Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

Netbeheer Nederland en de Gasunie hebben op 24 mei 2019 een publicatie uitgebracht met de volgende titel: Basisinformatie over energie-infrastructuur, opgesteld voor de Regionale Energie Strategieën.

In dit artikel wordt een stukje historie aangegeven over de productie en distributie van elektriciteit en ook de huidige situatie wordt beschreven. Er was in veel steden al langer kolengasproductie met lokale gasfabrieken Op het platteland in polders werden gasklokken in sloten geplaatst om moerasgas op te vangen en rond 1900 kwam ook de stroomproductie op gang.

Er waren verschillende, vaak lokale leveranciers, die de stroomproductie en distributie uitvoerden met particuliere opdrachtgevers. Opdrachtgevers die het initiatief namen voor het opzetten van een klein lokaal stroomnet. Na verloop van tijd werd het een chaos en was er noodzaak voor regulering zowel van de productie als de distributie van elektriciteit.

Stroom en gas werden gezien als een nutsvoorziening waarvoor de overheid de verantwoording nam.

De elektriciteitsproductie en distributie

Nadat de elektriciteitsproductie in handen kwam van gemeenten en provincies kon het netwerk ook landelijk uitgebreid worden met op gunstige plaatsen, zoals aan rivieren, centrales en hoogspanningsnetten voor de distributie. De stroomlevering begon met de centrales waar de spanning tussen de 220- en 380 kilovolt op het net gezet werd. Op een aantal punten in het distributienet werd ook de koppeling tussen de landelijke netten aangesloten. Hoe hoger de spanning hoe efficiënter het transport verloopt. Deze koppeling tussen leveranciers en gebruikers op het transportnet was geregeld met schakelstations waarin “transformatoren” de spanning regelde voor het betreffende deel van het transportnetwerk de De eerste stap was van Extreem Hoge Spanning naar de Hoog Spanning en daarvandaan ging de stroom met 110- tot 150 kilovolt over het hoogspanningstransportnet en daarachter kwamen dan via schakelstations die de spanning op 3 tot 25 kV brachten het Middenspanningsnet.

Dan kom je uit op de wijkstations die met 3 fasen stroom tot ongeveer 400 volt afleverde en 2 fasen stroom met een spanning van 230 volt een spanning die in de woningen gebruikt wordt om de lampen en apparaten te voeden.

Afhankelijk van de afstand moesten er tussenstations neergezet worden om de spanning op peil te houden omdat onderweg er altijd sprake was van transmissieverliezen.

Het kenmerk van dit net was dat de stroom altijd een richting uit ging, van centrales naar gebruikers wat betekent van hoogspanning naar laagspanning.

Er zijn in het stroom- en gasnet een aantal rollen te onderscheiden. Dat zijn productie, distributie en gebruikers.En dan hebben we nog opslag en duidelijk zal zijn dat gas makkelijk op te slaan is in ondergrondse buffers. Als ze gevuld zijn en we krijgen ook nog wat aanvoer dan kunnen we de winter doorkomen.

Daarbij zitten we met een groot knelpunt. We sluiten de levering van het Groningse gas wat een lagere calorische waarde heeft dan importgas. Dat betekent dat we importgas moeten mengen met een hoeveelheid stikstof om de calorische waarde van het importgas aan te passen. Daarvoor hebben we stikstoffabrieken waarmee stikstof uit de lucht gehaald wordt en we moeten het mengen in de erhouding 86% importgas en 14% stikstof. Pas dan kun je het gas opslaan voor gebruik in de Nederlandse huishoudens.

Rollen in de elektriciteits- en gasmarkt
Gasopslag

Duidelijk zal zijn dat aardgas makkelijk is op te slaan in ondergrondse buffers dat doen we al vele jaren. Als de buffers gevuld zijn en we krijgen ook nog wat aanvoer dan hebben we genoeg om een koude winter door te komen. Daarbij zitten we met een groot knelpunt. We sluiten de levering van het Groningse gas. Dat is gas wat een lagere calorische waarde heeft dan importgas. Dat betekent dat we importgas moeten mengen met een hoeveelheid stikstof om de calorische waarde van het importgas aan te passen. Pas dan kun je het opslaan voor gebruik in de Nederlandse huishoudens. En wat blijkt het was in 2020 een koude lente en Rutte had de voorraadvorming aan de markt over gelaten en de markt reageert op prijzen. Omdat de marktprijs hoog was is er onvoldoende gas opgeslagen. Daar kom ik nog op terug.

