Geen reden tot paniek over klimaatverandering

Datum:
  • maandag 1 november 2021
  • in
  • Categorie: ,
  • Zondag 31 oktober begint de klimaattop van Glasgow.


    BJØRN LOMBORG 


    Dat de mens bijdraagt aan de opwarming, is bekend. Maar zijn de kosten van de tegenmaatregelen niet onevenredig hoog?

    1.Klimaatverandering is niet het einde van de wereld

    Jongeren zijn doodsbang voor klimaatverandering, meldt het medische tijdschrift The Lancet. Meer dan 45 procent van de 16- tot 25-jarigen in tien onderzochte landen is zo bezorgd dat het hun dagelijks leven en functioneren beïnvloedt. Hoewel klimaatverandering inderdaad een probleem is, is die paniek onterecht. De mensheid heeft de afgelopen eeuw veel grotere bedreigingen overwonnen.

    Als in 1900 de luchtvervuiling was geëlimineerd – voornamelijk vervuiling binnenshuis door rokerige brandstoffen als hout en mest – zou dat een voordeel hebben opgeleverd dat gelijk staat aan de groei van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp) met 23 procent. Voor jongeren lijkt dat misschien een ontoereikende maatstaf, maar een hoger bbp staat voor een betere gezondheid, een lager sterftecijfer, betere toegang tot onderwijs, en in het algemeen een hogere levensstandaard. Welnu, in 2050 zal het probleem van luchtvervuiling grotendeels zijn opgelost.


    Bjørn Lomborg (56) is een Deense poli­ticoloog, ­statisticus en directeur van de Copenhagen Consensus. Sinds zijn bestseller The Skeptical Environmentalist schreef hij diverse boeken. Meest recent: False Alarm: How Climate Change Panic Costs Us Trillions, Hurts the Poor, and Fails to Fix the Planet.

    Dit is slechts een van de vele uitdagingen die de mensheid de afgelopen honderd jaar is aangegaan, zo blijkt uit gegevens die ik met 21 economen heb verzameld.

    De uitdaging die klimaatverandering meebrengt, voor het milieu én de samenleving, lijkt vrij klein in vergelijking met eerdere uitdagingen. Klimaateconoom en Nobelprijswinnaar William Nordhaus heeft aangetoond dat een stijging van de temperatuur met 3,5 graden Celsius tegen 2100 – wat waarschijnlijk is als de klimaatverandering niet wordt gestopt – slechts 2,8 procent van het wereldwijde bbp per jaar zou kosten. De laatste schatting van de Verenigde Naties (VN) valt zelfs iets lager uit, 2,6 procent van het bbp bij een stijging van 3,7 graden.

    Bovendien verwacht de VN dat de gemiddelde burger in 2100 450 procent rijker zal zijn dan nu, zonder de kosten van klimaatverandering. Volgens de huidige temperatuurprognoses verlaagt de opwarming die inkomensgroei tot 434 procent. Dat is vervelend, maar niet het einde van de wereld.

    Zorg over het milieu en het welzijn van de mens betekent niet dat we jongeren bang moeten maken voor klimaatverandering. In plaats daarvan moeten we hen aanmoedigen om te innoveren. Dat is wat de mensheid in het verleden tegen veel grotere gevaren heeft beschermd. Het zal ons ook nu helpen.

    2.Overstromingen zijn minder erg dan vroeger

    Hoewel overstromingen vaak in het nieuws zijn, is hun tol – het verlies aan levens en bezittingen – relatief afgenomen. In de Vere­nigde Staten, die de overstromingsschade het langst bijhouden, zijn de relatieve kosten de afgelopen 117 jaar gereduceerd van ongeveer 0,5 procent van het bbp aan het begin van de vorige eeuw tot 0,05 procent nu. Het overlijdensrisico is nog slechts eenderde. Ook wereldwijd zijn de kosten in verhouding tot het bbp en het aantal sterfgevallen in verhouding tot de bevolking tussen 1980 en 2020 gedaald.


    Lees ook deze column van Simon Rozendaal: De verkettering van een slimme en dwarse Deen 

    Media die berichten over de stijgende kosten van overstromingen, baseren zich op misleidende statistieken, die meer zeggen over de Amerikaanse economische groei dan over klimaatverandering. Sinds het begin van de twintigste eeuw is de Amerikaanse bevolking verviervoudigd en het jaarlijkse bbp 36 keer zo groot geworden. Een overstroming in de Amerikaanse stad Atlanta zal nu veel meer mensen en gebouwen treffen dan dertig jaar geleden. Het aantal huizen in de uiterwaarden van de stad is tussen 1990 en 2010 met 58 procent gegroeid.

