De Regeringsverklaring is van oudsher een fel inhoudelijk debat over de vraag wat we de komende vier jaar doen met Nederland.
Philip van Tijn 24-1-2022
Een enkele parlementaire verslaggever heeft daarvan zowaar nog iets gezien, schrijft Philip van Tijn. Maar het ging vooral over 2050 of 2070 – in het licht van het klimaat en de rol die Soumaya Sahla speelt binnen de VVD.
Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.
Het debat over de Regeringsverklaring is misschien wel het belangrijkste debat in de vierjaarlijkse cyclus van onze parlementaire democratie. Felle woordenwisselingen tussen premier en oppositieleider, subtiele verdediging door de leiders van de regeringspartijen, ontspannen grapjes op zijn tijd, steken onder water. Maar vooral natuurlijk: een vlijmscherp inhoudelijk debat over de vraag wat we de komende vier (in dit geval drie) jaar doen met Nederland en wat niet. In het licht van de toekomst, dat natuurlijk wel.
Een enkele welwillende parlementaire verslaggever heeft daarvan zowaar nog iets gezien. Dat is al heel knap, want voorzover het al over De Inhoud ging, ging het over 2050 of 2070, niet over ons leven, onze koopkracht, ons geluk, onze vrijheid en onze veiligheid, maar die van onze kindskinderen – en dat natuurlijk overwegend in het licht van het Klimaat. Ook mooi natuurlijk, maar een beetje laf en erg voorzichtig, want 2070 is ver weg en daarop kan in 2022 niemand worden “afgerekend” om maar even Haags jargon te gebruiken. En nog laffer natuurlijk om de Fondsen voor Klimaat en tegen Stikstof (of was het nou tegen Klimaat en voor Stikstof?) los te koppelen van de normale procedure, alsof het eenmalige posten zijn. Ach, het gaat ook maar om het kinderachtige bedrag van € 60 miljard, mede waardoor we in 2060 een nationale schuld krijgen van boven de 90% van het bbp volgens het Centraal Plan Bureau – en daar kunnen ze wél rekenen. Trouwens, wat zal de Natuur in zijn vuistje lachen dat klimaat tot eenmalig is bestempeld!
Rutte gedroeg zich alsof er niks gebeurd is – en dat is ook zo!
Het Debat (dat dus geen debat was), kende tweeënhalve hoofdpersoon. Die halve was onze premier, die zag dat het goed was en sprak en handelde, keek en lachte en zich gedroeg alsof er in dat jaar, tussen het ontslag van zijn vorige kabinet en het aantreden van het huidige, niks gebeurd is. En er is ook niks gebeurd!
(Voor het gebruiken van “verdommen” werd in 1932 het communistische Kamerlid Lou de Visser uit de vergaderzaal verwijderd, zo leert ons het recente artikel van Victor Pak over de zeden en gebruiken in onze volksvertegenwoordiging. Die blijken dus net zo tijdgebonden als ons klimaat).
Dat brengt ons op de echte hoofdpersonen: Geert Wilders en Kamervoorzitter Vera Bergkamp. De eerste zou zich te buiten zijn gegaan aan racistische uitspraken, de tweede zou daartegen niet voldoende zijn opgetreden.
Lees ook het dubbelinterview met Soumaya Sahla en Frits Bolkestein: ‘Ik ben nieuwsgierig en leergierig en Soumaya is dat ook’
Wat ik vooral hoorde was een aanval van Wilders op Soumaya Sahla, die op de website van de VVD prijkt(e?) als “adviseur nationale veiligheid”. Dat werd natuurlijk ontkend en toen dat niet hielp gebagatelliseerd en er werd wat gebrabbeld over “iedereen verdient een tweede kans”. Dat zou dan een derde kans zijn, want betrokkene is twéémaal veroordeeld, eerst tot 9 maanden wegens lidmaatschap van een verboden organisatie en wapenbezit (o.a. een mitrailleur) en enkele jaren later tot 3 jaar cel wegens opnieuw verboden wapenbezit. Soumaya Sahla zou er, als lid van de Hofstadgroep, op uit zijn geweest Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders te vermoorden. Ik kan me goed in Wilders verplaatsen als hij tegen deze achtergrond enige moeite heeft met het geven van een “tweede kans” en tegen een adviesfunctie bij de partij van de minister-president en ook nog zonder daarvan op de hoogte te zijn gesteld.