Elektriciteit

Wat elektriciteit betreft, is opslag in Nederland veel problematischer. In bergachtige gebieden kun je werken met “pumped storage” waarmee je grote hoeveelheden kunt opslaan. In Engeland en Schotland samen was dat in 2014 bijna 32.000 MWh, en dat was, als wind het liet afweten, in 22 uur op.

Het zal duidelijk zijn dat accu’s veel te weinig capaciteit hebben om daarmee deze opslag te regelen. En het veel bejubelde waterstof is in de werkelijke wereld echt niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Zie ook dit artikel van prof Dr Udo.

De kern: Ga je stroom omzetten in waterstof met elektrolyse dan geeft dat verliezen. De volgende stap is opslag van waterstof en dat betekent een zeer hoge druk in een drukvat en dat geeft compressieverlies en koelen. Dan ben je totaal al 44% van je energie kwijt.

Ga je waterstof gebruiken om weer stroom op te wekken dan is het rendement in een centrale of brandstofcel ongeveer 50 % en dat betekent dat waterstof als buffer ingezet een totaal verlies geeft van 72 % ik denk niet dat we zoveel stroom met wind en zon kunnen opwekken dat we ons dit soort verliezen kunnen permitteren. Kernenergie zou wel een oplossing kunnen zijn.

Waterstof is geen energiebron je haalt het niet uit de bodem, maar je moet het maken en daarmee is het een van de minst efficiënte energiedragers. Het is zeker geen oplossing in welke transitie dan ook.

Dat betekent dat we elektriciteit op het Nederlandse netwerk niet grootschalig kunnen opslaan en we, ook voor de winter geen echt bruikbare buffers op het stroomnet hebben.

Nu wat cijfers uit 2020

Eerst een opmerking: Het energiegebruik van Nederland reken je in Petajoules. Een PJ is 277.777.778 kWh. Het gebruik van huishoudens rekenen we in kWh. Het totale finale energiegebruik van Nederland was 2000 PJ en daarvan was 400 PJ-elektriciteit.

En dan lees je in een publicatie van het CBS dit “productie groene stroom met 40% gestegen” zo krijgt niet alleen de politiek het idee dat we al een eind op weg zijn, maar via de media word dit ook snel verspreid.

Veel mensen denken op basis van dit soort publicaties is dat we met wind en zon onze stroomproductie kunnen regelen en ook nog eens waterstof kunnen produceren om het gas te vervangen. De werkelijkheid is niet echt rooskleurig.

Wat het CBS hier doet, is de cijfers van energieproductie met wind en zon weergeven in kWh dan lijkt het lekker veel. Ook wordt het begrip huishouden vaak gebruikt in plaats van kWh of MWh. Ook dat is onjuiste beeldvorming. Alle huishoudens samen gebruiken 4% van het totale finale energiegebruik in de vorm van stroom. Zo wordt aangegeven dat het windpark Gemini stroom levert voor 785.000 huishoudens en dat is ongeveer 0,4% van ons totale finale energiegebruik en daar moeten de inpassingsverliezen nog af. Zou je met die stroom ook nog waterstof produceren als buffer op het net dan blijft er nog veel minder over.

Terug naar het artikel van het CBS over de geweldige levering van groene stroom in 2020 wel 40% meer.

Wind leverde 13,9 miljard kWh en dat is 50,04 PJ. En zon kwam niet verder dan 7,99 miljard kWh en dat is niet meer dan 28,76 PJ. Bron hier.

En lees nu met dat in het achterhoofd het aangehaalde artikel nog eens door.

In 2020 leverde wind en zon samen 78,8 PJ en dat is niet meer dan 3,84% van ons totale finale energiegebruik.

Maar dat is het nog niet. Wind levert stroom waarvan de pieken ongeveer 4 x hoger zijn dan de gemiddelde levering en dat betekent dat de stroom op het net moet worden aangepast aan de vraag van de gebruikers en dat kan alleen met de centrales die regeltechnisch deze stroom moet zien als een negatieve vraag. Meer wind dan minder centrale productie en valt de wind weg dan moet alles uit centrales komen.

