Proloog: Uit een geschiedenisboek in het jaar 2100
Een gastbijdrage van Ed Zuiderwijk. 30-11-2022
“Het relaas van de atmosferische wetenschappen in de periode 1980 tot 2025 is een van de meest raadselachtige hoofdstukken in de geschiedenis van de moderne wetenschap. In een samenleving die verondersteld werd toegewijd te zijn aan de verbetering van het leven van haar burgers, kreeg een kliek van onwetende fanatici, half-opgeleide onderzoekers, politieke meelopers en de nodige charlatans de controle over onderzoek in de atmosferische wetenschap en haar toepassingen.
Deze omstandigheid verstikte niet alleen de ontwikkeling van de wetenschap, maar had ook verreikende en destructieve invloed op de economieën van veel landen door het verkwanselen van schaarse middelen op een waarlijk epische schaal.
Voor een buitenstaander was het volslagen onbegrijpelijk dat een samenleving die in staat was om de mens de ruimte in te sturen zoiets essentieels als de energievoorziening, het transport en de voedselproductie kon overlaten aan uitbating door overduidelijke kwakzalvers.
Nog merkwaardiger was dat de aberratie luid werd toegejuicht door een sycophante pers en bovendien onderschreven door geleerde genootschappen die beter hadden moeten weten. Wetenschappers uit de daaropvolgende periode hebben lang gespeculeerd over de machinerie van die overname en over de omstandigheden die het mogelijk maakten.
***
De twintigste eeuw was er een van grote vooruitgang in de natuurkunde, astronomie, biologie, geologie en een hele reeks andere takken van de wetenschap. Het was helaas ook de eeuw die ons beruchte pseudowetenschappen heeft voortgebracht: Eugenetica, Lysenkoïsme en het begin van het klimaatalarmisme, de huidige wetenschappelijke dwaling. Sommigen, waaronder ikzelf, zouden Marxisme aan de lijst willen toevoegen, maar ik heb besloten om de intelligentsia niet onnodig te beledigen en zal verderop alleen Eugenetica kort aanstippen om iets te illustreren.
De hypothese van catastrofale antropogene opwarming van de aarde, ook bekend als ‘door de mens veroorzaakte klimaatverandering’, is een schoolvoorbeeld van een pseudowetenschap. Ik zal aantonen dat het conflict tussen dat klimaatalarmisme en echte wetenschap griezelige en verontrustende parallellen vertoont met het Lysenkoïsme, een dertig jaar durende perversie van de biologische wetenschappen die in het Sovjetblok werd beoefend vanaf het midden van de jaren dertig met het Marxisme als een randvoorwaarde. Ik zal dit doen aan de hand van een boek dat lange tijd het enige beschikbare wetenschappelijke verslag van die periode was.
De kern van elke pseudowetenschap is altijd een valse doctrine, een defecte hypothese. In ons geval is die kern de bewering dat kooldioxide, CO2, de belangrijkste klimaatdrijver is. Dat is het niet. In een echte wetenschap evolueert de hypothese door toetsing aan de werkelijkheid tot een betere versie, of wordt ze gewoon verlaten. In een pseudowetenschap wordt de valse leer een dogma dat soms geabsorbeerd wordt in folklore, zoals astrologie. Als daarentegen het dogma wordt overgenomen door machtige politieke belangen, dan richt het enorme schade aan. Lysenkoïsme dient als een goed voorbeeld.
Een korte geschiedenis van het Lysenkoïsme
Ik moet hier een bekentenis doen. De ‘proloog’ werd met enige poëtische vrijheid overgenomen uit de openingsparagraaf in een vertaling van een boek van de hand van de Russische bioloog Zhores Medvedev: “The Rise and Fall of T.D. Lysenko” (notitie 1).
