Brandstoffenbedrijf Avia Marees mag niet naar Kooyhaven. ’Er worden allemaal non-argumenten aangevoerd’.

DEN HELDER -  De pijlen zijn nu op Kolhorn gericht

Delano Weltevreden 7-6-2022

De beren die omwonenden van de Kooyhaven op de weg zien als het gaat om de vestiging van een brandstoffendepot op die plek, zijn er écht niet, zegt directeur Dick Jan Marees van Avia Marees. ,,Er worden allemaal non-argumenten aangevoerd.’’

Avia Marees wil zich, net als enkele andere bedrijven, op Kooyhaven vestigen. De gemeente Hollands Kroon en havenbedrijf Port of Den Helder hebben met de omwonenden afspraken gemaakt over welke bedrijven daar zijn toegestaan. Omdat die afspraken de komst van bepaalde bedrijven onmogelijk maken, heeft Port of Den Helder de omwonenden gevraagd de spelregels te wijzigen. Het Helderse havenbedrijf is eigenaar van het bedrijventerrein op het grondgebied van de gemeente Hollands Kroon. De omwonenden gaan een heel eind mee met Port of Den Helder, maar willen op Kooyhaven geen bedrijven met gevaarlijke stoffen. Ook een baggerdepot is wat hen betreft niet bespreekbaar.

Directeur Marees legt uit dat hij op Kooyhaven wel een depot mag neerzetten, waarin minder dan 2500 ton brandstof is opgeslagen: ,,Een depot onder de 2500 ton wordt gezien als een klein depot en valt dan niet onder de BEVI (besluit externe veiligheid inrichtingen, red.). Qua formaat kun je dat zien bij ons in Kolhorn. Dat is 3200 m3 en ca 2500 ton. Dit BEVI-besluit zorg ervoor dat grote inrichtingen onder een bepaald toezichtregime vallen. Helaas zijn BEVI-inrichtingen uitgesloten op Kooyhaven. Feitelijk kan er een opslag van wel 10.000 ton capaciteit worden neergezet, maar er mag dan nooit meer in zitten dan 2500 ton.’’

Een klein depot is niet wat hij graag op Kooyhaven wil, legt Marees uit: ,,Als wij verhuizen naar Kooyhaven, willen wij meer dan 2500 ton opslaan. Zowel diesel als benzine, voor een optimale logistiek.’’

Een groot depot van zijn bedrijf op Kooyhaven verbieden is eigenlijk slecht voor het milieu, stelt Marees: ,,Met een groot depot op Kooyhaven, halen wij kilometers van de weg. Echt groen dus. Dat is nu door weerstand van een klein aantal personen niet mogelijk. Kwade tongen overstemmen positieve tongen. Positieve tongen zijn er ook. Een aantal van die kwade tongen woont ook ver van Kooyhaven af. Wel meer dan een kilometer. Die zijn dus, in mijn optiek, principieel tegen Kooyhaven.’’

Hij vindt de weerstand ’erg vervelend’. ,,Kooyhaven komt ook zonder ons vol. Alle beren die de onwillige omwonenden vanwege ons plan op de weg zien, zijn er niet. Die beren lopen ergens in Siberië en komen helemaal niet in Kooyhaven.’’

Stinkende diesel

Hij vindt dat de tegenstanders hun standpunt innemen op basis van argumenten, die in zijn ogen nergens op slaan: ,,Stinkende diesel was dan een argument dat in de ring werd gegooid. Stinkende diesel is er niet meer, omdat de zwavel er nagenoeg uit is. In de scheepvaart wordt zulke zwavelhoudende diesel nog gebruikt, vandaar dat een scheepvaartdepot nog wel eens naar zwavel ruikt. Maar wij verkopen alleen diesel voor gebruik op het land. Mocht de diesel wel stinken, dan kan bijvoorbeeld een dampverwerkingssysteem worden geïnstalleerd. Geluid op Kooyhaven? Is onderzocht en is geen issue. Net als gevarencirkels. Die vallen allemaal binnen de kaders, het is aangetoond dat het veilig is voor omwonenden.’’

Geluid van schepen die zijn producten aanvoeren, zou ook als argument zijn aangevoerd: ,,Het argument van geluid van schepen door het Noordhollandsch kanaal mag helemaal niet worden gebruikt, omdat dat kanaal nou eenmaal een vaarwater is en niks met Kooyhaven te maken heeft.’’

In de vingers

Eigenlijk snijden de omwonenden zichzelf en de maatschappij met dat argument in de vingers, vindt hij. ,,Als wij niet op Kooyhaven mogen zitten, ontstaan er straks zeven keer zoveel scheepsbewegingen, omdat wij het product met een veel kleiner schip naar Kolhorn moeten vervoeren. We gaan met een bunkerboot van 300 m3 brandstof naar Kolhorn in plaats van een schip met 2200 m3. Dat gaat naar alle waarschijnlijkheid elke ochtend om zeven uur gebeuren. De Kooysluis gaat immers om zeven uur draaien en de overige bruggen in Hollands Kroon draaien pas om negen uur. Kortom, de kwade tongen verzieken het voor de welwillende omwonenden. Helaas voor ons bedrijf, dat al jaren in zeer goed harmonie met zijn omwonenden in Kolhorn een depot exploiteert.’’

Hij laat zich door de weerstand niet uit het veld slaan. ,,Wij gaan door met ons plan om per schip producten als diesel en biodiesel naar ons depot aan te voeren. Op dit moment staan de pijlen dus volop op Kolhorn gericht, vanwege alle onnodige weerstand rond Kooyhaven. De bunkerboot is aangeschaft en ligt voor aanpassingen op de werf, een schipper is aangenomen. Wij zijn dus niet te stoppen en gaan, nu nog in Kolhorn, de transitie met veel groene energie aan.’’

Noordhollands Dagblad