    Tegelijk hebben de hogere welvaart en voortgeschreden technologie gezorgd voor een betere bescherming tegen overstromingen voor bewoners van laaggelegen gebieden. Alleen als je de schade afzet tegen het bbp, kun je eruit filteren wat een symptoom is van de gestegen welvaart en wat wijst op overstromingsbestendigheid of -kwetsbaarheid.

    Het klimaatpanel van de Verenigde Naties verwacht dat de frequentie van overstromingen toeneemt, als een negatief gevolg van klimaatverandering. Maar die is een stuk minder dramatisch dan berichten in de media doen vermoeden. Naarmate de wereld rijker wordt, zullen zowel de relatieve kosten van overstromingen als het aantal doden dalen. Zoals nu al blijkt.

    3.Orkanen zijn minder zwaar en frequent

    Het publiek wordt voortdurend blootgesteld aan alarmerend nieuws over het klimaat. Het CNN-effect speelt hierbij een rol: veel meer camera’s dan voorheen leggen rampen vast en de beelden worden ook nog eens vaker herhaald.

    Lees meer van Bjorn Lomborg, de auteur van False AlarmStop het klimaatalarmisme

    Voor het maken van beleid kunnen overheden beter naar de langetermijngegevens kijken. Het gros van de betrouwbaarste cijfers komt uit de Verenigde Staten. Anders dan je steeds weer hoort, komen Atlantische orkanen niet vaker voor. Sterker nog: de frequentie van orkanen die in de Verenigde Staten ‘aan land komen’ is sinds 1900 licht afgenomen. Dat er meer stormen op zee lijken te zijn, komt door het groeiende aantal waarnemingen door het gebruik van vliegtuigen en satellieten.

    Daarmee vergeleken biedt het aantal orkanen boven land, geregistreerd sinds 1900, een betrouwbaardere statistiek. De frequentie van orkanen van categorie 3 en hoger die sinds 1900 aan land kwamen, vertoont een lichte daling. Hoewel je vaak hoort dat de orkanen zwaarder worden, stelt een artikel in Nature dat schijn bedriegt. De orkanen zijn niet krachtiger dan vroeger.

    We zien voor de rest van de wereld hetzelfde beeld, al zijn die gegevens minder uitgebreid. Ook mondiaal laat een reconstructie van de jaren 1950 tot 2020 geen significante toename zien in het aantal grote en kleinere orkanen.

    Beelden van de verwoesting door orkanen zijn er in overvloed, maar vergeet niet dat, vooral in de Verenigde Staten, steeds meer mensen de afgelopen eeuw naar de kust zijn getrokken. Veel meer mensen leven nu op de route van deze verwoestende stormen.

    Een betere infrastructuur beschermt levens en bezittingen meer dan een verlaging van de CO2-uitstoot. De schade door orkanen op aarde bedraagt 0,04 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp). Zelfs als we rekening houden met de recente schatting van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat het aandeel van zware orkanen toeneemt, zal de schade die deze stormen aanrichten – volgens een studie in Nature – nog steeds dalen tot 0,02 procent van het bbp in 2100. Met dank aan de nieuwe, robuustere infrastructuur.

    En zelfs als we de klimaatverandering volledig zouden kunnen elimineren (wat we natuurlijk niet kunnen), dan zou het die daling van de schade door orkanen slechts een klein beetje versnellen tot 0,01 procent in 2100.

    De beste langetermijngegevens over orkanen die Amerika treffen, laten een afname zien, zelfs van zware orkanen. Met of zonder emissiereductie: de wereld wordt weerbaarder tegen orkanen.

    4.Armoede leidt tot de dood, niet het klimaat

    De grafiek hiernaast laat zien dat het aantal sterfgevallen door ondervoeding de afgelopen drie decennia drastisch is afgenomen en de komende drie decennia zal blijven dalen.

    Dit is deels te danken aan betere oogsten. Ook bij klimaatverandering zet die tendens door, alleen minder sterk dan voorheen. Resulterend in 85.000 sterfgevallen door ondervoeding in 2050. Die zijn er niet als de temperatuur op aarde stabiel blijft, zegt de Wereldgezondheids­organisatie (WHO).

    De begrijpelijke reactie is dat er dus onmiddellijk een einde moet komen aan de opwarming van de aarde, zelfs als dat veel geld kost. Maar een minder vaak gepubliceerd deel van de WHO-analyse laat zien dat dit meer kwaad dan goed doet, omdat het ook de economische ontwikkeling zou remmen.

