Een gastbijdrage van Henry Pool (Zuid-Afrika).

Een tiental jaar geleden, na het zien van de film “An Inconvenient Truth” en ik gewaar werd van het smelten van ijs in het noordelijke pool gebied, was ik nog overtuigd dat de mens opwarming van de aarde veroorzaakt (AGW). Op een dag, toen ik me weer een beetje schuldig voelde omdat ik ervan hield om in mijn grote oude diesel pick-up rond te rijden, overwoog ik dat ik hier [in Pretoria, Zuid-Afrika] de zgn. AGW-hypothese eigenlijk makkelijk zou moeten kunnen testen (bevestigen). De AGW hypothese stelt dat de vermeerdering van koolstofdioxide (CO2) dat door de mens in de atmosfeer komt, warmte op aarde vasthoudt vanwege een vertraging van het transport van hitte naar de buitenste ruimte. We zouden dit dus moeten kunnen zien door een stijging van de minimum temperatuur. Dit zou dan de gemiddelde temperatuur omhoog moeten drukken.

Ik bedacht dat wij hier, in Pretoria, vanwege het klimaat, in de wintermaanden bijna nooit regen hebben; toch hebben we dan wel veel mensen die fossiele brandstoffen verbranden om warm te blijven, ’s nachts. Op een koude winterse ochtend kun je dit gauw zien, want er hangt dan een bruingrijze luchtlaag om de stad die zichtbaar is vanaf een hoge heuvel buiten de stad. Vanwege de toename in de bevolking over de laatste 40 jaar, zouden de resultaten van een statistische ontleding van dagelijkse gegevens van het weerstation hier in Pretoria dus een grote stijging van de minimum temperatuur moeten laten zien, vooral in de wintermaanden. Tot mijn verbazing ontdekte ik dat de minimumtemperaturen hier in Pretoria over de laatste 40 jaar daalden, elke maand….

Ik dacht eerst dat iemand een fout moest hebben gemaakt: het extra koolzuurgas (CO2) warmt niet op maar koelt de atmosfeer af. Als een chemicus was ik mij wel bewust van de bijzonderheden van het infrarood spectrum van CO2. Alhoewel er absorpties van CO2 in het gebied van het infrarood zijn waar de aarde straalt [die dus warmte op aarde zouden ‘vast’ houden], wist ik ook van de gebieden van absorptie in het UV- en 1-2 um- en het 4-5 um bereik waar de zon straalt [wat dan warmte terug naar de ruimte stuurt].

Niet overtuigd door de discussies en debatten die ik daarna als blogger had op verschillende websites, keek ik naar 10 andere weerstations (ws) in de regio om mij een aanduiding te geven van wat er aan de hand is. In 2018 heb ik de resultaten van deze 10 ws nog eens bijgewerkt. Ze hebben dus allemaal goede dagelijkse gegevens voor de periode 1977 – 2017. Mijn resultaten zijn hier te vinden.

De eerste poot van de stoel breekt af….

Mijn bevinding was dat de omgevingstemperatuur in Zuid-Afrika de afgelopen 40 jaar niet of nauwelijks is veranderd, terwijl de minimum temperaturen hier gemiddeld met 0,8K zijn gedaald.

Verrast door mijn eerste resultaten, en nog steeds verwonderd over het smelten van het ijs bij de Noordpool, besloot ik om een onafhankelijke steekproef te nemen die representatief van de hele wereld zou moeten zijn. Ik eindigde met 27 ws op elk halfrond die goede dagelijkse gegevens hadden over een periode van 40 jaar. Ik ben goed opgeleid in het nemen van een steekproef en nadat ik een geruime tijd mijn aardbol bestudeerd had, besloot ik:

  1. Gelijk aantal ws op het noordelijk en zuidelijk halfrond.

  2. Voor zover als mogelijk alle ws gebalanceerd op de 0 breedte graad; of in ieder geval zo dichtbij als mogelijk rond nul.

  3. All ws gelijk verspreid 60%/40% @zee / op land – dit vertegenwoordigt het voorkomen van de aarde.

  4. Er wordt altijd gekeken naar de gemiddelde verandering per jaar, in K/jaar d.w.z. de afgeleide van de kleinste kwadraten vergelijking.

De motivering achter deze bemonsteringsprocedure was o.a. dat ik zowel de verschillen in hoogte tussen ws als ook de invloeden van het verschil in meet methoden tussen ws kon minimaliseren.

Ik heb dit onderzoek in 2015 uitgevoerd. De resultaten sluiten dus die van 2014 in. Mijn resultaten zijn samengevat in de onderstaande tabel. Oorspronkelijke resultaten werden vermenigvuldigd met 10 om de resultaten in graden Kelvin per decennium te kunnen tonen. Resultaten voor elk van de 54 ws kunnen op aanvraag worden geleverd (1 graad Kelvin = 1C°).

