De beraadtermijn voor abortus is afgeschaft. Helaas is de meerderheid van de Eerste Kamer de Tweede Kamer gevolgd. Deze nam al begin dit jaar in een hoofdelijke stemming met 101 tegen 38 stemmen het wetsvoorstel aan, waarin PvdA, GroenLinks, VVD en D66 samen regelden dat de bedenktijd wordt afgeschaft.
21-6-2022
Ene zetel FvD stemde tegen
De zaak was tot ‘vrije kwestie’ verklaard, wat betekent dat ieder Kamerlid voor zichzelf kan beslissen. Het CDA stemde dan ook verdeeld. Vier leden van de Eerste Kamerfractie stemden voor, de andere helft tegen. Ook de ChristenUnie, SGP en de PVV stemden tegen het wetsvoorstel, net als de eenmansfracties van Forum voor Democratie en de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF). Opmerkelijk is dat de afgesplitste leden van Forum voor Democratie allen voor de afschaffing stemden, terwijl de ene overgebleven stem van FvD in de Eerste Kamer zich daartegen uitsprak.
Obsessie met medisch-ethische drempels slechten
Hoe teleurstellend de afschaffing van de beraadtermijn ook is, het zou goed kunnen zijn dat de toekomst toch aan de tegenstemmers is. De huidige tegenslagen voor de bescherming van het ongeboren leven hebben te maken met de huidige politieke verhoudingen. Zij zijn grotendeels te wijten aan D66, dat direct vanaf de start in Rutte IV duidelijk maakte dat het de buit wilde binnenhalen, zonder rekening te houden met wie dan ook, en het ijzer te smeden als het heet is. De links-liberale partij – winnaar van de verkiezingen maar nu geplaagd door schandalen en duikelend in de peilingen – is er obsessief op gericht medisch-ethische drempels te slechten die mensenlevens beschermen, of het nu om abortus, euthanasie of ‘voltooid leven’ gaat.
Politieke verhoudingen benut
Maar ook GroenLinks, dat onlangs de abortuspil via de huisarts doordreef, de PvdA en de VVD hebben hierin een kwalijke rol gespeeld. Men heeft de tijdelijke, nu al sterk veranderende politieke verhoudingen benut om het doden van ongeboren kinderen in de moederschoot verder te vergemakkelijken. De vier indieners van het wetsvoorstel waren Jan Paternotte (D66), Attje Kuiken (PvdA), Corinne Ellemeet (GroenLinks) en Jeroen van Wijngaarden (VVD).
Juridisch broddelstuk
Maar hoewel abortusactivisten zichzelf als herauten van de vooruitgang zien, is abortus bepaald geen gelopen race. Als de wereld vergaat, verhuis ik naar Nederland, grapte de Duitse dichter Heinrich Heine in de negentiende eeuw. “Want daar gebeurt alles vijftig jaar later.” Wie waarneemt hoezeer het respect voor het menselijk leven – inclusief het ongeboren menselijk leven - in de wereld vooruitgang boekt, maar nog niet in Nederland, bekruipt hetzelfde gevoel. In de VS kan ieder moment het Hooggerechtshof de herziening van Roe vs. Wade bekend maken, een arrest uit 1973 dat door vriend en vijand als een juridisch broddelstuk wordt beschouwd, maar dat vijftig jaar geleden wel legale abortus in de VS mogelijk maakte.
Lees ook: De toekomst na het tijdperk 'Roe v. Wade'
Abortusvoorstanders voelen hete adem in de nek
Zoals de Franse president in het Europees Parlement liet zien, is de pro-life wind in de wereld binnen West-Europese verhoudingen juist reden om de hakken in het zand te zetten. Zo hebben in Nederland zelfs de jongeren van de ChristenUnie hun verzet tegen abortus laten varen. Dat D66 intussen de adem van het Amerikaanse Hooggerechtshof in de nek voelt, laat fractievoorzitter Jan Paternotte merken als hij vandaag twittert: “Terwijl Amerika op punt staat federaal recht op abortus te schrappen kiest Nederland voor versterking van dat recht.” De suggestie dat er een 'recht', zelfs een mensenrecht, op abortus zou bestaan, is een constante bij abortusactivisten.
Kleine maar reële kans
De strijd voor en tegen abortus spitst zich thans toe. De verwachte ommekeer in de Amerikaanse rechtspraak scherpt de tegenstellingen tussen de krachten voor het leven en voor de cultuur van de dood alleen maar verder aan. Binnen de EU zijn landen als Polen en Hongarije met sterk restrictieve abortuswetten de gidslanden. Dit roept bij traditionele partijen in het westen een krampachtige reflex op, helaas ten kost van het ongeboren kind.
Niet voorkomen, maar vergemakkelijken van abortus is prioriteit
In dat licht moeten de schijnbare pro-life nederlagen in de recente Nederlandse politiek gezien worden. Het is daarbij navrant dat het kabinet aan zijn voornemen om het aantal ongewenste zwangerschappen en abortussen te verlagen – óók onderdeel van het regeerakkoord – nog geen enkele invulling heeft gegeven, tot frustratie van de christelijke partijen. Het maakt echter wel duidelijk waar de echte prioriteiten van Rutte IV liggen, niet in het voorkomen van zwangerschappen, maar in het zo gemakkelijk mogelijk afbreken ervan. Niet in het beschermen van ongeboren kinderen, maar in het wegnemen van zelfs die kleine, maar reële kans op leven, die de beraadtermijn van vijf dagen voor hen had kunnen betekenen.
0 reacties :
Een reactie posten