Daarin geeft Medvedev een gedetailleerd verslag van hoe het Lysenkoïsme ontstond, hoe de tegenstanders werden behandeld, hoe het de landbouw van de Sovjet Unie ruïneerde en hoe het uiteindelijk teloor ging. Het is een fascinerende maar moeilijke lectuur, vooral vanwege de incidentele weergave van de persoonlijke ellende van degenen die de dupe werden.
Het boek is ook opmerkelijk omdat het nooit in het oorspronkelijke Russisch is gepubliceerd (1), maar alleen in druk is verschenen in de Verenigde Staten, vertaald door zijn Amerikaanse collega Michael Lerner, die toevallig op het bestaan van het manuscript was gestuit en er kennis van had genomen via de geruchtenmolen.
Trofim Denisovich Lysenko had vreemde ideeën over een methode om gewassen te verbouwen, ‘vernalisatie’ waarmee hij de opbrengst probeerde te verbeteren. Hij had deze methode overgenomen uit het werk van een crackpot horticulturist Ivan Vladimir Michurin. Er zijn wat anekdotische aanwijzingen dat hij tot die ideeën werd aangetrokken omdat zijn vader er een of twee keer een bescheiden succes mee dacht te hebben gehad bij het verbouwen van aardappelen.
Soms lees je dat het Lysenkoïsme een vorm van Lamarckiaanse biologie was of vergelijkbaar met wat we nu ‘Epigenetica’ noemen – een tak van de genetica die zich bezighoudt met gen-regulering en die niets met Eugenetica te maken heeft – maar dat is onjuist. De ideeën van Michurin en Lysenko waren in wezen een verwerping van de basis van Mendeliaanse genetica, van het begrip genen.
Tegenwoordig, in een tijdperk van gen-sequencing op bijna industriële schaal, lijken dergelijke ideeën inderdaad onzinnig, maar ook in de jaren dertig, meer dan een halve eeuw nadat Mendels werk was gepubliceerd, waren ze ronduit belachelijk. Het is dan ook geen verrassing dat Lysenko behoorlijk botste met de toenmalige genetici, in het bijzonder Nicolai Vavilov, een van de grootste biologen van het Sovjet tijdperk, algemeen beschouwd als de vader van wat we nu ‘populatie genetica’ noemen.
Hoewel Lysenko op zijn best een middelmatige botanicus was, bleek hij een kundige politieke manipulator te zijn. Op het Tweede Nationale Congress van de Collective Landbouw in 1935 hield hij in aanwezigheid van Algemeen Secretaris van de Communistische Partij, Josef Stalin, een toespraak waarin hij het debat met zijn genetici tegenstanders beschreef in de politieke termen van klassenstrijd, een Marxistisch concept, met Mendeliaanse genetica bestempeld als ‘bourgeois denken’ en haar beoefenaars in feite als ‘vijanden van het volk’ of medewerkers van het kapitalistische imperialisme. Medvedev schrijft:
This speech of Lysenko greatly pleased Stalin who, at its end, exclaimed: ‘Bravo comrade Lysenko, bravo!’.
Vanaf dat moment had Lysenko de steun van de hoogste autoriteiten en geleidelijk raakten zijn tegenstanders gemarginaliseerd. Onnodig te zeggen dat hij een grote aanhang kreeg van actieve supporters en meelopers die heel goed beseften aan welke kant hun brood belegd was. Het zal ook geen verrassing zijn dat Lysenko zijn invloed gebruikte om zijn tegenstanders systematisch uit de weg te ruimen. Medvedev:
… hundreds of scientists, the best and most qualified representatives of Soviet biology, were either dismissed or demoted on the basis of fabricated, slanderous, and perverted accusations of ….
… vervolgens geeft hij een lange lijst van vermeende misdaden, waaronder: het hebben van reactionaire opvattingen, medeplichtigheid aan het imperialisme en de bourgeoisie, kruipen voor het Westen, sabotage, antimarxisme, antidarwinisme enzovoort. Maar het enige waar ze schuldig aan waren, was natuurlijk de zonde van zelf te denken.
