‘Haalbaar en betaalbaar wil hij niet meer horen.’
We moeten een referendum eisen
Een bijdrage van Pieter Lukkes.
‘Haalbaar en betaalbaar wil hij niet meer horen.’ zo kopt de krant op 15 februari 2022. Die hij is minister Jetten. Die ‘daarmee aan geeft dat het hem worst is wat zijn klimaat- en energiebeleid ons gaat kosten.
Veel anderen maken zich juist wél zorgen over die kosten. Zij hebben berekend dat per huishouden tussen nu en 2050 wel eens een aanslag van € 100 000 of meer te wachten kan staan.
Miljoenen huishoudens kunnen dat niet opbrengen.
Dat belet politieke- en andere machtige partijen – zoals Milieudefensie, Urgenda, Greenpeace, de Nederlandse Bank, de rechterlijke macht en een aantal lobbyclubs, waaronder rijke loterijbazen – echter niet om het geldverslindende beleid te steunen. Juist omdat zij zo veel invloed hebben rust op deze organisaties stuk voor stuk de morele en maatschappelijke plicht om nut en noodzaak van hun beleid onomstotelijk te bewijzen. Kunnen zij dat niet, dan moeten zij hun mond houden. Het verontrust mij dat ik bij geen van de hiervoor genoemde partijen ook maar een schijn van het gewenste bewijs heb kunnen vinden.
Verzekerd?
Genoemde partijen verstrekken ook geen garanties in de zin van: niet tevreden- geld terug. Ter wille van de betalende burger zouden zij zich moeten verzekeren voor het geval hun beleid flopt.
Normale mensen verzekeren hun risico’s bij verzekeringsmaatschappijen. Daar berekenen verzekeringswiskundigen de projectrisico’s. Het klimaatbeleid zou op dezelfde manier moeten worden doorgelicht. Dan weten wij tenminste hoe groot de kans is dat onze huishoudportemonnees worden geleegd in een bodemloze put.
Zijn dit vreemde gedachtekronkels? Wel, die heb je nodig om tot nieuwe dingen te komen, zoals tot een nieuwe bestuurscultuur. Daar heeft Den Haag de mond vol van. In de Verenigde Staten mag de president niet langer dan twee termijnen blijven zitten. Dat moet hier voor de premier gelden. Waar blijft ten aanzien hiervan de daadkracht?
Gebroken ketting
De eerder genoemde partijen beroepen zich vaak op uitspraken en geschriften van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) van de United Nations.
Dit IPCC veroorzaakt veel ongerustheid over klimaatveranderingen. Sinds de oprichting ervan in 1988 zijn daar ongeveer 1000 bijeenkomsten over georganiseerd. Verder zijn we over dat onderwerp overspoeld door rapporten.
Op 28 februari 2022 is er weer een -schrik niet- 3675 pagina’s tellend rapport verschenen over impacts, klimaataanpassing en kwetsbaarheden.
Volgens de website van het IPCC is dit rapport verschillende keren beoordeeld. In eerste instantie kwamen er 16 348 commentaren binnen. Na verwerking daarvan volgde een tweede ronde. Normaal gesproken zou men veel minder reacties verwachten. Echter… nu bedroeg het aantal commentaren liefst 40 293 . Dus 2½ keer zoveel als de eerste keer. In de derde ronde is alleen aan een aantal overheden om en mening gevraagd. Dat leverde nog eens 5777 kritieken op.
Het resultaat: een concept rapport met daarop 62 418 commentaren. Dikke kans dat daar een flink aantal dubbele tussen zitten, maar dan nog.
Dan nog zouden gewetensvolle wetenschappers er nu de brui aan geven en het rapport in de prullenmand gooien.
Het IPCC kan er echter niet mee stoppen want dat zou een enorme afgang betekenen. Maar wat dan? Op 3675 pagina’s tienduizenden commentaren verwerken en toch een kwalitatief hoogwaardig rapport afleveren? Dat is net zo onmogelijk als over een berg te fietsen op een fiets met een gebroken ketting.
Desondanks heeft het IPCC een eindversie gepubliceerd waarin geen voorbehouden worden gemaakt. Zit die versie dan niet tjokvol vraagtekens en fouten? Waarschijnlijk wel maar wie vist die er uit? Bovendien zijn de afnemers niet alleen goedgelovig, zij kicken ook nog eens op slecht klimaatnieuws. Het rapport voorziet in die behoefte en wordt dus veel geciteerd. Hier verzaken Jetten c.s. hun plicht om secuur na te gaan hoe betrouwbaar de informatie van het IPCC is.
Nu geloven ze klakkeloos wat het IPCC roept en nemen dat geloof mee naar een makke Tweede Kamer. Minister Kaag is even goedgelovig. Zij verklaart op 3 maart 2022 dat het onverantwoord is om defensiegeld weg te halen bij de het klimaatbudget van 35 000 miljoen euro waarover Jetten beschikt.
