Pas als men zich dat realiseert stort men naar beneden.
Kijk nog maar even niet naar beneden!
Politiek Den Haag is beland in een situatie, die herkenbaar is uit verschillende cartoons. Er wordt doorgerend over een ravijn, terwijl de bodem er al niet meer is. Pas als men zich dat realiseert stort men naar beneden.
Lees volledig artikel: Kijk nog maar even niet naar beneden!
illustratie door: nu:rotterdam / Bob & Frits
Een grap, die ik regelmatig in tekenfilms ben tegengekomen, gebeurt bij achtervolgingen. Er wordt hard achter elkaar aan gerend, en daarbij rent er één zelfs over het ravijn, terwijl de grond al verdwenen is. Maar pas als er naar beneden wordt gekeken, en wordt gerealiseerd dat er geen grond meer is waarop gelopen wordt, stort de cartoonfiguur de afgrond in. Dit is bij voorbeeld Coyote uit RoadRunner, die dat overkomt:
Ik ben bang dat dit beeld goed past bij de ontwikkelingen in ons politieke stelsel. Als de deelnemers aan politiek Den Haag (politici en journalisten) naar beneden zouden kijken, dan zullen ze zien dat de bodem verdwenen is.
De electorale ontwikkelingen
In ons Nederlandse politieke stelsel, dat lang goed heeft gefunctioneerd, zijn de meerderheden in de Tweede en Eerste Kamer bepalend voor de uitvoering van het beleid.
Na de vorming van het CDA in 1976 was het tot 1994 steeds mogelijk met twee partijen een regering te vormen met die meerderheden in de twee Kamers. En ook daarvoor was het vrijwel altijd het geval. Maar in 1994 waren er drie partijen voor nodig. D66 met van Mierlo haalde 24 zetels en PvdA en CDA samen kwamen 5 zetels tekort voor een meerderheid en dus kregen we Paars, die ook een meerderheid had in de Eerste Kamer. Het vormen van een kabinet met meerderheden in de Eerste Kamer is deze eeuw steeds moeilijker geworden. Zelfs toen in 2012 VVD en PvdA een meerderheid kregen, was er niet dezelfde meerderheid in de Eerste Kamer.
In 2017 werd een kabinet van 4 partijen gevormd met net meer dan 75 zetels. Op dat moment hadden die vier partijen ook een meerderheid in de Eerste Kamer (38), Maar door de uitslag van de verkiezingen van 2019 ging dat aantal terug naar 32 zetels. Toch slaagde het kabinet er in om nog zes extra senatoren met de regering mee te laten stemmen, zoals afgelopen week over het Ceta-verdrag de PvdA (en OSF).
Maar je hoeft weinig fantasie te hebben om te zien wat er op ons afkomt na de volgende verkiezingen over 8 maanden, die leiden tot een nieuwe Eerste Kamer:
- De kans is groot dat het kabinet minder zetels zal halen dan de huidige 32. (Als mijn huidige peiling de uitslag dan zou zijn wordt dat aantal rond de 26).
- PvdA-GroenLinks gaan één fractie vormen. (Als mijn huidige peiling de uitslag zou zijn, wordt dat aantal rond de 12).
Dat houdt feitelijk in dat de kans dat na mei 2023 het kabinet in de Eerste Kamer een voorstel erdoor krijgt heel klein is als de fractie PvdA-GroenLinks niet voorstemt.
Ieder van de andere partijen heeft minder zetels en/of lijkt niet gemakkelijk mee te zullen stemmen met de voorstellen van een regering met D66 erin.
Electoraal lijkt het geen aantrekkelijk vooruitzicht voor de VVD en het CDA om in een kabinet te zitten, dat alleen plannen in het Parlement goedgekeurd krijgt als D66+PvdA+GroenLinks daarmee instemmen.
Maar de uitdaging voor politiek Den Haag zal er niet kleiner op worden als dit kabinet zou vallen en er nieuwe verkiezingen komen. Iets wat volgens onze peiling van vorige week een grote meerderheid van de Nederlanders verwacht en hoopt. Want de vorming van een stabiele regering met steun in beide Kamers wordt dan een nog grotere uitdaging, ook als Omtzigt met een eigen partij zou gaan meedoen bij die nieuwe Tweede Kamerverkiezingen.
De kern van het probleem
Dit probleem is ontstaan doordat ons politieke stelsel wel paste bij de 20e eeuwse samenleving, maar niet meer bij de huidige. (En dat geldt in een aantal variaties voor vrijwel alle Westerse parlementaire democratieën). Dat zorgt voor een veel grotere heterogeniteit in de samenleving. Een afname van de logische/natuurlijke leiders per bevolkingsgroep.
Omdat er ook in de laatste twintig jaar vrijwel niets veranderd is in ons stelsel, neemt de slagvaardigheid van het systeem af, en het vertrouwen in de politiek en de instituties daaromheen ook.
Hoe vaak is er niet geprobeerd om met vernieuwingen te komen? Maar die waren altijd vrij beperkt, door de eisen die de grondwet stelt en haalden het vaak ook niet. Zeker als ook de grondwet nog moest worden aangepast en de twee derde meerderheden niet gehaald werden.
Ook met de aanbevelingen van de laatste Commissie op dat terrein (Commissie Remkes 2018) gebeurde er amper wat.