    Economische groei – die gezinnen in staat stelt om meer voedsel te kopen – is de belangrijkste reden dat het aantal sterfgevallen door ondervoeding is teruggedrongen. Dit zet de invloed van opwarming in perspectief. Voor de voedselvoorziening is klimaatverandering geen ramp. Die vertraagt hooguit de verdere groei van de oogsten enigszins.

    De toekomst kan zelfs nog rooskleuriger uitpakken dan deze grafiek laat zien. De grafiek toont immers slechts het scenario bij een gemiddelde economische groei. De WHO berekende ook wat de gevolgen van een lage en hoge groei zijn voor het aantal doden door ondervoeding. Bij een lage groei zijn er in 2050 per saldo 2 miljoen doden door ondervoeding. Bij een hoge groei slechts 300.000. Dit betekent dat een beleid gericht op economische groei jaarlijks 1,7 miljoen sterfgevallen kan voorkomen. Een veel beter resultaat dan klimaatmaatregelen kunnen opleveren, welke dat ook zijn.

    Zelfs strikte regelgeving zal de opwarming van de aarde niet elimineren, wat betekent dat die op haar best enkele van de 85.000 voorspelde sterfgevallen kan voorkomen. Tegelijk zou die dure regelgeving de economische groei vertragen, waardoor meer mensen arm blijven.

    Het Klimaatakkoord van Parijs zal in 2030 naar verwachting 11 miljoen mensen meer in armoede gevangen houden dan wanneer ‘Parijs’ er niet was geweest. Leidt de klimaatconferentie in Glasgow tot nog strengere klimaatmaatregelen, dan zal dat betekenen dat tegen 2030 tot 80 miljoen mensen meer in armoede ­leven, wat onvermijdelijk leidt tot nog meer sterfgevallen door ondervoeding.

    Wat de armen in de wereld echt tegen ondervoeding beschermt, is ze met economische groei helpen de armoede te overwinnen. Niet dure klimaatregels.

    5.Politici verzwijgen de kosten voor hun kiezers

    Politici beloven een ongekende reductie van de CO2-uitstoot, vaak gekoppeld aan ‘groene’ banen, maar bewaren over de kosten vaak het stilzwijgen. Toch is de economische schade van hun beleid veel groter dan wat veel kiezers accepteren en zijn de klimaatvoordelen kleiner dan gedacht.

    Uit onderzoek van The Washington Post blijkt dat een meerderheid van de Amerikanen tegen een jaarlijkse klimaatbelasting van 24 dollar op hun elektriciteitsrekening zou stemmen. Terwijl dit zelfs niet in de buurt komt van de kosten die ze kunnen verwachten. De Amerikaanse president Joe Biden heeft immers aangekondigd dat hij in 2050 de CO2-uitstoot met 100 procent wil hebben verminderd – wat fenomenaal duur zal zijn.

    Een nieuwe studie in het gerenommeerde tijdschrift Nature constateert dat een reductie van 95 procent van de Amerikaanse koolstofemissies tegen 2050 jaarlijks 11,9 procent van het Amerikaan­se bruto binnenlands product (bbp) kost. Om dat in perspectief te plaatsen: de totale uitgaven voor sociale zekerheid en gezondheidszorg bedroegen in 2019 11,6 procent van het bbp.

    De jaarlijkse kosten om Bidens doelen te halen, zullen tegen 2050 oplopen tot 4,4 biljoen dollar. Dat is wat de federale overheid dit jaar aan belastinggeld binnenkrijgt. De kosten komen neer op 11.300 dollar per persoon per jaar, bijna vijfhonderd keer meer dan wat (sommige) Amerikanen bereid zijn te betalen.

    Hoewel Amerika de op één na grootste uitstoter van broeikasgas is, zou het realiseren van Bidens doel weinig uitmaken voor de temperatuur. Als het hele land morgen CO2-neutraal is, zal de temperatuur tegen het einde van de eeuw met slechts 0,17 graden zijn gedaald. Dit komt doordat Amerika een steeds kleiner deel van de uitstoot voor zijn rekening neemt naarmate de bevolking van India, China en Afrika groeit en rijker wordt.

    Zoals Raj Kumar Singh, de Indiase ­minister van Energie, er recent uitflapte tijdens een conferentie, is nul uitstoot ‘luchtfietserij’: ontwikkelingslanden zijn ‘niet te stoppen’ als ze meer fossiele brandstoffen willen gebruiken. Dus een realistische oplossing moet gericht zijn op innovatie, zodat de prijs van schonere energie daalt, waardoor kiezers eerder bereid zijn die te betalen.

    2021
    ELSEVIER

    0 reacties :

    Een reactie posten