Ondanks deze aanvallen bleef er een actieve oppositie bestaan onder leiding van Vavilov totdat ook hij van het toneel verdween door smerige machinaties die culmineerden in verzonnen en valse beschuldigingen. Medvedev beschrijft de omstandigheden van zijn arrestatie tijdens veldwerk in de Oekraïne. Hij werd letterlijk van het land geplukt, vervolgens samen met enkele van zijn naaste medewerkers berecht wegens ‘ondermijning’ en opgesloten. De veroordeelden mochten niet buiten luchten en hun vrouwen en familieleden werden in het ongewisse gelaten over hun verblijfplaats. Vavilov stierf eind 1942 aan een longontsteking veroorzaakt door ondervoeding en uitputting. Hij liet een enorme hoeveelheid onvoltooid werk achter, met onpeilbare schade voor de wetenschap.
Tot ver in de jaren vijftig werden tegenstanders onderdrukt, ook diegenen buiten de eigenlijke academische wereld die het er niet mee eens waren, de zogenaamde ‘anti-Pavlovianen’, een term, zoals Medvedev het noemt, ‘speciaal bedacht voor het gemak om mee te beschuldigen’. Dit was een meesterwerk van agitprop, aangezien Pavlov in die tijd een nationale held was en bekend was bij praktisch elk kind, zowel binnen als buiten de Sovjet Unie, vanwege die hond van hem. Om tegen zo iemand te zijn, moest je inderdaad wel erg slecht zijn. En als je als wetenschapper zo ongelukkig was om als anti-pavloviaan te worden bestempeld, dan was je jarenlang verstoken van normale kansen om te werken.
De decennia 1940-1960 waren er twee van stagnatie. In 1953 stierf Stalin en werd opgevolgd door Nikita Chroesjtsjov, een man van het platteland, die, gelukkig voor Lysenko, een ware gelovige was. Echter, terwijl in de vrije wereld de biologie snel vooruitging – met name in de jaren 1960 na de ontdekking van de genetische code – was de achterstand van de Sovjet biologie voor elke onbevooroordeelde waarnemer overduidelijk te zien:
The yoke of Lysenkoism became particularly burdensome as this pseudoscience continued seeking to suppress the new shoots inevitably sprouting in our science. The control of biological literature by supporters of Michurinist biology was so tight that for years there was scarcely a single article in the Soviet press openly critical of Lysenkoism. It was impossible to publish genetics articles as such during that period, and they had to appear in periodicals devoted to chemistry, physics, or mathematics. No direct critique of Lysenko himself got past editorial boards or the censorship. At the same time, periodicals and the popular press continued to promote the significance of the work of the Michurinists for agriculture and the national economy.
En vanzelfsprekend nam de opbrengst van de gewassen die werden verbouwd met Lysenko’s wonderbaarlijke methoden jaar na jaar toe, tenminste als we de betrokken overheidsinstellingen willen geloven. Echter:
Nonetheless, the backwardness of our theoretical biology became so obvious that some decisions had to be made, as pressure on the Academy of Sciences and other scientific administrative organs became stronger and stronger.
Een deel van de achtergrond hiervan was de, in werkelijkheid, abominabele resultaten van de Sovjetlandbouw met meerdere jaren van ernstige misoogsten. De jaren 1962 en 1963 waren zo slecht dat voedsel in het Westen moest worden gekocht en ook in latere jaren werd de Sovjet Unie regelmatig een importeur van graan.