Ook zonnestroom is een ramp op het netwerk het komt in grote pieken op het net in de zomer overdag, pieken die tegen het opgelegde piekstroom aan zitten en in de nacht en ook overdag in de winter zien we is de stroomproductie heel laag of niets. Wind en zon zijn weersafhankelijke bronnen die voor de piekverwerking veel meer netwerkcapaciteit nodig hebben dan de gemiddelde levering met b.v. een centrale. En wat zon betreft, we wonen dichter bij de Noordpool dan bij de evenaar en in Nederland leveren zonnepanelen ongeveer 10 % van dit opgelegde piekvermogen maal het aantal uren per jaar.

Om een voorbeeld te geven een woning met daarop 10 panelen van 380 Wp. Zou de productie 100% zijn dan is de levering 3800 Wp x 24 x 365 = 33.288.000 Wh, wat overeen komt op 33.288 kWh. In de praktijk is de levering van 10 panelen ongeveer 10% en dat is 3329 kWh per jaar Maar de pieken in de zomer kunnen oplopen tot het opgelegde piekvermogen. Dat betekent dat er, voor zonnepanelen bij het opvangen van het piekvermogen, een netwerk nodig is dat 9 x zwaarder moet zijn dan de gemiddelde levering.

En dan zien we inpassingsproblemen. Aan de productiekant centrales en wind en zon en als die het laten afweten dan moet alles uit centrales komen. In dit Duitse filmpje uit de praktijk kun je zien hoe dat werkt.

Bij pieken van wind en zon moet je de productie van centrales kunnen terugregelen. En dat betekent dat er een grens is aan de hoeveelheid opgesteld vermogen van wind en het opgelegde piekvermogen van zon. Dat wordt door de beleidsmakers en hun adviseurs meestal ontkend en ze gaan rustig akkoord met 200 miljard voor netwerkuitbreiding terwijl je nooit meer stroom op het net kunt brengen dan de vraag van het moment hoe zwaar je netwerk ook is.

In 2011 besprak ik dit met de ambtenaren van het RVO die het uiteraard niet met mij eens waren. Dus een stap verder en dit is het resultaat.

In bijlage 4 van het rapport ‘Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid worden kritische kanttekeningen geplaatst bij een eventuele keuze voor grootschalige toepassing van windenergie. Hierbij wordt gedacht aan 6500 megawatt (MW) of meer. Deze bevindingen worden tegengesproken door andere studies, waaronder die van Frontier Economics, uitgevoerd in opdracht van EnergieNed. Hierin wordt gesteld dat bij 12000 MW windvermogen in Nederland de grens van de mogelijkheden van het huidige energiesysteem wordt bereikt. Een ander onderzoek van Kema (in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken) uit september 2010 heeft als conclusie dat 12000 MW inpasbaar is.

Het huidige in Nederland geplaatste vermogen bedraagt circa 2200 MW. Volgens deze bronnen is de systeemgrens dus niet in zicht. (let op dit was 2011). Zie hier.

Er is een systeemgrens en naarmate je die bereikt neemt de CO2-uitstoot van de regelende centrales toe zodat de bedachte klimaatwinst uiteindelijk minimaal is. Ook dat wordt ontkend.

Toch gaat de overheid er nog steeds van uit dat er met wind en zon een forse reductie van CO2 mogelijk is. En dat is de basis voor de regionale energie strategie. In de praktijk betekent dat meer wind en zon en dat is, als de grens al bereikt is vrij zinloos.

In het bijgevoegde rapport uit 2011 is dit ook opgenomen:

1) ‘De cruciale vraag is of elektriciteitscentrales vaker en sterker moeten op- en afregelen (of aan – of afschakelen) door het fluctuerende aanbod aan windenergie. Dit is niet het geval.’ De opmerking dat dit niet het geval is, zal gewijzigd worden omdat dit wel het geval is.

En mijn discussie in 2011 ging alleen over wind. Bij zonnepieken wordt deze grens veel sneller bereikt in de zomer overdag. Piekt zon en komt er ook nog wat wind bij dan kun je niets anders doen dan de pieken afvlakken door afschakelen van windparken en zonneakkers.

Wat mij verbaasd is dat de overheid zo selectief met feiten omgaat dat ze een energiesysteem willen bouwen met wind en zon en dat dan willen balanceren met biomassa. Ik zal mijn beeld van deze onzin, maar niet verder toelichten.

