SCHAGEN - Ondanks alle geuite protesten tegen het loslaten van een afstand van zeshonderd meter voor grote windturbines tot woonlocaties, ziet het er toch naar uit dat de Provincie Noord-Holland dat voornemen doorzet. Met als doel om meer mogelijkheden voor plaatsing van windmolenparken te krijgen.
Richard ZUT 3-2-2022
Er is al veel over gezegd en geschreven, beseffen ze zelf ook. En toch waarschuwen twee regionale ’waakhonden’, Arco Kleimeer van Dorpsraad Warmenhuizen en Henno Dasselaar van de Stichting Kritisch Platform Ontwikkeling Schagen, nog maar eens. „Omdat het college van Gedeputeerde Staten nog steeds niet luistert naar de mening van inwoners en organisaties.”
GS willen het er aanstaande maandag (7 februari) gewoon doordrukken, zeggen Kleimeer en Dasselaar. Op die avond staat om 18.15 uur immers de digitale vergadering van de commissie Ruimte Wonen en Klimaat op het programma. En daarin gaat het ook over het agendapunt 7: het Uitvoeringsprogramma RES 1.0, de Regionale Energie Strategie voor Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid.
Verstopt
Voor dat punt heeft Kleimeer zich gemeld als inspreker: „Want helemaal verstopt in een lijvig rapport bij een bespreekstuk staat vermeld dat artikel 6.27 vervalt. Precies het artikel waarin de zeshonderd meter als minimale afstand beschreven is.”
Dat artikel beschermt inwoners tegen de komst van grote windturbines op te kleine afstand van hun woonhuizen. In het collegevoorstel wordt dat vervangen door artikel 6.27a, en die biedt initiatiefnemers veel meer mogelijkheden voor de plaatsing van windturbines met een rotordiameter van meer dan vijf meter of een ashoogte van meer dan zeven meter. Dat kan volgens 6.27a alleen als windturbines zorgvuldig ruimtelijk worden ingepast en als aan de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling om advies wordt gevraagd inzake de locatieafweging en de ruimtelijke inpassing van de windturbines.
Niet bovenwettelijk
„Maar”, voegt Dasselaar eraan toe: „de Provincie Noord-Holland mag juist best een strengere norm stellen. Dat is helemaal niet bovenwettelijk maar gewoon een wettelijk iets, al vind ik zelf die zeshonderdmeterafstand nog niet eens voldoende. Maar goed, beter iets dan niets. Het Rijk moet eerst maar aantonen of die afstandsregel kleiner moet. En dan moet je als provincie niet nu alvast zelf de regels gaan aanpassen, waarmee ze de weg vrijmaken voor meer plaatsingsmogelijkheden van windturbines. Ja, ze zeggen erbij dat gemeenten het dan zelf moeten bepalen. Maar wanneer er een nieuwe gemeenteraad komt, kan die dat zo weer van tafel halen.”
Een drijvend zonnepark op het IJsselmeer noemt Dasselaar een heel goed plan. „Een goed alternatief voor wind op land. Ga daarvoor met z’n allen, want daar is ook ruim voldoende draagvlak voor. En dan hoef je ook helemaal niet zo moeilijk te doen over windturbines op land.”
Schadelijke gevolgen
Over drijvende zonneparken wordt verschillend gedacht. Zo zijn natuur- en milieuorganisaties en ook Natuurmonumenten daar faliekant op tegen. Zij spreken van schadelijke gevolgen voor de natuur en het landschap. Zonne-atollen in het IJsselmeer zien zij voor de natuur als een ’schijnoplossing’. Natuurmonumenten ziet liever binnendijkse achteroevers met natuur en zonnepanelen in de Wieringermeerpolder.
Hoe dan ook zal de RES in Noord-Holland de gemoederen nog lange tijd flink bezighouden. Dasselaar: „Dat blijkt wel uit de lange rij sprekers die zich ook voor aanstaande maandag weer voor deze onderwerpen hebben aangemeld bij Provinciale Staten.”
Noordhollands Dagblad
0 reacties :
Een reactie posten