De crisis kwam tot uitbarsting tijdens een bijeenkomst om nieuwe leden voor de Academie van Wetenschappen te kiezen, in juni 1964. Lysenko probeerde ‘zijn krachten in de sectie Biologie te versterken’, maar de voorgestelde kandidaten werden ook gevet door leden uit de andere takken van de wetenschap over wie hij en zijn kliek geen invloed hadden. Een van deze leden van de Academie was een jonge – en nu beroemde – natuurkundige Andrei Dmitrievich Sacharov. Zijn presentatie ging over de kandidatuur van een zekere Nikolai Nuzhdin, een van Lysenko’s protégées, die naar voren was geschoven om ‘anti-Michurinistische verdraaiingen door tegenstanders [van Lysenko] tegen te gaan’, zoals het werd gepresenteerd. Dit is wat Sacharov zei:
“It is a matter of scientific conscience for each of the academicians who will vote as to how to interpret what is really hidden behind this ‘struggle against anti-Michurinist distortions’ and for the further development of the philosophical works of outstanding figures in biology, and so forth. I shall not read the excerpt a second time. As for myself, I call on those present to vote so that the only “ayes” will be by those who, together with Nuzhdin, together with Lysenko, bear the responsibility for the infamous, painful pages in the development of Soviet science, which fortunately are now coming to an end”.
Ik hoef het geen tweede keer te lezen’; sarcasme op zijn best. Wat hij eigenlijk en totaal tegen het protocol aan de vergadering voorlegde was: ‘stem niet op deze gasten, het zijn kwakzalvers’. De verklaring werd met applaus begroet. Lysenko en zijn ‘isme’ overleefden die vernietigende beoordeling niet en waren binnen een jaar volledig van het toneel verdwenen, letterlijk geheel uit de Sovjet-geschiedenis geschreven (2).
Medvedev eindigt zijn boek met een analyse van hoe en waarom het kon gebeuren. Zoals hij het verwoordt: hoe kwam het dat ‘in een samenleving die toegewijd was aan de verbetering van het lot van boeren en arbeiders, een ongeletterde en fanatieke charlatan absolute zeggenschap kreeg over zowel onderzoek in de biologie als de landbouwpraktijk?’.
Zoals ik zijn conclusies lees, heb je vier ingrediënten nodig voor zo’n ramp: (1) een valse doctrine, uiteraard; (2) politiek onderlegde en/of charismatische hoofdrolspelers; (3) patronage (wat Medvedev ‘persoonscultus’ noemt, omdat hij Stalin in gedachte heeft heeft); en (4) een ideologie waarin dit alles ingebed kan worden.
Hier meende Medvedev dat zo’n ideologie noodzakelijkerwijs zelf extremistisch van aard moet zijn, maar daar heb ik zo mijn twijfels over. De enige vereiste is om de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken en we weten allemaal dat dat zo netjes mogelijk en op allerlei legale manieren kan worden bereikt.
***
Klimaatalarmisme
Heeft u het gemerkt? Ik heb nog bijna niets gezegd over klimaatalarmisme. Maar dat hoefde ook niet, want diegenen die bekend zijn met het onderwerp hebben het in alle details herkend. Voor elk aspect van het Lysenkoïsme kan je de tegenhanger vinden in de hysterie round de ‘klimaatcrisis’.
Het is er allemaal: de valse hypothese, de toespraak die de bal aan het rollen bracht (3), de persoonlijkheden met hun groupies en belangrijke prijzen, de bescherming door de partij, sorry, de Verenigde Naties, de censuur en beïnvloeding van berichtgeving, de scheldpartijen (Ontkenner!), de data manipulatie, het muilkorven van tegenstanders, de onderzoekers die hun werk niet langs de redactie van het tijdschrift kunnen krijgen, zij die uitgesloten worden van onderzoeksfinanciering, degenen die hun baan zijn kwijtgeraakt (4), degenen die beschuldigd worden van het slapen met de vijand (Exxon!), en last but not least de fanatici die anderen hun mening opdringen en de schobbejakken die om bloed schreeuwen. Plus natuurlijk een uiterst behulpzame pers.
En het zit allemaal ingebed in de ideologie van Wokerij, in de doctrine van politieke correctheid, die het niet toelaat om iets groens te bekritiseren en te overleven in je werk. Het enige dat je bij Lysenko niet zult vinden, is een nukkig, halfopgeleid schoolmeisje, zalig verklaard door een onnozele aanhang.