Maar dat is de systeemkant, laten we ook eens naar het lokale klimaat kijken en dan met name de Noord-Atlantische Oscillatie. Dit schrijft het KNMI daarover.

Deze NAO kent een positieve en een negatieve fase. In het algemeen zal voor Noordwest-Europa een positieve NAO zachte en natte winters met veel wind geven, terwijl een negatieve NAO minder onstuimig zal zijn en vooral koud en droog weer geeft. De weersystemen die samen hangen met de NAO zijn groot: vrijwel geheel Europa ‘voelt’ de effecten van de NAO. Figuur 1 illustreert de twee verschillende fasen van de NAO.

De ruimtelijke uitgebreidheid van de NAO heeft als consequentie dat tegenvallende windenergieopbrengsten in het Nederlandse deel van de Noordzee niet gecompenseerd kunnen worden met opbrengsten uit buurlanden: met een negatieve NAO hebben zij immers ook te kampen met een gebrek aan wind. Ook de import van zonne-energie uit Zuid-Europa is – afgezien van de technische moeilijkheden – ook problematisch: een negatieve NAO zorgt voor stormachtig en bewolkt weer rondom de Middellandse zee, waardoor de opbrengst van de zonne-energie dus zal tegenvallen.

De kwetsbaarheid voor klimaatvariaties zoals de NAO worden vergroot doordat een periode met rustig weer zoals onder een negatieve NAO, vaak samenvalt met koud en vriezend weer. Dus een periode met lage windenergieopbrengsten valt vaak samen met een periode waar de vraag naar energie hoog is. Het KNMI zet zich in om deze kwetsbaarheid voor grootschalige variaties in het klimaat, zoals de NAO, in kaart te brengen en te kwantificeren.” Bron hier.

En afgelopen jaar bleef de levering van wind in Duitsland achter bij de prognoses. De enige oplossing was om meer zeer vervuilende bruinkool in te zetten en zo heeft Duitsland de hoogste energieprijs met op dat moment de hoogste CO2-uitstoot.

Bij langere perioden zonder wind en zon komt ook het Europa van Timmermans in de kou te zitten omdat de levering van wat duurzame energie genoemd wordt bij een negatieve NAO compleet onderuit gaat.

Opmerking die weinig met dit onderwerp te maken heeft, maar toch gemaakt moet worden: Wat ook vergeten wordt door de klimaatwetenschappers, met hun op angst gerichte berichtgeving, is het echte klimaat, bij een positieve NAO smelt het ijs op Groenland en bij een negatieve NAO zien we daar veel kouder water en groeit het ijs weer aan. Zie dit artikel van NASA.

Tot zover de inleiding.

Wat ook opvalt, is dat in de 2e kamer kennelijk gedacht wordt dat wind en zon enorm veel stroom kan leveren en dat is niet zo.

Een centrale kan als dat gevraagd wordt 98% van het opgestelde vermogen leveren ( een keer per 4 jaar onderhoud). Wind op zee per jaar gemiddeld ongeveer 40% van het opgestelde vermogen en op het land gemiddeld 21% en dat weerafhankelijk. Zon komt niet verder dan 10% van het opgelegde piekvermogen x het aantal uren per jaar, als er geen negatieve NAO in beeld is. En bedenk dat bij gunstige condities zowel wind als zon, vaak een korte tijd, dit vermogen in grote pieken tot soms even 100% kunnen leveren en dat het netwerk de pieken moet kunnen verwerken.

Problemen met inpassing van zon

En de universiteit in Wageningen heeft in 2015 met een praktijkproef gemeten wat een zonneakker per ha levert. Hun tekst: “3.1 Potentiële stroomopbrengst Op basis van de ervaringen op de Zonneweide uit voorgaand hoofdstuk kunnen we concluderen dat op efficiënt ingedeelde zonneparken een PV vermogen van 0,5 MWp per ha te realiseren is, waarmee onder onbeschaduwde omstandigheden 1.000 kWh per KWp per jaar aan stroom is op te wekken in de IJsselmeerpolders. Dat is een stroomopbrengst van 500 MWh per ha, ongeveer het verbruik van 150 huishoudens.” Bron: https://edepot.wur.nl/336567

En zo levert een zonneakker van 10 ha per jaar 5000 MWh met grote pieken en langere perioden met weinig tot geen levering. Een hoeveelheid stroom die de Eemshavencentrale in 3 uur en 12 minuten kan leveren. Met de laatste generatie zonnepanelen zal dat nu in de buurt van 5 uur komen. En dat met een zonneakker van 10 ha. En kijken we naar de verdringing van voedsel, op een ha kun je ook 45 ton aardappelen telen of 12 ton graan.

