vastgelopen dossier los te trekken. Zo werd oud-minister en voormalig PvdA-leider Lodewijk Asscher in 2021 voor een paar maanden ingeschakeld als ‘kwartiermaker’ om het verpauperde Heerlen-Noord aan te pakken.
Zijn taak was een sterk afgeslankte en ingekorte vorm van het werk van oud-Leefbaar-politicus Marco Pastors in Rotterdam. Als directeur van het Nationaal Program- ma Rotterdam-Zuid werkt hij daar met partners op het gebied van volkshuisvesting, veiligheid en zorg nauw samen om het arme en verscheurde Zuid te redden.
Let wel: Pastors doet dat inmiddels al elf jaar in een heel duidelijke rol. Daarmee is hij een uitzondering, want de meeste oliemannetjes komen en gaan – en hun resultaten blijven beperkt tot vage adviezen en ‘handelingsperspectieven’.
Lees ook het interview met VVD-coryfee Ed Nijpels: ‘Den Haag heeft rechte ruggen en stevige knieën nodig’
Een bekend oliemannetje op landelijk niveau is Ed Nijpels. Met zijn ‘klimaattafels’ leidde hij het polderoverleg tussen een grote groep ‘stakeholders’ (belanghebbenden) om tot een klimaatakkoord te komen. Maar het bekendste oliemannetje is natuurlijk Johan Remkes, die al meermaals is ingevlogen om bestuurlijke crises te bezweren en op wie vorig jaar alle ogen waren gericht vanwege zijn stikstofrapport. Remkes wilde geen ‘bemiddelaar’ heten, want dat suggereerde actieve onderhandelingen. Nee, hij wilde slechts een eerste stap zetten om de diepe vertrouwenscrisis op te lossen. Lekker veilig vaag voor de schrijver van het rapport met zo’n zwaar politiek gewicht.
De oliemannetjes verschuilen zich achter hun vage functieomschrijving
In zijn boek Het land moet bestuurd worden (2021) beschrijft Wim Voermans het oliemannetje als ‘iemand die het politieke proces weet te smeren en anderen ertoe weet te brengen een beetje op te schuiven of in te binden. Dat is niet alleen een kwestie van argumenteren, maar ook van timing, weten wat er speelt, investeren in relaties.’
Zeker, met hippe titels als ‘kwartiermaker’, ‘aanjager’ of ‘kartrekker’ bieden oliemannetjes de bestuurlijke smeerolie die soms hard nodig is om vooruitgang te boeken. Maar tegelijkertijd verschuilen zij zich achter hun vage functieomschrijving, zonder (grond)wettelijk gedefinieerde rechten en plichten, om zich naar eigen inzicht overal tegenaan te bemoeien. Daarmee zijn zij ook het bewijs van democratisch falen.
Het zou beter zijn als verkozen politici eens serieus onderling reflecteren op hun eigen tekortkomingen en die van de door hen aangestelde bestuurders – en zelf de regie pakken. Dat maakt de processen transparanter en inclusiever – en dat versterkt de democratie in plaats van die stiekem uit te hollen.
0 reacties :
Een reactie posten