Tabel 1

Periode: 1974-2014

Verandering in K / decennium

Halfrond:

Maxima:

Minima:

Gemiddeld:

Zuid (27 ws)

0.416

-0.138

0.017

Noord (27 ws)

0.258

0.237

0.234

Balans op breedte 

15.82°

Globaal (54 ws)

0.337

0.0495

0.126

Het finale resultaat voor de opwarming van de aarde was dus 0,126 K / decennium in de afgelopen 40 jaar en dit was in feite hetzelfde resultaat als wat Spencer en anderen in 2015 hadden. Dit bewijst dat mijn bemonsteringsmethode goed was. Mijn dataset gaf echter extra informatie over minimumtemperaturen die niet pasten in de hypothese van de door mens veroorzaakte opwarming.

De tweede poot van de stoel breekt af….

Mijn bevinding was dat de omgevingstemperatuur op het zuidelijk halfrond (ZH) in de afgelopen 40 jaar niet veel is veranderd (0,017 x 4 = +0,07K). Gemiddeld zijn de minimumtemperaturen in de ZH met 0,6K gedaald.

Het bleek dus nou dat mijn resultaten die ik voor het zuidelijk halfrond had verkregen niet eens zoveel verschilden van die ik in Zuid-Afrika had gevonden.

Wat nu?

Om de een of andere reden kwam ik af op de gegevens van GISS LOTI. Dit is de wereldwijde dataset van NASA. Originele gegevens, zie hier

De onderstaande figuur is een samenvatting van alle gegevens die ze hebben van alle weerstations, januari tot december, van 1960 tot 2019, zowel in de NH als in de ZH. Let op de grafische voorstelling onderaan die de toename van opwarming tegen de breedtegraad laat zien:

 

De derde poot van de stoel breekt af….

De bevinding van NASA was dat de opwarming van de aarde exponentieel toeneemt van de 0 tot +90 graden breedtegraad.

60 tot 70% van de aarde bestaat uit water. Het zou daarom wel interessant zijn om te zien wat de opwarmingssnelheid is van het water over de hele wereld. De dataset die het meest wordt gebruikt voor de temperatuur van het zee oppervlak is HADSST3. Zie hier

Zorgvuldig kijkend naar de bovenstaande grafieken, kunnen we de snelheid van opwarming over de afgelopen 50 jaar wel aardig inschatten. Het is ca. 0,17K/decennium in de NH en ongeveer 0,09K/decennium in de ZH. In het water rond Hoek van Holland maten ze sinds 1970 0,30K opwarming per decennium. Zie hier Volgens dit rapport: Sea Surface Temperature (noaa.gov) lijkt het erop dat de snelheid van de opwarming van de Noordelijke IJszee op de hoogste breedtegraad nu ongeveer 0,7K / decennium is.

Ik ben niet helemaal zeker van wat er op Antarctica gebeurt. Het lijkt erop dat het oppervlak van ijs groeit, en het wordt ook koeler wanneer er ergens 2 meter boven de grond wordt gemeten. Toch wordt er beweerd dat er nog steeds netto ijsverlies is, zoals gemeten door de satellieten. Ik twijfel aan deze resultaten, omdat ik me afvraag hoe ze hun apparatuur hebben gekalibreerd om de oorspronkelijke dikte van het ijs te ‘meten’. Maar goed, laten we er van uitgaan dat minstens de helft van de warmte zoals gemeten in het ZH toch in en rond Antarctica is aangekomen en dat dit daar dan wat ijs van onder wegsmelt.

De resultaten van de opwarming van de zeeën en oceanen zijn door mij samengevat in onderstaande tabel:

Tabel 2

Breedtegraad

Verandering in graden K / decennium

Periode

Resultaat

-90 (schatting)

1970-2021

0.045

-90 to 0 (gemiddelde)

1970-2021

0.09

0 to 90 (gemiddelde)

1970-2021

0.017

+53 (HvH)

1970-2021

0.30

+90 (Chukchi Zee)

1982-2017

0.70

De vierde poot van de stoel breekt af….


Net als voorheen bevind ik hier dat de opwarming van de zeeën en oceanen direct verband houdt met de breedtegraad. Hoe lager de breedtegraad, hoe lager de opwarmingssnelheid.

Ja. Ja. Zonder die 4 poten heb je natuurlijk geen stoel meer en kun je niet meer lekker gaan zitten. Dat is duidelijk. Als ik dus nu [in – naar] mijn aardbol kijk, dan zie ik dat de hitte van boven komt en zich langzaam naar het zuiden uitbreidt.

Feit is dat het extra koolzuur gas (van de mens) zich relatief gelijkelijk over de hele atmosfeer heeft verdeeld en ook nog steeds verder opwaarts neigt sinds de jaren 1970. Daarom, gegeven de waargenomen tendentie van globale temperatuur, is mijn conclusie dat koolstofdioxide niet de dominante factor was voor de opwarming van de afgelopen 50 jaar. Het lijkt mij dat de opwarming die waargenomen is op het noordelijk halfrond gedomineerd wordt door andere factoren. Deze factoren moeten worden geïdentificeerd voordat enige vorm van nauwkeurige toekomstige klimaatvoorspellingen kunnen worden gedaan. Voorspellingen die worden gedaan in de veronderstelling dat de opwarming van de aarde als gevolg is van de huidige AGW-hypothese zullen dus volgens mij mislukken.

***