Het blijft deze zomer goed nieuws regenen over het klimaat. Op 16 augustus bereikte het zomerijs op de Noordpool zijn op twee na hoogste niveau sinds 2007, meldt het Amerikaanse weerinstituut NSIDC.
3-9-2022
De opwarming van de aarde is gestopt, er zijn meer ijsberen dan ooit tevoren en onlangs werd bekend dat het Groot Barrièrerif in Australië een recordomvang heeft bereikt door de enorme aangroei van koraal.
Maar gelukkig voor klimaatalarmisten was daar nog altijd het smeltende Noordpoolijs en het vooruitzicht dat de Groenlandse ijskap op het punt stond te smelten. Beide doemvoorspellingen lijken nu echter (gelukkig) ook niet uit te komen. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het ijs niet meer zo snel smelt als in het recente verleden. Op 16 augustus bereikte het zomerijs op de Noordpool zijn op twee na hoogste niveau sinds 2007.
Dit goede nieuws werd onlangs bekend gemaakt door het in de VS gevestigde National Snow and Ice Data Centre (NSIDC). Volgens het NSICD is het zelfs goed mogelijk dat de noordelijke zeeroute langs Eurazië dit jaar voor het eerst sinds 2007 ‘niet ijsvrij’ wordt. Voorlopige ramingen van het NSIDC achten de kans 30 procent dat het zee-ijs vijf miljoen vierkante kilometer zal bedekken, iets wat in acht jaar niet is voorgekomen.
De afkoelingstendens is al enige tijd duidelijk. Eerder dit jaar werd al bekend dat de bedekking van het Arctische zee-ijs nu zeer dicht bij het gemiddelde voor de periode 1991-2020 ligt, ver boven het dieptepunt van 2012. Volgens Copernicus, de weerdienst van de EU, lag de omvang van het zee-ijs in maart 2021 slechts 3 procent onder het 30-jarig gemiddelde. In maart is de maximale omvang van het zee-ijs in het Noordpoolgebied. Uit recente cijfers blijkt dat maart 2022 iets hoger lag.
In zijn recente klimaatrapport van de Global Warming Policy Foundation merkte emeritus professor Ole Humlum op: "De trend naar stabiele of hogere ijsbedekking aan beide polen begon waarschijnlijk in 2018 en is sindsdien versterkt." De waarnemingen van het ijs op de Noordpool gaan terug tot het begin van de 19e eeuw en laten bewegende cycli zien van zowel temperatuur als ijsbedekking.
Klimaatalarmisten
Als op het juiste moment – hoe lang kunnen we dit nog volhouden? – verschenen in de Guardian en de Washington Post verhalen over het smelten van de Groenlandse ijskap en de daardoor veroorzaakte sterke stijging van de zeespiegel. Onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Nature Climate Change, zou hebben aangetoond dat ‘de opwarming van de aarde tot op heden’ de zeespiegel met 27 cm zal doen stijgen, doordat naar verluidt 110 biljoen ton ijs zal smelten. Er was nog meer paniekzaaierij. Door het eenmalige recordsmeltjaar 2012 eruit te pikken en ervan uit te gaan dat dit een ‘regelmatig terugkerend verschijnsel’ zou worden, kwam men uit op een ‘duizelingwekkende’ zeespiegelstijging van 78 cm. En alsof dit nog niet genoeg was, meldde de Guardian ook nog dat ‘andere wetenschappers’ hadden gewaarschuwd dat een aanzienlijk deel van de Groenlandse ijskap ‘op de rand van een omslagpunt stond’.
Op Planet Sanity merkte de Amerikaanse meteoroloog Anthony Watts op dat de bewering dat het smelten van het ijs op Groenland de zeespiegel zou doen stijgen ‘slechts gemodelleerde onzin’ is. De bewering dat de zeespiegel met 27 cm zou stijgen was ‘vals en gemakkelijk te weerleggen’. Volgens hem is het hetzelfde oude paniekverhaal dat ons in 1989 door de VN werd verteld, toen een hoge milieufunctionaris van de VN waarschuwde dat hele naties van de aardbodem zouden kunnen worden weggevaagd door de stijgende zeespiegel als de trend van opwarming van de aarde niet voor 2000 zou zijn gekeerd.
Watts merkt op dat er geen tijdsbestek is voor de beweerde stijging van 27 cm (hoewel de auteurs van het artikel suggereren dat dit zou kunnen gebeuren tussen nu en 2100). Hoe kan door vakgenoten getoetste klimaatwetenschap zo onnauwkeurig zijn? Hij merkt op dat 110 triljoen ton voor de meeste mensen ‘beangstigend’ is, maar wanneer het feitelijke recente ijsverlies wordt vergeleken met de volledige Groenlandse ijskap, zou het verlies zo klein zijn ‘dat het bijna niet waarneembaar is’.
Angst aanwakkeren
In een verwant artikel zegt Watts dat klimaatactivisten, waaronder regeringsbureaucraten, beweerden dat de ijskap zes keer sneller smolt dan 30 jaar geleden. Deze bewering, verbeterd tot zeven keer, werd onlangs verder aangescherpt door Matt McGrath en de BBC. Maar 30 jaar geleden smolt de Groenlandse ijskap nog nauwelijks. "Zes keer bijna geen ijsverlies is nauwelijks een voorbeeld van een klimaatveranderingscrisis," merkt Watts op. In de afgelopen decennia zijn beweringen over het smelten van het Groenlandse ijs gebruikt om de angst voor een op hol geslagen zeespiegelstijging aan te wakkeren, aldus Watts. Hij voegt eraan toe dat satellietbeelden en opnames die teruggaan tot 1993 een zeespiegelstijging laten zien van slechts 1,2 inch per decennium, en dat dit niet significant verschilt van de typische stijgingen die sinds het midden van de 18e eeuw zijn geregistreerd.
Natuurlijk zijn al deze paniekverhalen gepolitiseerde wetenschap die de gecontroleerde agenda van Net Zero bevordert. Laten we het in een breder paleoklimatologisch kader plaatsen om te zien hoe dramatische effecten soms door natuurlijke variatie worden veroorzaakt. Twee Amerikaanse glaciologen, Laura Larocca en Yarrow Axford, hebben onlangs een interessant artikel gepubliceerd waaruit blijkt dat meer dan de helft van de gletsjers en ijskappen in het Noordpoolgebied die vandaag bestaan, 10.000 tot 3.400 jaar geleden nog niet bestonden of kleiner waren. In die tijd schommelde het kooldioxidegehalte in de atmosfeer tussen 260 en 270 deeltjes per miljoen, in vergelijking met de huidige 410 ppm.
Het artikel is samengevat door de wetenschapssite No Tricks Zone, die opmerkt dat 80 procent of meer GIC's kleiner waren dan vandaag, of afwezig waren van 7.900 tot 4.500 jaar geleden. Dit was het hoogtepunt van de interglaciale Arctische warmte, toen de temperaturen vele graden warmer was dan tegenwoordig.
De huidige ijsbedekking van het Noordpoolgebied is ‘een van de grootste van de laatste 10.000 jaar,’ zo wordt gemeld. De grootste GIC-omvang van het Holoceen is waargenomen in het laatste millennium. Dit zou suggereren dat een vermindering van de GIC's in de laatste paar eeuwen ‘slechts een gedeeltelijke terugkeer is naar een vroegere periode van veel grotere warmte’.
Bron: The Daily Sceptic
0 reacties :
Een reactie posten