Ik was uitgenodigd voor een tussensessie van deze Commissie, waar de door hen geopperde voorstellen werden besproken. Ik vond het toen heel erg tegenvallen, omdat er geen enkele poging was gedaan om naast die vrij beperkte voorstellen ook te komen met een plan B. En daarmee bedoel ik met een voorstel hoe het stelsel ingericht zou kunnen worden, passend bij de huidige samenleving, als de Grondwet geen belemmering zou bieden.
En nu is het dan zover
De uitdagingen waar de samenleving voor staat medio 2022 en de problemen die er op ons afkomen, zijn groter dan we sinds 1945 hebben gehad. Ik ga niet eens beginnen aan het opsommen van de uitdagingen waar we met z’n allen voor staan. En dat terwijl het vertrouwen van de bevolking in de regering al is afgenomen, mede door het onvermogen problemen uit het recente verleden op te lossen. Denk aan de toeslagenaffaire.
We hadden nu al een stelsel moeten hebben waarin het bestuur wel slagvaardig kan opereren, gesteund door een groot deel van de bevolking. Maar we zijn verder verwijderd dan ooit van een dergelijke situatie.
Ons politieke stelsel zal daardoor nog sterker onder druk komen te staan, en de volgende verkiezingen zullen geen oplossingen brengen. Integendeel zelfs. Het is al veelbetekenend dat in de crisis waarin we sinds maart 2020 zaten, het bijna 10 maanden duurde voordat de nieuwe regering werd gevormd. En dan nog wel met dezelfde partijen als de vorige regering. Een regering waar de spanningen tussen de partijen rondom de stikstofcrisis opgelopen zijn, juist omdat de kiezers van D66 aan de ene kant en van CDA en VVD aan de andere kant een verschillende oplossing wensen.
Maar zelfs als dat probleem opgelost zou worden, dan gaan we na de verkiezing van de nieuwe Eerste Kamer naar een situatie toe, die een verdere aanslag zal doen op de stabiliteit van het landsbestuur.
Daarnaast zien we dat bepaalde groepen in de samenleving, door Cuperus en De Voogd “afgehaakt Nederland” genoemd, zich niet vertegenwoordigd voelen in besturen. Wat ook de populariteit van partijen, die slechts een kleine kans hebben om in het landsbestuur te komen, bij die groep “afgehaakten” eerder zal doen stijgen.
Maar het is ook onmogelijk onder deze omstandigheden met veranderingen te komen van het stelsel, want ook daarvoor zijn twee derde meerderheden nodig, als ze een aanpassing van de Grondwet vereisen. Dit duurt niet alleen lang, maar strandt vrijwel steeds.
Een ingrijpende verandering van het stelsel van binnen uit is nog onwaarschijnlijker. De partijen zullen dat vooral bekijken vanuit hun eigen belangen en de kans dat daar op korte termijn twee derde meerderheden voor worden verkregen is heel klein.
En dat is dus de situatie van de cartoons die ik beschreef. In Den Haag rennen ze met z’n allen verder met de intentie om problemen aan te pakken, maar ze hebben niet of amper door, ook de media niet echt, dat de grond eronder al verdwenen is. Er ligt alleen nog een diepe afgrond. Het is slechts wachten totdat ze naar beneden kijken en ik denk dat dit moment in ieder geval komt na de verkiezingen in maart. Maar eerder zou ook al kunnen.
Hoe dan verder?
Als het scenario zich zo voltrekt als ik beschrijf dan is er geen kant-en-klare oplossing beschikbaar. Enerzijds omdat men daar vanuit Den Haag geen inspanningen voor heeft gepleegd (dus ook die Commissie Remkes niet). Anderzijds omdat er ook geen consensus is over wat dan de beste oplossing zou zijn.
Hoe het zich ook aandient, ik denk dat de verandering die zich zal gaan voltrekken, later als een “revolutie” wordt omschreven. Niet dat het met geweld gepaard zal gaan (zoals in Sri Lanka), maar er zal binnen een relatief korte tijd een grote verandering plaatsvinden.
Want goedschiks of kwaadschiks zal men onderkennen dat het ingrijpend anders moet. En de geschiedenis heeft dan geleerd dat het aanpassen van een grondwet onder extreme omstandigheden, veel sneller kan dan zoals het nu geregeld is. Kijk maar naar 1848 toen er in Berlijn en Parijs een revolutie was uitgebroken en we binnen no-time het systeem kregen dat Thorbecke in 1845 had voorgesteld.
Zoals gezegd vond ik het uitermate onverstandig van de Staatscommissie Remkes om niet met een plan B te komen. Dus een integraal plan hoe we ons stelsel vervangen door een stelsel dat past bij de 21e eeuw en de uitdagingen van vandaag en morgen. Want zo een plan hebben we nodig, om te voorkomen dat er een langdurige fase van chaos zal ontstaan.
Ik roep mensen op om met voorstellen te komen voor een integraal plan, waarmee we onze overheid in relatie tot de bevolking beter kunnen inrichten.
Dat kan er één zijn waar de grondwet niet of slechts beperkt voor dient te worden aangepast, of één die grotere ingrepen vereist van de grondwet.
Die voorstellen kunt u sturen naar contact@oordeelzelf.com. Serieuze voorstellen, die we interessant vinden, zullen we op deze site vanaf augustus gaan delen. Wie weet krijgt zo’n voorstel net zulke vleugels als het voorstel dat Thorbecke in 1845 had gemaakt en dat in 1848 de basis werd van ons nieuwe staatsbestel. Want we zullen het hard nodig hebben.
0 reacties :
Een reactie posten