Philip van Tijn verbaasde zich over het niveau van het Kamerdebat over de statushouders die ontslag namen nadat ze een sociale huurwoning kregen toegewezen.
16 oktober 2022
Wat begon als een schandaal, draaide binnen de kortste keren 180 graden. Het was volgens D66 en DENK schandalig dat statushouders weer in het verdomhoekje zaten.
Hoe gek gekker kan worden. Het verhaal is inmiddels enigszins bekend. De gemeente Utrecht, intussen een hippe studentenstad, met 17 van de 45 gemeenteraadszetels voor GroenLinks en D66, had een briljant idee gehad. Als we zes weken lang alle vrijkomende sociale huurwoningen uitsluitend toewijzen aan statushouders, hebben we in één klap onze achterstand ingelopen. En scoren we bij de 44 procent inwoners die dit voorjaar op GL en D66 hebben gestemd (en de 5 procent op DENK niet te vergeten). Jammer voor de daklozen en de Utrechters die al jarenlang op wacht- en urgentielijsten staan voor een huis, maar dat zijn onze kiezers niet.
Een enkele keer regeert de gekte en zo werd dit hersenspinsel (laten we ervan uitgaan dat hersens in het geding waren) realiteit. Experiment geslaagd – aldus de gemeente Utrecht. Helaas kwam er een smetje.
Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.
Afgelopen week werd bekend (een primeur van het Financieele Dagblad – toch niet de Daklozenkrant) dat zes statushouders op het moment dat zij hun huurcontract tekenden, ontslag namen bij hun werkgever. Reden: als je huurder van een huis bent, krijg je bijstand en andere toelagen, en als het even wil, is dat samen meer dan je voor je niet-riant betaalde baan krijgt. Een Hollandse rekensom waar geen speld tussen te krijgen is. Hoogstens dat het om mensen gaat ‘die het oorlogsgeweld in hun land zijn ontvlucht’ en die ‘niets liever willen dan een bijdrage leveren aan het land dat hen heeft opgenomen’ – twee willekeurige citaten die de lezer of kijker dagelijks uit de mond van politici kan optekenen.
Minister van Gennip: ‘Het kan toch niet zo zijn’
Je zou denken dat deze malligheid alle voorpagina’s zou hebben gehaald, als schoolvoorbeeld van het failliet van ons ‘migratiebeleid’. Maar nee, het werd bladvulling in de rubriek ‘Het is me wat’.
Maar een affaire is niet echt als deze niet wordt besproken in ’s lands vergaderzaal. Dus hoopvol keek ik afgelopen dinsdag naar het wekelijkse Vragenuurtje, en niet vergeefs. Op tien seconden na beheerste dit onderwerp een half uur de Tweede Kamer, en dat is lang voor een vraag.
Lees ook het commentaar van Carla Joosten: Statushouders met huis geven baan op. Zo erodeert het draagvlak snel
De vragensteller was Thierry Aartsen (VVD), die aan de minister vroeg of het haar bekend was en die graag wilde weten wat de minister ervan vond en wat ze voornemens was hieraan te doen – of misschien zelfs al had gedaan. Aartsen wees ook nog op de geringe arbeidsparticipatie van statushouders, waardoor integratie en betrokkenheid bij onze samenleving niet erg hoog zijn.
De minister was in dit geval Karien van Gennip. Zij heeft iets echt moeilijks gestudeerd: Technische Natuurkunde in Delft en heeft vele jaren bij McKinsey gewerkt, ook in de Verenigde Staten, in San Francisco. Twintig jaar geleden was ze al een veelbelovend staatssecretaris. Dat is allemaal niet mis, maar nu was het hakkelen en stamelen geblazen, want natuurlijk begreep de minister dat ze iets moest verdedigen wat niet te verdedigen viel. ‘Als je vlucht voor oorlog en geweld, heb je naast rechten ook plichten’ was één van haar keiharde uitspraken; en die ‘balans tussen rechten en plichten is niet altijd juist’ loog er ook niet om! Je moet als statushouder je best doen om werk te krijgen; dat is niet alleen voor de centen, maar ook voor ‘de sociale netwerken’. Maar gelukkig zijn er ook heel veel voorbeelden waar het wél goed gaat – dat had ze gisteren nog bij een werkbezoek in Zeeland geconstateerd. Over de precieze gang van zaken in Utrecht wist ze nog niets. Want ze was nog ‘in gesprek met de gemeente’. Ik verzeker u dat dat nog wel een tijdje duurt! Op mijn lachspieren werkte minister Van Gennip door tot twee keer toe de Kamer toe te roepen ‘Het kan toch niet zo zijn …’ terwijl we allemaal inmiddels wisten dat het wel degelijk zo is.
Rekenen is niet het ding van politici
Het niveau van het Kamerdebat was navenant. Elke partij deed even haar plasje over de affaire-Utrecht en het interessante was niet alleen het gebrek aan niveau en de veelvuldige herhaling, maar vooral dat wat begon als een schande of een schandaal, al gauw bij een groot deel van de Kamer op begrip kon rekenen. Sterker, het was een schande dat de statushouders alweer in het verdomhoekje zaten. Voorzitter, waar hebben we het over? Over drie van de 650 statushouders in Utrecht, nog niet 1 procent. De spreker, Anne-Marie Padt (D66), bijgevallen door Stephan van Baarle (DENK), ging er automatisch vanuit dat alle 650 aan het werk zijn; met dezelfde bewijskracht kan ik beweren dat die drie die hun baan hebben opgezegd de enige drie zijn die werk hebben/hadden, dus een score van 100 procent! Maar getallen en politici zijn zelden een gelukkig huwelijk.
Lees meer over de asielinstroom: Ondanks de beeldvorming is ‘draagvlak’ voor asielbeleid redelijk constant
Binnen de kortste keren was het onderwerp 180 graden verlegd. Terwijl minister Van Gennip niet moe werd te vertellen dat ze ‘in gesprek’ was met de gemeente Utrecht en dat ‘het doel van de Inburgeringswet is dat de inburgering beter loopt’, ging het debat allang over de discriminatie die de statushouders moeten ondergaan, over de structuur van het asielbeleid die niet deugt en had Van Gennip het ineens over de Oekraïeners over wie het debat toch niet ging, dacht ik.
Het was tenenkrommend, vooral toen het erover ging dat het toch erg ingewikkeld is als je als statushouder ineens een huis krijgt, je huis moet inrichten, een school moet uitzoeken, huur betalen en ga maar door. De minister vond dat je daar best een dag vrij voor mag krijgen, misschien twee, maar dat verhuizen geen reden is om je baan op te zeggen! Behalve misschien als je verhuist naar een andere stad. Is die technische natuurkunde toch nog ergens goed voor.
Nadat ze nog drie keer behendig de vraag over sancties niet had beantwoord, kwam tegen het einde van de discussie de hardste ministeriële voltreffer: ‘Voorzitter, een woning krijgen en dan je werk opgeven, zó werkt het niet in Nederland!’
Mevrouw de minister, die discussie van een half uur vond juist plaats, omdat het zó wél werkt in Nederland!
0 reacties :
Een reactie posten