De Kamer kiest door gekonkel een voorzitter die vervolgens wordt afgebrand
Ook zijn tirade tegen een minister en enkele Kamerleden getuigde niet van racisme. De fractieleider van de PVV keerde zich, niet voor de eerste keer, tegen de dubbele nationaliteit en tegen het hoofddoekje – maar in elk geval bij deze gelegenheid richtte hij zich alleen daartegen als het om ambtsdragers gaat. Dat is een vrij principieel onderwerp, zoals ook de discussie over het dragen van een hoofddoekje dat is. Een discussie die in veel landen ook werkelijk wordt gevoerd en in een aantal landen is een dubbele nationaliteit voor ministers en andere ambtsdragers niet toegestaan, noch het dragen van een hoofddoekje of andere zichtbare kenmerken in lokaliteiten als de vergaderzaal van het Parlement. Al die verontwaardigde Kamerleden zouden er eens over kunnen nadenken deze discussie ook in ons land te voeren, liever dan als Pavlovs hond op een drafje naar de interruptiemicrofoon te hollen, als dit onderwerp ter sprake komt. In die zin is de Tweede Kamer vermoedelijk dolblij met Wilders.
Dankzij Geert hoef je geen serieuze discussie te voeren.
Lees ook het opiniestuk van Gerry van der List: Handhaving is cruciaal voor een rechtsstaat
Zoals de Kamer (althans een groot deel) ook blij is met Kamervoorzitter Vera Bergkamp. Zij is de ideale Kop van Jut: zachtmoedig, een ruime opvatting van wat in “dit Huis” mag, kalme interventies, niet geheel vrij van zenuwen en vooral tot het uiterste de onafhankelijke voorzitter willen zijn. “Procesbegeleider”, zoals de bijna heilig verklaarde Pieter Omtzigt dat snierend noemde, waar hij een “scheidsrechter” wilde zien. Dat geeft een aardig inkijkje hoe Pieter denkt over de functie en het functioneren van de Tweede Kamer. Bergkamp moet, zoals iedereen in zo’n functie daar langzaam “ingroeien”, maar dat lijkt haar niet gegund.
Bovendien heeft de Kamer tonnen boter op zijn hoofd. Door een vuig politiek gekonkel werd Khadija Arib (PvdA), een uitstekend functionerende voorzitter, in een geheime stemming gewipt ten faveure van Vera Bergkamp (D66). Ineens was sprake van allemaal geruchten over Aribs optreden jegens haar ambtenaren, maar het ging om het bewijzen van een gunst in het kader van de formatie aan D66 – de partij die vooraan staat om Bergkamp nu de oren te wassen.
Zou Geert het kopje thee van Sigrid opdrinken?
En wat het verruwen van de normen betreft denk ik altijd aan de anekdote uit het Britse Lagerhuis, bijna een eeuw geleden. Lady Nancy Astor, ooit de eerste vrouw in het Lagerhuis, zei tegen Winston Churchill, de beroemdste staatsman van de 20e eeuw: “Als ik uw vrouw was, zou ik gif in uw thee doen” waarop de (op dat moment) minister zonder een seconde van aarzeling antwoordde: “En als ik uw man was, zou ik het opdrinken.”
Honderd jaar later hoor ik minister Kaag en Kamerlid Wilders dat nog niet tegen elkaar zeggen – en mocht het wel gebeuren dan zou Dit Huis te klein zijn. Ze zullen het wel dénken, maar daartegen kan zelfs de Gedachtenpolitie niet optreden.
0 reacties :
Een reactie posten