Liever dan met rationele oplossingen te komen (kernenergie, minder bevolkingsgroei), wil de klimaatbeweging ons laten boeten voor ons zondige gedrag. Maar van pseudoreligieuze rituelen wordt de wereld niet groener, schrijft Roelof Bouwman.
Roelof Bouwman (1965) is historicus en journalist. Hij schrijft wekelijks over politiek, geschiedenis en media
De Bijbel is in veel opzichten een blijmoedig boek. ‘Welaan dan,’ lezen we bijvoorbeeld in Prediker, ‘eet uw brood met vreugde en drink uw wijn met een vrolijk hart, want als gij dit doet, dan heeft God dit reeds lang zo gewild. Laten uw klederen te allen tijde wit zijn en olie ontbreke niet op uw hoofd. Geniet het leven met de vrouw die gij liefhebt, al de dagen des ijdelen levens, die Hij u geeft onder de zon.’
Ook in het Nieuw Testament is het geregeld een vrolijke boel. Bijvoorbeeld op de bruiloft te Kana, waar Jezus op voorspraak van zijn moeder water verandert in uitstekende wijn. De ceremoniemeester weet niet wat hij proeft en denkt dat de bruidegom een vergissing heeft gemaakt: ‘Iedereen zet eerst den goeden wijn op en als er goed gedronken is, den minderen; gij echter hebt den goeden wijn tot dit ogenblik bewaard.’
Vrolijkheid en drank horen ook heel erg bij kerkgeschiedenis
Vrolijkheid en drank horen ook heel erg bij de kerkgeschiedenis. Zo komen in het oeuvre van Maarten Luther (1483-1546) nogal wat grappen voor over het laten van winden. Ook was de protestantse reformator een groot liefhebber van gerstenat: ‘Wer kein Bier hat, der hat nichts zu trinken’.
Lees ook deze klimaatcolumn van Simon Rozendaal: Hoe welvarender de mens, des te pessimistischer
Ook de Franse kerkhervormer Johannes Calvijn (1509-1564) was bepaald niet vies van alcohol. Wijn is ons door God gegeven om het mensenhart ‘vrolijkheid’ en ‘genot’ te verschaffen, meende hij. Natuurlijk, dronkenschap was verfoeilijk. ‘Maar al is de wijn voor den dronkaard vergif, moeten wij er daarom een afkeer van hebben? Neen, zeer zeker niet. Wij zullen er niet minder smaak in hebben, wij blijven ervan houden.’ Ook spotte Calvijn in zijn geschriften met mensen ‘die geen drie glazen wijn achtereen kunnen drinken zonder beneveld te worden’.
Vooral orthodoxe protestanten maken vaak deprimerende indruk
Toch maken vooral orthodoxe protestanten – ondanks hun bijbelvastheid en kennis van de kerkhistorie – op de buitenwereld vaak een deprimerende indruk. Zelfs ‘afvalligen’ genieten zelden de reputatie van zonnetje in huis.
Neem Joop den Uyl (1919-1987). De voormalige PvdA-premier, die opgroeide in een gereformeerd middenstandsgezin in Hilversum, brak weliswaar met het ‘geloof der vaderen’, maar nooit met zijn sobere levenshouding.
Lees ook dit verhaal met Joop den Uyl op de cover terug: Het kabinet zet de welvaart op het spel
In 1973 hield Den Uyl zijn beroemdste toespraak. Op televisie kondigde hij een reeks maatregelen aan om het hoofd te bieden aan de door Arabische OPEC-landen tegen Nederland afgekondigde olieboycot. ‘Dat betekent,’ sprak Den Uyl op domineestoon, ‘dat voor het eerst sinds de oorlog een jonge generatie zal kennismaken met distributie en schaarste. (…) We moeten met elkaar beseffen dat we niet kunnen voortgaan met het verbruik van beperkte voorraden brandstoffen en grondstoffen zoals we dat in de laatste kwart eeuw hebben gedaan. Zo bezien keert de wereld van vóór de oliecrisis niet terug.’
Er is wel gezegd dat de oliecrisis Den Uyl goed uitkwam. Met de naoorlogse welvaartexplosie en het daarmee gepaard gaande consumentisme kon hij eigenlijk helemaal niet uit de voeten. Louter levensvreugd, dat kon toch niet de bedoeling zijn van ons bestaan? De ascetische Den Uyl voelde zich ongemakkelijk in een Nederland waar materiële voorspoed vanzelfsprekend was geworden. Dat het met die wereld in 1973 voorgoed voorbij leek, vond hij stiekem helemaal niet erg.
Minst schadelijke, efficiëntste middelen taboe bij milieubeweging
De huidige milieubeweging lijkt te kampen met soortgelijke sentimenten. Idealiter zou het een rationele beweging moeten zijn van mensen die milieuproblemen willen oplossen met de minst schadelijke en meest efficiënte middelen. Kernenergie bijvoorbeeld. Of het afremmen van de explosieve bevolkingsgroei. Maar juist die oplossingen zijn taboe.
De milieubeweging, schreef de Leidse oud-wethouder Paul Bordewijk (PvdA) in 2019, gedraagt zich primair als een ‘lifestyle beweging’ die het klimaatprobleem goed uitkomt om de mensheid te laten boeten voor zijn zondige gedrag. ‘Gij zult uw afval scheiden, gij zult uw huis verbouwen voor een warmtepomp, gij zult een windmolen in uw achtertuin accepteren.’ Precies de pseudoreligieuze insteek van Den Uyl.
Waarom volgen klimaatdominees niet Maarten Luther?
Groen is een kerk geworden, schreef Roelof Bouwman vorig jaar
Kan het ook anders? Maar natuurlijk. Als de milieubeweging dan toch zo graag christelijke trekken wil vertonen, waarom dan niet het optimistische en praktische christendom van Maarten Luther? ‘Als ik wist dat morgen de wereld ten onder ging, zou ik vandaag nog een appelboompje planten,’ luidt een van zijn apocriefe bon mots.
Daar kunnen onze zwartgallige klimaatdominees nog wat van leren.
0 reacties :
Een reactie posten