Boeren gaan morgen massaal protesteren tegen de stikstofplannen van het kabinet.
Tekst: Sjouke Jacobsen 21-6-2022
Directe aanleiding zijn de gebiedsgerichte doelen die minister Van der Wal op 10 juni presenteerde, maar het ongenoegen is veel groter. De redactie van Agrio zette de tien belangrijkste redenen op een rij.
1. Onteigening van boeren
Boeren dicht bij stikstofgevoelige natuurgebieden zullen volgens het voorgestelde stikstofbeleid weg moeten. Het gaat meestal om bedrijven die al generaties in de familie zijn met veel kennis van het gebied. Als het niet vrijwillig is dan gaat de overheid bedrijven dwingen, terwijl onzeker is of de natuur hiervan profiteert.
2. Samenleving platteland vernietigd
Het verdwijnen van veel boerenbedrijven in gebieden met een forse doelstelling betekent een kaalslag voor de plaatselijke economie. Naast boeren verdwijnt er ook een groot deel van het midden en kleinbedrijf (MKB). Zonder economische dragers wordt de leefbaarheid van het platteland fors aangetast en verdwijnen scholen en andere voorzieningen. Dat raakt de volle breedte van de plattelandsbevolking en werkt ontwrichtend.
3. Toekomstperspectief ontbreekt
Ondanks de belofte ontbreekt het vanuit Den Haag aan een toekomstperspectief voor boeren. En extensiveren betekent meer kosten of minder inkomen. Dat zorgt voor een concurrentienadeel ten opzichte van andere Europese boeren die in dezelfde markt opereren.
4. Belastingbetaler betaalt 3 keer
Nederlandse burgers gaan drie keer betalen voor de stikstofplannen van het kabinet. Het kabinet wil 25 miljard euro gaan uitgeven aan voornamelijk opkoop van landbouwbedrijven, terwijl innovatie veel goedkoper is. Een kleinere landbouwsector betekent minder belastinginkomsten die elders vandaan moeten komen. Natuur moet onderhouden worden, dus gaan de beheerkosten voor de overheid omhoog.
5. KDW normen onhaalbaar
De Kritische Depositie Waarde (KDW) is in de praktijk ongeschikt als instrument om de natuur in Nederland mee te beschermen. Zelfs al zouden alle boeren verdwijnen, dan wordt de KDW in een aantal gebieden niet gehaald. Nederland heeft zelf de KDW in een wet vastgelegd. Dit is geen Europese verplichting.
6. Meten is weten
Aerius, het stikstofmodel waarmee de stikstofdepositie wordt berekend, is onbetrouwbaar en daarmee ongeschikt voor beleid op lokaal niveau. Dit stelde de Commissie Hordijk. Het ontbreekt in Nederland aan depositiemetingen op de grond naar herkomst en bodemmetingen, waardoor onduidelijk is waar de stikstof in de natuurgebeiden vandaan komt en of de bodem daardoor verandert.
7. Geen ruimte voor alternatieven
Vanuit de landbouwsector zijn er veel voorstellen gedaan om tot stikstofreductie te komen, ook op korte termijn, maar deze zijn door de overheid niet overgenomen. Er is weinig ruimte voor technische innovaties, terwijl dat bij de industrie, luchtvaart en verkeer wel mag. Boeren voelen zich daardoor niet serieus genomen en ongelijk behandeld.
8. Top-down benadering
De gebiedsgerichte aanpak klinkt als een bottum-up-proces, maar door de hoge reductiedoelstellingen is het een top-down-benadering met de onteigeningsstok. Boeren hebben daardoor nauwelijks inspraak laat staan invloed op de plannen.
9. Meer milieuimpact
Door voedselproductie in Nederland af te bouwen, zal er elders meer geproduceerd moeten worden. Doordat de Nederlandse landbouw high-tech en zeer efficient is, zal dat voor meer output zorgen op andere plaatsen.
10. Natuurbeheer faalt
Overheden en natuurorganisaties hebben de afgelopen tientallen jaren veel nieuwe natuurgebieden aangelegd, waarvan de kwaliteit te wensen over laat. Veel natuurgebieden worden ook niet beheert op de manier zoals ze zijn ontstaan. Bovendien zijn de natuurdoelen in beton gegoten, terwijl bijvoorbeeld klimaatverandering invloed heeft op de natuurkwaliteit. Het ontbreekt ook nog eens aan openheid over natuurdata, waardoor boeren zich geslachtofferd voelen voor falend natuurbeheer.
0 reacties :
Een reactie posten