Nederland heeft voldaan aan het Urgenda-vonnis. Vergeleken met 1990 werd in 2020 25,5 procent minder broeikasgas uitgestoten. In een omstreden vonnis in 2015 verplichtte de rechter de Nederlandse staat tot die reductie. Hoe is aan die eis voldaan?
10-2-2022
1.De Klimaatzaak van Urgenda, hoe zat dat ook alweer?
In 2015 won Urgenda een rechtszaak tegen de Nederlandse overheid. Die deed volgens de klimaatactivisten te weinig tegen klimaatverandering en de rechter gaf de klagers gelijk. De staat diende de uitstoot van broeikasgassen eind 2020 met 25 procent te hebben verminderd ten opzichte van 1990. De rechter beriep zich op een artikel uit het Burgerlijk Wetboek waarin staat dat burgers zich ‘maatschappelijk zorgvuldig’ moeten gedragen tegenover anderen.
Drie jaar later verloor de staat ook het hoger beroep, op basis van een andere argumentatie. Door de uitstoot niet terug te dringen, zou de staat ingaan tegen het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). In artikel 2 daarvan staat dat mensen het recht hebben op leven en in artikel 8 dat ze het recht hebben op een gezinsleven.
Die uitspraak hield in 2019 stand toen de staat in cassatie ging bij de Hoge Raad. Wegens de zorgplicht voor haar inwoners moet de Nederlandse overheid de hoeveelheid broeikasgassen terugdringen. De overheid moet burgers beschermen, ook bij milieugevaren die ‘grote groepen of de bevolking als geheel bedreigen, ook als de gevaren zich pas op lange termijn realiseren’.
2. Welke maatregelen heeft de overheid getroffen?
Na de uitspraak in 2015 kondigde het kabinet aan te willen voldoen aan het Urgenda-vonnis door de doelen uit het Energieakkoord te realiseren. Deze doelen zijn gericht op energiebesparing en op de groei van het aandeel hernieuwbare energie. Beide samen zouden tot een vermindering van 23 procent aan broeikasgasuitstoot moeten leiden.
Om tot de geëiste 25 procent reductie te komen in 2020 kondigde het kabinet vervolgens extra maatregelen aan, waaronder verdere energiebesparingen in de energie-intensieve industrie en het gebruik van monomestvergisters in de veehouderij. Uit de Nationale Energieverkenning in 2017 bleek dat deze maatregelen niet voldoende resultaat zouden opleveren.
Het kabinet kwam in april 2020 opnieuw met extra maatregelen om de doelstelling te halen. Dit pakket zou, samen met eerdere maatregelen, een uitstootvermindering van 11 tot 12 megaton CO2-equivalent opleveren. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt deze maatstaf om de broeikasgasuitstoot te meten. Eén kilogram CO2-equivalent staat gelijk aan de broeikaswerking van 1 kilogram CO2.
Met 5 tot 7,5 megaton moest de grootste reductie komen uit een kleiner beroep op de kolencentrales. Andere maatregelen waren gericht op meer energiebesparingen in de industrie en bebouwde omgeving, het stimuleren van de productie van hernieuwbare energie door extra subsidies, en het bevorderen van het hergebruik van grondstoffen en materialen.
3. Hoe hoog was de uitstoot in 2020?
In 2020 was de uitstoot van broeikasgassen in Nederland 25,5 procent lager dan de uitstoot in 1990. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Vooral de uitstoot van kolencentrales is in de laatste vijf jaar van de periode 1990-2020 met 80 procent aanzienlijk verminderd.
De toegenomen energieproductie via hernieuwbare bronnen als zonne- en windenergie, naast de beter geïsoleerde woningen en bedrijfsgebouwen, zorgt voor een lagere uitstoot door de elektriciteitssector.
Naast de industrie- en elektriciteitssector veroorzaakt mobiliteit de meeste uitstoot. De uitstoot van onder meer het wegverkeer was in coronajaar 2020 liefst 4,5 megaton CO2-equivalent lager dan een jaar eerder. De totale uitstoot van broeikasgassen bedroeg in 2020 164 megaton CO2-equivalent, 56 megaton minder dan in 1990.
Grote winst werd in 2020 behaald: er werd 16 megaton minder uitgestoten dan in 2019, toen het Urgenda-doel nog moeilijk realiseerbaar leek. In het eerste coronajaar 2020 was het relatief warm, waardoor er minder aardgas werd verstookt. Dat resulteerde in een reductie van ongeveer 1,5 megaton.
4.Het doel is gehaald, wat nu?
Je zou verwachten dat de klimaatactivisten van Urgenda een feestje vieren na het goede nieuws dat het door hen afgedwongen doel is gehaald. Maar niets is minder waar. Urgenda stelt dat het voornamelijk gelukt is door ‘toevalstreffers’ en niet het resultaat is van ‘structurele veranderingen in het beleid’.
De voorlopige cijfers van het CBS over de uitstoot van broeikasgassen in 2021 lijken dit te bevestigen. In de eerste drie kwartalen van 2021 is de uitstoot van broeikasgassen toegenomen met 3 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De cijfers over heel 2021 zijn nog niet bekend.
Volgens Urgenda moet Nederland veel meer doen om de negatieve effecten van de klimaatverandering tegen te gaan. De opgelegde 25 procent was al het absolute minimum en niet voldoende om de opwarming van de aarde op termijn onder de 1,5 graad te houden. Urgenda sluit niet uit dat ze opnieuw een rechtszaak aanspant.
0 reacties :
Een reactie posten