Duidelijk is dat, gezien de beperkte sterk wisselende levering van wind en zon, deze middelen onbruikbaar zijn om onze energie in de toekomst mee op te bouwen. De productie is marginaal, weersafhankelijk en met grote pieken en tijdens een negatieve NAO heb je er niets aan. En toch zie je bij de regering en in de 2e kamer het beeld dat we met wind zon en wat biomassa wel centrales kunnen sluiten, het transport kunnen elektrificeren en de huizen van het gas af kunnen.

Nu het netwerk: Er is een verdeling gemaakt tussen de leveranciers van stroom, het transport netwerk, en de gebruikers. En er is daarbij een belangrijke regel: Het netwerk heeft geen buffercapaciteit en er moet altijd op ieder moment net zoveel stroom ingaan als er uit gaat. Is dat uit balans dan gaat het licht uit. De levering van wind en zon is weersafhankelijk met pieken en dalen en perioden zonder levering en dat betekent dat regeltechnisch stroom van wind en zon gezien moet worden als een negatieve vraag. Meer stroom uit wind en zon dan moet de productie van centrales terugschakelen en loopt de levering van wind en zon terug dan de centrales opschakelen.

Bij weinig wind in de nacht moet alle stroom uit centrales komen. En dat op en afschakelen en om bij het totaal ontbreken van de levering van wind en zon moet snel kunnen geleverd. Dat kan alleen met voldoende spinning reserve. Doordraaiende centrales die bij het wegvallen van wind en zon de levering overnemen en dat betekent ook nog eens extra CO2 uitstoot.

De leveranciers

Het doel is CO2 besparen. En wat we nu zien is dat de wisselende input van weersafhankelijke stroom moet worden ingepast wat veel meer netwerk- en centralecapaciteit nodig maakt voor de piekverwerking en aan de andere kant wordt bij handopsteken in de 2e kamer besloten dat er 5 kolencentrales gesloten worden dat zou CO2 besparen. Dat is juist als je geen stroomproductie levert ook dan geen CO2. Het effect is wel dat de totale piekcapaciteit van de stroomproductie afneemt en dat daarmee de hoeveelheid weersafhankelijke stroom wat op dat net gebracht kan worden ook beperkt is. Gemiddeld zijn de netwerk eisen voor piekopvang van wind ongeveer 4 x de gemiddelde levering en van zon is dat 9 x. Dat vraagt een enorme versterking van het netwerk om die pieken te kunnen verwerken terwijl in de werkelijkheid de hoeveelheid wind en zon wat je op het net kunt brengen ook beperkt is door de daarvoor noodzakelijke regelcapaciteit en de vraag van het moment.

De vraagkant

In de praktijk krijgt iedereen dezelfde mix van stroom uit het net en daarmee is groene stroom een papieren tijger. De elektrische auto of de warmtepomp draaien altijd op dezelfde stroom of je nu betaald voor groen of niet. Daarmee is de 0 op de meter woning relatief vervuilend in de winter. Als in de winter de meeste stroom om warmte te leveren gevraagd wordt en met de dalende temperatuur de COP waarde terugloopt tot ongeveer 1 bij – 15 graden C moet alle stroom uit centrales komen en als je dan centrales sluit, ben je als overheid niet echt goed bezig Je kunt de piekvraag dan niet meer leveren.

Ook de elektrische auto zero uitstoot is de boodschap ook dat is een sprookje de mix uit het net vraagt bij productie met alle bronnen op het net ongeveer 400 tot 450 gram CO2 per kWh, dat is 80 tot 100 gram CO2 per km, maar dan zijn we er nog niet. Dat stroomvraag van de auto loopt op in de winter, Dan gebruikt de elektrische auto ongeveer 30 % meer stroom per km neemt ook die vraag nog eens sterk op.

