De krant pakte groot uit met een interview met Theo Hiddema, die nu is uitgetreden bij FvD. Is dit de nagel aan de doodskist, of een kans voor een wedergeboorte?
Sid Lukkassen 14-4-2022
Hiddema’s uittreding past in een breder tijdsbeeld. Rechts is ongeduldig geworden en veranderingen ten positieve blijven uit. Alles verzandt in een bureaucratische loopgravenoorlog tussen volksvertegenwoordigers en ambtenaren. Informatie om besluiten op te baseren, wordt domweg niet meer aangeleverd. Dan heb je de media die voortdurend stoken en deugdrek over niet-politiek correcte politici uitspugen. Tot slot worden parlementen steeds vaker bruutweg voorbijgefietst door linkse rechters, VN decreten en EU regeltjes. Het is steeds minder leuk en als je dan nog intern wat organisatorische verschillen van inzicht hebt, is de handdoek snel in de ring gegooid.
Jaren terug las ik een meesterlijk interview met Hiddema in Esquire. Het ging over de veenbrand, aangestoken door Pim Fortuyn en nog steeds gaande. Een breed gedeeld onbehagen waar de politiek maar niets mee doet. Met allerlei netwerkertjes en ambtenaren, die subsidie ontvangen om jongeren te integreren en te deradicaliseren – geldslurpende projecten waarbij nauwelijks tastbare resultaten boven tafel komen. Ik las dat interview en dacht, die man ziet het scherp. Vanuit mijn kantoor op de Radboud Universiteit belde ik zijn advocatenbedrijf en nodigde hem uit bij Café Weltschmerz. Een jaar later sprak ik hem nog eens in een visbar in Rotterdam. Inmiddels gekozen als Kamerlid signeerde hij daar zijn biografie. Hij zei: “Ik herken u, wij hebben toen dat videogesprek gevoerd. Ik keek het terug en wist dat ik het tóch moest doen, ik moest toch de politiek in.” Ik nam het als een groot compliment.
In het krantinterview geeft hij kritiek op “jonge mannen in pakken” en “academici”, verwijzend naar de Tweede Kamer fractie. Zelf wil hij zich in de Eerste Kamer gaan inzetten voor “het reparen van wetjes”. Hierover moet worden opgemerkt dat, ten eerste, Hiddema zelf altijd chique verschijnt. We hebben hem nog niet in een windjack de Senaat zien toespreken, dus waarom deze kritiek op andermans kledingstijl?
Daarnaast mogen we blij zijn met de academische vorming van de FvD-fractie, neem nu Gideon van Meijeren. Die kent de rechtstaat en de grondwet als geen ander, het lukt de vijand dan ook nooit om hem klem te lullen. Ten derde, de uitspraak over het repareren van wetjes vind ik moeilijk te plaatsen – de Eerste Kamer heeft immers geen recht van amendement. Ze mogen wetten goedkeuren of verwerpen, en hooguit de minister nog eens ter verantwoording roepen. Staatsrechtelijk valt ‘wetjes repareren’ niet in het takenpakket van de Eerste Kamer.
Natuurlijk kun je hier tegenin brengen dat de Eerste Kamer via een omweg in de praktijk misschien stiekem wetjes repareert. Bijvoorbeeld door ruggespraak te houden met de Tweede Kamer fractie en te onderhandelen met het kabinet over aanpassingen. Staatsrechtelijk is dit foute boel, het bruuskeert de grondwet en druist in tegen de geest achter de Eerste Kamer als ‘chambre de réflexion’. Maar zo gebeuren er wel meer gekke dingen. Een commissietje besloot even dat Pepijn van Houwelingen geen cijfers meer over de coronabesmettingen krijgt. Terwijl Jaap van Dissel die cijfers eerder had beloofd aan de Kamer, en Van Houwelingen grondwettelijk dit recht op informatie heeft. Pieter Omtzigt ontvangt al jaren geen adequate informatie meer, zelfs niet als CDA-Kamerlid.
Ook Freek Jansen krijgt geen antwoord van het ministerie op vragen over de besteding van duurzaamheidsubsidies door gemeenten. Toen Jansen dezelfde vraag aan gemeenten voorlegde, kwam er een brief naar de Kamer dat deze vraag ‘niet zal worden beantwoord’, en dat dit ‘geen instructie vanuit het ministerie’ was. Terwijl de brief en de gang van zaken daaromheen aanduidt, dat de gemeenteambtenaren en de ministeriële ambtenaren, met elkaar in app groepen zitten.
Staatsrechtelijk kan en mag dit alles totaal niet, maar waarom gebeurt het alsnog? Het antwoord vinden we bij Mao Zedong: “De enige politieke macht die er werkelijk toe doet, komt uit de loop van een geweer.” Totdat het volk dit óók inziet, blijft politiek domweg een kwestie van narren, trollen, uitputtingsslagen voeren, elkaar een rad voor de ogen draaien – het gaat over alles behalve het landsbestuur. We stelden in het begin al vast dat beleid inmiddels wordt uitgerold door instituties die compleet buiten de parlementaire controle staan. Hiddema zag dit alles waarschijnlijk van een afstandje, en hij zag de uitputtingsslag die de jonge generatie FvD’ers nu moet voeren. Hij dacht: geef mijn portie maar aan fikkie.
Maar uiteindelijk – achter dit hele schouwspel – zie ik mezelf als een Watcher from beyond. Een Watcher die uiteindelijk tóch gelijk krijgt, al duurt het soms lang en al mag het nooit publiekelijk worden toegegeven. Ik denk dat het afscheid van Hiddema tóch een kans is. Het is namelijk ons afscheid van een oude periode, toen FvD nog een partij wilde zijn met super veel zetels, en voor dat doel allerlei BN’ers aanwierf. Wij scheiden van een boel volk dat uiteindelijk – als het puntje bij het paaltje komt – toch wil deugpronken, en niet openlijk durft uit te spreken dat het parlementaire systeem fundamenteel kapot is. Dit is een kans om de nadruk te leggen op thema’s die voor jongeren en de lagere inkomens van belang zijn – economische en relationele zekerheid, sociale samenhang, wonen, betaalbare energie, enzovoorts. Ik zal hier de komende periode werk van maken. Stay tuned.
Bezoek de lezing met Sid en Paul Cliteur op 28 april in Arnhem, over zijn boek Wees Afgrondelijk. En steun Sid via BackMe – dit is belangrijker dan ooit!
DDS
0 reacties :
Een reactie posten