FNV is al jaren de weg kwijt

Datum:
  • dinsdag 13 september 2022
  • in
  • Categorie:
  • Hoewel de inflatie hoog is en bedrijven forse winsten boeken, stijgen lonen nauwelijks mee. Er gaat dus iets mis bij de vakbond. Maar wat?

    Arbeidsmarkt

    Lees meer over de bevindingen van de commissie-Borstlap: Wordt de arbeidsmarkt dan nu echt hervormd?


    13-9-2022

    Jeroen van Wensen



    Er is iets geks aan de hand. De inflatie kwam in augustus uit op 13,6 procent, terwijl de lonen dit jaar met zo’n 3 procent stijgen. En dat terwijl het bedrijfs­leven prima boert en er veel meer vacatures zijn dan werklozen. Een opvallend verschijnsel, noemt het Centraal Planbureau die achterblijvende lonen. Maar ook deels verklaarbaar. Door de flexibilisering van de arbeidsmarkt hoeven werkgevers hun personeel in veel gevallen namelijk niet te paaien met extra geld. Extra zekerheid volstaat.

    Geen extra geld, wel meer zekerheid

    Werknemers met een onzeker flexcontract (uitzendwerk, payrolling, contracting, tijdelijke contracten) ruilen die karige contracten in deze krappe arbeidsmarkt in voor het vaste arbeidscontract. Een goede deal, want flexwerkers kunnen amper een bestaan opbouwen. Bij de bank krijgen ze geen hypotheek en verhuurders zitten niet te wachten op huurders zonder zekere bron van inkomsten.

    Lees ook dit essay van Jeroen van Wensen: De werkgever als duizenddingendoek

    Achterblijvende lonen zijn dus een direct gevolg van de doorgeschoten flexibilisering. Rijkelandenclub OESO laat niet na om Nederland de les te lezen over het hoge percentage van de beroepsbevolking dat werkt op basis van uitzonderlijk karige flexcontracten: weinig loon, weinig pensioen, weinig rechten. Het percentage flexwerkers ligt twee keer zo hoog als het OESO-gemiddelde.

    Commissie-Borstlap vernietigend over doorgeschoten flexwerk

    En ook in eigen land klinkt kritiek op de ontspoorde arbeidsmarkt. ‘De wildgroei aan contractvormen is economisch schadelijk, rechtsstatelijk niet te handhaven en sociaal problematisch,’ luidde in 2019 bijvoorbeeld de keiharde conclusie van de commissie-Borstlap, die zich over de arbeidsmarkt boog.

    De oorsprong van de doorgeschoten flexibilisering is vorig jaar door Martin Pikaart uitvoerig beschreven in zijn boek Het polderkartel. Daarin wordt de twijfelachtige rol van de FNV minutieus uit de doeken gedaan. Pikaart is vakbondsvoorzitter van luis in de pels AVV, Alternatief voor Vakbond.

    Opkomen voor jong of voor oud?

    Wat alle bonden parten speelt, is de vergrijzing. Naast de afnemende organisatiegraad – nog geen 20 procent van de beroepsbevolking was in 2021 aangesloten bij een vakbond – neemt de leeftijd van de achterban toe: 45-plussers en gepensioneerden vullen voor driekwart het ledenbestand van de vakbonden. Jonge leden melden zich mondjesmaat, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

    De vergrijzing stelt bonden voor een lastige keuze. Opkomen voor jonge werknemers in de hoop op nieuwe aanwas? Of juist de belangen dienen van de achterban, de oudere werknemers en de gepensioneerden? Die belangen botsen meer dan eens en de laatste decennia heeft de FNV voor de eigen achterban gekozen, legt Pikaart uit.

    FNV kiest steevast voor oud

    Dat vertaalt zich niet alleen in extra seniorendagen en vut-regelingen, die sinds kort weer zijn toegestaan. Bovenal is het vaste contract heilig bij de FNV. Dat mag onder geen beding minder vast, omdat de achterban voornamelijk een vast contract heeft. ‘De FNV-achterban gooit liever de flexwerkers voor de bus, dan zelf ook maar een millimeter flexibiliteit meer op te brengen,’ merkt Pikaart daarover op, die ter onderbouwing het Keukentafelakkoord uit 1995 reconstrueert, gesloten aan de keukentafel van toenmalig FNV-voorzitter Lodewijk de Waal.

    De polder (bestaande uit werkgeversorganisatie VNO-NCW, belangenorganisatie ABU van de uitzenders en de FNV namens de werknemers) besloot flexwerk nog meer flex te maken, waarmee een wens van werkgevers en uitzenders in vervulling ging. En het vaste contract bleef vast, wat weer een wens was van de FNV. Het toenmalige paarse kabinet nam de wensen over.

    fnv

     

    Met vergaande gevolgen. Uitzendbureaus kregen meer werk, ook dankzij onduidelijke uitzendachtige constructies als payrolling en contracting. Veel werkgevers konden langs die weg dure cao’s ontwijken. In tal van sectoren werken (Oost-Europese) arbeiders voor een habbekrats en valt nauwelijks te achterhalen wie de werkgever is (nooit de tuinder als de Arbeidsinspectie misstanden in het Westland ontdekt). Tot op de dag van vandaag zet het Keukentafelakkoord een rem op de lonen.

    Te vaak flex binnen de vakbond

    Bij de FNV rommelt het ook intern, blijkt uit stukken van de vakbond in handen van EW. Hoewel de FNV aangeeft dat op dit moment zo’n 3 procent van het personeel flexwerker is, vindt het personeel zelf dat de vakbond te vaak flexwerkers inzet, valt te lezen in ‘Uitkomsten ophaaltraject’, een rapport uit november 2021 met een lelijke naam én de resultaten van een enquête onder het personeel van de FNV. ‘In groten getale wordt naar voren gebracht dat men het onacceptabel vindt dat de FNV het flexbeleid dat zij naar buiten toe uitdraagt, zelf als werkgever niet naleeft.’ Bovendien schuurt het binnen de bond tussen jong en oud, blijkens de klachten van jonge werknemers over de riante arbeidsvoorwaarden van hun oudere collega’s.

    Gelukkig keren zaken ten goede op de arbeidsmarkt. Niet dankzij de FNV, maar dankzij het kabinet. Het minimumloon gaat in 2023 fors omhoog, en eindelijk wordt paal en perk gesteld aan de doorgeschoten flexcontracten.

    ELSEVIER

    0 reacties :

    Een reactie posten