Wat dat voor de levering betreft zal duidelijk zijn een gezin met een elektrische auto vraagt gemiddeld per jaar minimaal 3 x zoveel stroom dan een gezin zonder en die stroom moet je niet alleen produceren maar je moet ook de piekvraag kunnen leveren en zo neemt de CO2-uitstoot nog eens extra toe. En denk er ook aan dat we bij tekorten ook nog eens leunen op het Europese net, waar we bij gebrek aan eigen productie in onze regio, stroom uit de meest vuile kolencentrales in Oost-Europa nodig hebben.

De gevolgen van de energietransitie en let op dit zijn grafieken van het huishoudelijke gebruik uitgaande van een zomerse dag en dan pieken de zonnepanelen die in de winter vrijwel niets leveren. Ook is hier de 0 op de meter woning niet meegerekend, die in de winter als het koud is ook stroom uit centrales nodig hebben.

Stel dat we een keer een paar dagen in de winter onder de 10 graden Celsius uitkomen dan is de COP waarde van de warmtepomp sterk gedaald tot ongeveer 1 en ook gebruiken de elektrische auto’s in een winterperiode ongeveer 30% per km meer. Dan komen we centralecapaciteit tekort voor de piekopvang.

Dat betekent dat in de winter de huishoudens, die werken met een warmtepomp, meer stroom gaan gebruiken en zo de piekvraag toeneemt bij koude. Maar de elektrische auto gaat dan ook een stuk meer stroom gebruiken per km terwijl de zon het vrijwel laat afweten, De zon is niet meer dan 6 uur zichtbaar en komt niet ver boven de horizon en ook het licht moet dan een lange weg afleggen door de atmosfeer. Concreet op een koude winterse dag met weinig zon en ook weinig wind moet alle stroom van centrales komen en dan hebben we nog de Noord-Atlantische Oscillatie waarin bij een negatieve NAO de levering van wind en zon compleet instort.

Dit schrijft het KNMI.

De ruimtelijke uitgebreidheid van de NAO heeft als consequentie dat tegenvallende windenergieopbrengsten in het Nederlandse deel van de Noordzee niet gecompenseerd kunnen worden met opbrengsten uit buurlanden: met een negatieve NAO hebben zij immers ook te kampen met een gebrek aan wind. Ook de import van zonne-energie uit Zuid-Europa is – afgezien van de technische moeilijkheden – ook problematisch: Bron hier.

En onze regering heeft 5 kolencentrales gesloten en is met veel subsidies het gebruik aan het opvoeren met elektrisch rijden en de 0 op de meter woningen en zo kunnen op geen enkele manier voldoende stroom produceren voor de grote piekvraag tijdens een koude periode in de winter. Zeker niet nu we zitten met een lage zonneactiviteit en valt dat samen met een verschuivende polar vortex dan is de kans groot dat veel kwetsbare mensen doodvriezen.

Aardgas

Maar we hebben nog gas dan moeten we het daar wel mee kunnen redden. Het gastransportnet is robuust, het is dubbel uitgevoerd met ringleidingen zodat we altijd over een zeer betrouwbaar netwerk kunnen terugvallen. Maar als je de opslag vergeet te regelen en aan het bedrijfsleven overlaat zonder garanties in te bouwen komen we in de knel. Wat weinig mensen in beeld hebben is dat we in Nederland 2 soorten gas gebruiken het hoogcalorische importgas en het laagcalorische Groningse gas waarvan de productie is gestopt, maar alle huishoudelijke gasverbruik en ook dat van het midden en kleinbedrijf kunnen we niet opvangen met importgas. We bewerken nu importgas door er wat stikstof aan toe te voegen en daarmee is de calorische waarde van importgas aangepast. Maar dat heeft tijd nodig je moet de stikstof uit de lucht halen en mengen waarmee je dan de wintervoorraden zou kunnen aanvullen wat nu is verzuimd de voorraden zijn te laag en de productie heeft tijd nodig en die hebben we niet meer zo vlak voor de winter. We hebben nog het voordeel dat je centrales ook op importgas kunnen laten werken. Maar dan is het niet handig om op aandringen van de VS de relatie met Rusland te vertroebelen waarna de Amerikaanse gastankers naar Azië varen omdat die meer betalen en de voorraden van Gazprom ook niet aangevuld waren. Regeren is vooruitzien. Poetin heeft nog aangegeven dat ze al maximaal leveren en er voor meer ook een contract nodig is de vraag is of Rutte dit heeft opgepakt.