Zal hij met dat bedrag invloed op het klimaat kunnen hebben? In 2016 is er veel te doen geweest over het zogenoemde Urgenda-vonnis. Staatssecretaris Dijksma heeft toen aan de Tweede Kamer geschreven dat het effect van dat vonnis op de temperatuur op aarde 1/22000 van een graad zal bedragen. Dat geeft enig houvast voor een benadering van de klimaat-impact van die € 35 miljard van Jetten. Vrijwel zeker moet die impact worden uitgedrukt in (tien)duizendsten van een graad Celsius. Voor het dagelijkse leven betekent dat een verschil dat noch voelbaar noch meetbaar zal zijn. Moeten wij daar desondanks € 35 000 miljoen voor ophoesten?
Het gaat tenslotte wel om onze portemonnee en om onze welvaart. Blijkens de woorden van minister Jetten springt Den Haag daar roekeloos mee om.
For the sake of God
Kunnen onze media de politiek helpen bij het klimaatbeleid? Als lezers, luisteraars of kijkers krijgen wij bijna uitsluitend slecht klimaatnieuws voorgeschoteld. Voor een deel hebben wij dat aan onszelf te danken. Want goed nieuws is géén nieuws. Nee, griezelig nieuws is pas nieuws.
Toch liegen journalisten, activisten en politici niet tegen ons, zo stelt de Zweedse professor Hans Rosling (1949-2017) in zijn veel geprezen boek “Feitenkennis”. Zij hebben zelf een dramatisch wereldbeeld. Van hen mogen we niet verwachten dat zij de wereld voorstellen zoals zij is. Aldus Rosling. Dat mag dan zo zijn, duidelijk is wel dat hun dramatische wereldbeelden ongeschikt zijn om er (klimaat)beleid op te bouwen.
Een merkwaardige eend in de journalistieke bijt is CCNow (Covering Climate Now). Die organisatie zetelt in New York bij de University of Columbia. Het doel ervan is de media te bewegen om onophoudelijk aandacht te besteden aan de gevaren van klimaatverandering. Het volk moet permanente overstuur worden gehouden. Een ander doel is “to transform our world” ofwel maatschappijverandering.
CCNow heeft inmiddels in 57 landen 460+ partners. Die plus duidt waarschijnlijk op de media-organisaties die hun partnerschap geheim willen houden. Belangrijke partners zijn bijvoorbeeld ABCNewws, CBSNews, Reuters, Bloomberg en Al Jazeera. In ons land zijn Trouw, BNN-VARA en De Groene Amsterdammer partner. De invloed van CCNow op de klimaat-berichtgeving is, ook internationaal, waarschijnlijk erg groot.
Het partnerschap is gratis. Sponsors voorzien in de geldbehoefte. Ook de David and Lucila Packhard Foundation is sponsor. (Is dat de reden waarom de Hewlitt-Packhard inktpatronen zo duur zijn?).
Op zijn Amerikaans gaat CCNow er met gestrekt been in. Zij beweren zich te baseren op ware wetenschappers. Wie het niet met ze eens is of ze tegenspreekt, wordt weggezet als beschermer van de verderfelijke fossiele industrie.
De partners krijgen in 10 punten aanwijzingen over de te volgen strategie.
Punt 10 luidt: For the sake of God do not platform climate denialists”. Mensen die het niet met CCNow eens zijn moeten dus uit de media worden geweerd. Een opdracht die nóg onwetenschappelijker is wil mij niet te binnen schieten. Uit de gekozen bewoording blijkt zonneklaar dat klimaatalarmisme geen kwestie van wetenschap maar van dogmatisch geloof is .
Het bovenstaande is geen terzijde want ook te onzent wordt in medialand op grote schaal aan opdracht nummer 10 gehoorzaamd. Hiermee diskwalificeren deze media zichzelf als solide bron voor klimaatbeleid.
Referendum dubbel nodig
Alom zijn er grote zorgen over de onbetaalbaarheid van de lasten die op ons afkomen. Zijn die lasten onvermijdelijk? Is de noodzaak ervan wetenschappelijk onomstotelijk aangetoond? De voorgaande paragrafen wijzen in de richting van het tegendeel. Gevreesd moet worden dat de politiek en actie- en lobbygroepen ons weliswaar torenhoge lasten opleggen maar dat ze dat doen om redenen die boterzacht zijn.
Daarom is het van groot belang dat de bevolking zelf beslist over de vraag of zij € 35 000 miljoen wil betalen voor een onvoorstelbaar kleine invloed op het klimaat.
Onlangs heeft Ronald Plasterk, ooit minister van onderwijs, geschreven dat het bij het stikstofvraagstuk (kosten voor het volk minstens € 25 000 miljoen) van hetzelfde laken en pak is. Het is volgens hem geen echt maar een door ambtenaren bedacht probleem.
Eén plus één is twee. Waarmee is gezegd dat wij een referendum moeten eisen over de vraag of wij wel € 60 000+ miljoen moeten uitgegeven aan de zeer dubieuze klimaat- en stikstofdoelen. Het gaat tenslotte om ons eigen geld, niet om dat van de politici of lobby- en actiegroepen.
Welke democraat kan dáár tegen zijn?
***
0 reacties :
Een reactie posten