Maar net zoals het Lysenkoïsme de Sovjet landbouw ten gronde richtte – resulterend in voedsel tekorten – zo zal de huidige aberratie, die een idiote en rampzalige energie- en voedselpolitiek heeft voortgebracht, de volkeren van het Westen beroven van de hulpbronnen die ten grondslag liggen aan hun levensstandaard.
Het lijkt mij dat de vier punten van Medvedev redelijk goed verklaren waarom het klimaat alarmisme, Lysenkoisme Mark II, heeft kunnen ontstaan. Men kan zich dan afvragen welke van die omstandigheden de belangrijkste zijn, om te weten hoe onszelf te ontdoen van de ontspoorde klimaatpriesters.
Het Lysenkoïsme kwam ten einde door een combinatie van twee dingen: een frontale aanval op de pretentie een legitieme wetenschap te zijn, gevolgd door het verdwijnen van de patronage. Het eerste gebeurde toen iemand met een onaanvechtbare reputatie opstond en een schep, een schep noemde. Dat maakte de weg vrij voor de overheid om zonder gezichtsverlies zich ervan te distantiëren. Toen de steun van boven verdween zag eenieder de keizer zonder kleren staan.
Zo zal het waarschijnlijk ook gaan met het klimaatalarmisme. De sleutel is de patronage door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de VN bureaucratie die pretendeert een wetenschappelijke organisatie te zijn. Pas wanneer die organisatie ontmanteld is (of in haar eigen tegenstrijdigheden is gewurgd) zal het klimaat alarmisme tegenspartelend sterven. En niet andersom. Het zal, vrees ik, niet spoedig zijn.
Ik wil dit lange verhaal afsluiten met een opmerking over de schadelijke rol van de pers. Dat een pers die onder een dictatoriaal regiem moet werken orders zal opvolgen, is geen verrassing. Maar begin jaren negentientwintig, op het hoogtepunt van de Eugenetica-manie, kon je, vooral in de Engelstalige wereld, geen tijdschrift of krant openslaan of je zag een artikel over gelukkige paren en hun prachtige, bijzondere ‘eugenetische baby’s, die er toch op de een of andere manier net zo uitzagen als alle andere pasgeborenen (5).
Kranten en tijdschriften deden hun uiterste best in het tonen van bewondering voor de zelfbenoemde exponenten van die pseudowetenschap en de censurerende houding van uitgevers onderdrukte alle tegenspraak. Dit had tot gevolg dat de ideologie werd gelegitimeerd door het druppelsgewijs inprenten van valse informatie verpakt in een vertederende boodschap, waardoor de weg werd vrijgemaakt voor de stilzwijgende acceptatie later van perverse en onmenselijke wetgeving (6) en culmineerde in de misdaden van de Tweede Wereldoorlog, allemaal in naam van de ‘wetenschap’.
Momenteel is het nepnieuws over de niet bestaande benarde situatie van knuffelige ijsberen door organisaties als WWF en Greenpeace en hun gewillige spreekbuizen in de reguliere media slechts een variatie op hetzelfde thema: een naïve jongere generatie te conditioneren om de draconische maatregelen tegen de niet bestaande ‘klimaatcrisis’ zonder morren te accepteren.
De filosoof Oswald Spengler (1880-1936) verwoordde het zo:
“De pers is tegenwoordig een leger met zorgvuldig georganiseerde wapens, de journalisten zijn officieren, de lezers zijn soldaten. De lezer weet niet, en mag ook niet weten, voor welke doeleinden hij wordt gebruikt en welke rol hij moet spelen.”
Of, in gewoon Nederlands, de lezers, de voetsoldaten, worden gehersenspoeld en ondergedompeld in de agenda van de uitgevers (7). George Orwell, zelf journalist, zei iets soortgelijks (zie ook notitie 8).