Hieronder een grafiek van het gebruik aan aardgas en in dezelfde verhouding het ook het gebruik van stoom daaronder. Daaruit blijkt ook de grote seizoensschommelingen van de aardgasvraag wat betekent dat het totaal onmogelijk is om get gas te vervangen door elektriciteit. De bijdrage van wind en zon was in 2020 minder dan 4 % van het totale finale energiegebruik en dat weersafhankelijk. Wind en zon laten het afweten bij koud weer en stroom kun je niet bufferen, gas wel. Het is dan ook totaal onmogelijk om met elektriciteit deze piekvragen te leveren. Je moet dan ook de pieken moet kunnen opvullen met voldoende stroomproductie en dat betekent dat je dan voor de centrales met een rendement van 50% 2x zoveel piekvraag naar gas zal krijgen dan bij gebruik van gas alleen.

En kijken we naar het beleid dan kun je je alleen maar verbazen. Het vreemde is het feit dat de regering van mening is dat ze met minder dan 4 % van ons totale finale energiegebruik aan weersafhankelijke wiebelstroom van wind en zon, die bij koude winters ook nog eens nauwelijks leveren, het gas kunnen vervangen en we het gebruik voor transport en huisverwarming op elektriciteit ook nog eens kunnen opvoeren. Zonder voldoende gas om de piekvraag te kunnen opvangen en een beperkte centralecapaciteit zal het, na verloop van tijd, in de huizen bijna net zo koud zijn als buiten.

Samengevat onze regering is onder het mom van klimaatbeleid bezig onze energievoorziening onderuit te halen en hoe kan dit met zoveel wetenschappers die de regering adviseren? Alle zogenaamde groene oplossingen zie je terug in de elektriciteitsproductie en dat is maar een beperkt deel van ons totale finale energiegebruik van 2000 PJ en daarvan was 400 PJ-elektriciteit.

78 PJ kwam van wind en zon maar daar moeten  de inpassingsverliezen nog af en de levering is weersafhankelijk en die laten het afweten bij koude winterse dagen. En kijken we naar de waarschuwing van het KNMI dan kunnen er langere periodes komen waarin wind en zon het compleet laten afweten.

Intussen is het beleid gericht op het schuiven van taken, zoals voldoende gasvoorraad in de winter, naar het bedrijfsleven zonder garanties te regelen en maken we ruzie met Rusland. En dat en het sluiten van de productie van Groningen maakt dat we de komende winter met grote tekorten komen te zitten terwijl de LNG tankers uit de VS richting azië varen. De gasvoorraad met de calorische waarde van het Groningse gas is gevaarlijk laag en dat kun je niet meer in korte tijd aanvullen door snelle acties wat import betreft. Je zou haast zeggen dat hier zonder enig inzicht in de samenhang gerommeld wordt om, maar klimaatvoorloper te zijn een gidsland wordt dit zelfs genoemd maar geen enkel land zal deze dwaasheid volgen. Zoals uit de grafiek blijkt kunnen we nooit dit gastekort opvangen met elektriciteit.


En kijken we naar het beleid met de 0 op de meter woning dan zie je dat de vraag naar warmte sterk toeneemt maar ook de COP waarde van de warmtepompen net ze hard daalt als de temperatuur afneemt, bij – 15 is de die waarde in de buurt van 1 en levert het verwarmingselement in de installatie de warmte. En de elektrische auto’s die altijd al op centralestroom rijden, gaan in zo’n koude periode 30% meer vragen per km. Ik heb daarover in 2015 al eens een discussie gevoerd omdat de beleidsinformatie die door TNO was aangeleverd niet gebaseerd was op een wetenschappelijk onderzoek. Zie hier.

En ook daar is weinig mee gedaan en nu komen we echt in de problemen een groeiende vraag bij afname van bruikbare productie in de winter. Bij een strenge winter gaan er doden vallen en laten we van het beste uitgaan dat ze niet wisten wat ze deden in Den Haag zou dat wel zo zijn dan is deze zeer gevaarlijke actie misdadig te noemen.

Laten we hopen op een wat warmere winter met weinig langdurige koude perioden.

***