Men kan zich echter afvragen waarom ook de publicisten van de wetenschappelijke onderneming zo geneigd zijn zich aan de verkeerde kant van de geschiedenis te bevinden. Is het gewoon onwetendheid, domheid en lafheid van de kant van redacteuren en journalisten of is het iets onheilspellenders en een diepgeworteld aspect van de manier waarop met informatie wordt omgegaan?
Heeft het gekoesterde peer review-systeem als instrument voor kwaliteitscontrole zijn tijd overleefd omdat het heeft bewezen weerloos te zijn tegen ondermijning en misbruik en, althans in de atmosferische wetenschappen, grondig is gecorrumpeerd?
Maar misschien is de verklaring veel eenvoudiger, dus laat me een suggestie doen voor de avondoverdenking: Lysenko verpakte zijn ‘isme’ in termen van een klassenstrijd, een oorlog. Volgens mij sloeg hij, onbewust, de spijker op de kop. Pseudowetenschappelijke episodes hebben alle kenmerken van klassenoorlog, als een conflict tussen hen die verleid en misleid worden door groepsdenken, dogma’s en ‘consensus’ en zij die voor zichzelf denken (9). En in een oorlog, leert Orwell ons, liegt de pers altijd.
***
Notities
1. “Rise and Fall of T.D. Lysenko” Z.A. Medvedev (1963) Columbia University Press.
Medvedev was van plan geweest om begin 1967 via de Sovjetacademie in het Russisch te publiceren, maar liet zijn vertaler (M. Learner) weten dat de publicatie daar ‘moest worden uitgesteld’ omdat de machthebbers hadden bepaald dat dat jaar, zijnde de vijftigste verjaardag van de revolutie, ‘niet een geschikt moment’ was om boeken uit te brengen die als kritiek op de partij zouden kunnen worden beschouwd. Vele maanden later werd duidelijk dat het ‘manuscript niet publiceerbaar was in de Sovjet Unie’.
2. Ik had vier Russische collegae bij het instituut voor genoomonderzoek in Cambridge, alle met een biologische achtergrond. Een, de oudste, wist alles van Lysenko, een ander moest heel lang nadenken en de overigen hadden nooit van hem gehoord.
3. De alarmistische toespraak van James Hansen in 1988 tot de Senaat in Washington, die de lichtgelovige politici de stuipen op het lijf joeg (en hem van wetenschapper in activist veranderde).
4. Zie bijvoorbeeld Lawrence Solomon’s boek, onder anderen, voor namen en details:
“The Deniers” L. Solomon (2008) ISBN 978-0-9800763-1-8
5. Chesterton’s pamflet “Eugenetica en ander kwaad” is de moeite van het lezen waard: “Eugenics and Other Evils”, G. K. Chesterton (1922), Cassell and Company Ltd.
De schrijver G.K. niet verwarren met de journalist A.K. Chesterton (geen familie) die een notoire fascist was in de beweging van Oswald Mosley, de britse NSB.
6. Voor wie daar meer van wil weten is dit boek (meer dan 500 paginas) aanbevolen:
“War against the weak” Edwin Black (2003) ISBN 1-56858-258-7.
7. Ik zou nu ‘journalisten’ vervangen door ‘eigenaren en redacteuren’ en de correspondenten bij het voetvolk onderbrengen omdat het journaille van vandaag zelf volledig gedrenkt is in een radicale eco-ideologie en zich daar totaal niet van bewust is.
8. Niemand legde het duidelijker uit dan de beruchte Joseph Goebbels: ‘Zij die erdoor moeten worden overgehaald, moeten volledig opgaan in de ideeën van de propaganda, zonder ooit te merken dat ze erin worden ondergedompeld’.
9. Voor de schrijver is dat een mogelijke verklaring waarom zulke perversies van de wetenschap de aanhangers van collectivistische politieke systemen aantrekken zoals een rottend lijk vliegen lokt.
***
Bron hier.
***
0 reacties :
Een reactie posten